9 FEBRUARI 1995. - Wet tot wijziging van de gewone wet van 16 juli 1993 vervollediging van de federale staatsstructuur.
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 369 van de wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het 2° wordt vervangen door de volgende bepaling :
"2° stelsel van statiegeld : een stelsel waarbij de koper van een produkt aan diegene die het produkt op de markt heeft gebracht en die er eigenaar van blijft een vastgestelde som geld stort. Deze som wordt terugbetaald aan de koper wanneer hij het produkt terugbezorgt aan diegene die het op de markt heeft gebracht of aan een aangestelde derde ".
2° het artikel wordt aangevuld met een 15°, luidend als volgt .
" 15° retourpremie : een stelsel waarbij de koper van een produkt, bovenop de prijs van dat produkt, aan de verkoper een som geld stort, vastgesteld door één of meer economische sector(en). Deze som wordt aan de koper terugbetaald wanneer deze het produkt na gebruik terugbezorgt aan de verkoper of een aangestelde derde ".
Art.2. In artikel 373bis, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 3 juni 1994 tot wijziging van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, worden de woorden "31 december 1994" vervangen door de woorden "30 juni 1995".
Art.3. In artikel 376 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1 wordt de verminderde milieutaks van 100 frank geschrapt;
2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt :
"§ 2. Met betrekking tot de wegwerpfototoestellen geniet de belastingplichtige van een volledige vrijstelling indien hij het bewijs levert alleen of in samenwerking met andere belastingplichtigen een ophaalsysteem te hebben ingesteld waardoor de in België bij de ontwikkelingslaboratoria ingezamelde toestellen voor minstens 80 % worden hergebruikt of gerecycleerd in België of in het buitenland. De Koning bepaalt, bij in Ministerraad overlegd besluit, de toepassingsmodaliteiten van dit bewijs. ".
3° het artikel wordt aangevuld met de § 3, luidend als volgt :
" § 3. Het in § 2 bedoelde bewijs moet met betrekking tot de naar het buitenland verzonden onderdelen ook worden geleverd aan de hand van een attest afgeleverd door een onafhankelijk certificeringsorganisme, erkend door de Minister van Economische Zaken ".
Art.4. Artikel 378 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 378. § 1. Wanneer de batterijen onderworpen zijn aan een systeem van statiegeld of van retourpremie worden zij vrijgesteld van de bij artikel 377 bedoelde milieutaks, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan :
1. De belastingplichtige moet, overeenkomstig de wetgeving inzake de afvalstoffen, het bewijs leveren van de financiering van de aangepaste behandeling of de recyclage van de batterijen die via het stelsel van statiegeld of retourpremie worden teruggebracht. De Koning bepaalt, ten laatste op 30 juni 1995, bij in Ministerraad overlegd besluit, de toepassingsmodaliteiten van dit bewijs.
De belastingplichtige verschaft aan de administratie de nodige gegevens die haar toelaten te oordelen over de doeltreffendheid van het systeem van ophaling en verwerking. De belastingplichtige levert bovendien het bewijs dat hij de consument heeft ingelicht over de werking van het systeem.
2. het bedrag van het statiegeld of de retourpremie moet ten minste 10 frank per batterij bedragen. De Koning kan bij in Ministerraad overlegd besluit op voorstel van de opvolgingscommissie het minimumbedrag van het statiegeld of de retourpremie wijzigen om de doeltreffendheid van deze systemen te verhogen. De Koning zal aan de Wetgevende Kamers, onmiddellijk zo zij in zitting zijn, zo niet bij de opening van hun volgende zitting, een ontwerp van wet voorleggen ter bekrachtiging van de besluiten genomen in uitvoering van dit lid.
3. Volgens de wijze bepaald door de Koning verstrekt de belastingplichtige of zijn afgevaardigde aan de koper van de batterijen het bewijs dat de aankoop in België heeft plaatsgehad.
§ 2. De vrijstelling bedoeld in § 1 geldt niet voor batterijen die kwikoxyde bevatten. "
Art.5. In artikel 394 van dezelfde wet wordt tussen het eerste en tweede lid een nieuw lid ingevoegd luidend als volgt :
" Met betrekking tot de op het ogenblik van het in werking treden van de milieutaks aanwezige voorraden van reeds in het verbruik gebrachte goederen, wordt de taks verschuldigd bij het verstrijken van een termijn die de normale voorraadrotatiesnelheid weerspiegelt, vermeerderd met een veiligheidsmarge. Deze termijn wordt bepaald door de Koning, bij in ministerraad overlegd besluit. De Koning zal aan de Wetgevende Kamers, onmiddellijk zo zij in zitting zijn, zo niet bij de opening van hun volgende zitting, een ontwerp van wet voorleggen ter bekrachtiging van de besluiten genomen in uitvoering van dit lid. ".
Art. 6. In artikel 401, 3, van dezelfde wet, vervangen door de wet van 3 juni 1994, worden de woorden " 1 januari 1995 " vervangen door de woorden " 1 juli 1995 ".
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 9 februari 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Eerste Minister,
J.-L. DEHAENE
De Minister van Economische Zaken,
M. WATHELET
De Minister van Financiën,
Ph. MAYSTADT
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
M. WATHELET