Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

23 JANUARI 1995. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 mei 1994 over de inhouding en de vergoeding van de roerende voorheffing overeenkomstig hoofdstuk I van de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten.



Inhoudstafel:


Art. 1, 3-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994003344 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 26 mei 1994, wordt aangevuld met een § 4 luidend als volgt :
  " § 4. De effecten die euro-obligaties vormen in de zin van artikel 34, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit nr 185 van 9 juli 1935 op de Commissie voor het Bank- en Financiewezen. "31,Art. 2. In hetzelfde besluit wordt artikel 3 gewijzigd als volgt :
  1° in het eerste lid, worden de woorden " in artikel 2, § 1 en 2 bedoelde effecten " vervangen door de woorden " in artikel 2, §§ 1 en 2 bedoelde effecten die niet in artikel 2, § 4 worden bedoeld ";
  2° in het tweede lid, worden de woorden " in artikel 2, § 3, 1° " vervangen door de woorden " in artikel 2, § 3, 1° en § 4 ";
  3° in het derde lid, worden de woorden " in artikel 2, § 3, 2° bedoelde effecten " vervangen door de woorden " in artikel 2, § 3, 2° bedoelde effecten die niet bedoeld zijn in artikel 2, § 4 ".

Art.3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 3bis ingevoegd luidend als volgt :
  " Art. 3bis. Bij toepassing van artikel 16, 6°, van de wet en in geval van toepassing van artikel 6bis, mogen de in België gevestigde instellingen die rekeningen bijhouden slechts effecten uitgedrukt in vreemde valuta boeken op rekeningen bedoeld in artikel 1, 6°, van de wet, mits deze effecten worden aangehouden in een vereffeningsstelsel door bemiddeling van een instelling vermeld in artikel 1, § 2, b en c, van het koninklijk besluit van 14 juni 1994 tot vaststelling van de regels van toepassing op het aanhouden op rekening van gedematerialiseerde effecten uitgedrukt in vreemde munten of in rekeneenheden andere dan ecu en op voorwaarde dat :
  1° indien het effecten betreft, bedoeld in artikel 2, § 3, 1°, en § 4, deze instellingen die rekeningen bijhouden het totale bedrag mededelen aan de beheerder van de inkomsten die op de vervaldag toegekend of betaalbaar gesteld zijn aan de titularissen van dergelijke rekeningen en zij op dezelfde dag aan de beheerder de roerende voorheffing verschuldigd op deze inkomsten storten;
  2° indien het effecten betreft, bedoeld in artikel 2, §§ 1 en 2, deze instellingen die rekeningen bijhouden dagelijks aan de beheerder de transacties mededelen bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, van de wet, en op dezelfde dag aan de beheerder de roerende voorheffing storten verschuldigd overeenkomstig artikel 4, 1°, van de wet. "

Art.4. Artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met een 9° luidend als volgt :
  " 9° de binnenlandse vennootschappen, die niet bedoeld worden in 1°, waarvan de activiteit uitsluitend of hoofdzakelijk bestaat in het verlenen van kredieten en leningen. "

Art.5. In hetzelfde besluit, wordt een artikel 6bis ingevoegd luidend als volgt :
  " Art. 6bis. De artikelen 5 en 6 zijn niet van toepassing op de instellingen vermeld in artikel 1, § 2, b en c, van het koninklijk besluit van 14 juni 1994 tot vaststelling van de regels van toepassing op het aanhouden op rekening van gedematerialiseerde effecten uitgedrukt in vreemde munten of in rekeneenheden andere dan ecu, die optreden in de hoedanigheid van deelnemer aan een vereffeningsstelsel evenals hun onderdeelnemers gevestigd in het buitenland, op voorwaarde dat deze instellingen zich schikken naar de maatregelen getroffen door de beheerder van het vereffeningsstelsel.
  Deze maatregelen zijn het voorwerp van een voorafgaandelijke goedkeuring door de Minister van Financiën. "

Art.6. In het artikel 9 van hetzelfde besluit, worden tussen de woorden " op jaarbasis " en " het bedrag van de op de valutadag gelopen inkomsten " de woorden " evenals de schuldbewijzen waarvan de intresten worden gekapitaliseerd " ingevoegd.

Art.7. Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 11. Wanneer het bedrag van de inkomsten is bepaald in vreemde valuta, wordt het in franken omgezet naar de indicatieve wisselkoers van deze valuta, die bekend wordt gemaakt door de Nationale Bank van België, de tweede bankwerkdag voorafgaand aan de valutadag of, naargelang het geval, de vervaldag, overeenkomstig artikel 212, tweede lid, van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten. "

Art.8. In artikel 16 van hetzelfde besluit :
  1° wordt § 1 aangevuld door een 4° luidend als volgt :
  " 4° ingeval van toepassing van artikel 6bis, verstrekken de instellingen vermeld in artikel 1, § 2, b en c, van het koninklijk besluit van 14 juni 1994 tot vaststelling van de regels van toepassing op het aanhouden op rekening van gedematerialiseerde effecten uitgedrukt in vreemde munten of in rekeneenheden andere dan ecu, aan de beheerder(s) een nominatieve opgave van hun onderdeelnemers gevestigd in België, aan wie inkomsten werden betaald, evenals voor elk van hen het totale bedrag van de inkomsten dat hen werd toegekend. "
  2° in § 3, tweede lid, 1°, worden de woorden " overeenkomstig § 1, 2° en 3° " vervangen door de woorden " overeenkomstig § 1, 2° tot 4° ".

Art.9. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 10. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 23 januari 1995.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Financiën,
  Ph. MAYSTADT