24 JANUARI 1995. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 110quater van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen.
Art. 1-4
Artikel 1. De door de Nationale Kas voor Beroepskrediet erkende kredietverenigingen storten, in voorkomend geval, een bijzondere bijdrage op de rekening die, met toepassing van het protocol over de beschermingsregeling van de deposito's bij de verenigingen voor beroepskrediet dat op 1 januari 1988 in werking is getreden, op naam van de Nationale Kas voor Beroepskrediet is geopend in hun boeken.
Art.2. De eventuele bijzondere bijdrage als bedoeld in artikel 1, wordt, per kredietvereniging, als volgt vastgesteld :
1° het referentiebedrag voor de bijdrage wordt verkregen door optelling van :
a) de theoretische jaarlijkse bedragen voor de jaren 1985 tot 1987 die, voor elk jaar, worden berekend ad 0,2 per duizend van hun depositobasis op 30 september van het voorafgaand jaar, vastgesteld overeenkomstig de regels voor de toepassing van voornoemd protocol;
b) het bedrag van de jaarlijkse bijdragen die, krachtens voornoemd protocol, door de vereniging moesten worden gestort voor de jaren 1988 tot 1994;
2° voor elke vereniging worden volgende bijdragen afgetrokken van het volgens 1° berekende referentiebedrag :
a) de bijdragen die zij, met toepassing van de beschermingsregeling van de deposito's bij de verenigingen voor beroepskrediet, tot 31 december 1994 heeft gestort op de rekening van de Nationale Kas voor Beroepskrediet in haar boeken;
b) de bijdragen die zij sinds 1 januari 1985, buiten de sub a) bedoelde regeling, heeft gestort voor de financiering van de door het netwerk van het beroepskrediet verrichte tegemoetkomingen voor de sanering, de overname of de vereffening van andere kredietverenigingen;
3° het eventuele positieve saldo wordt door de betrokken vereniging voor 31 maart 1995 gestort op de op naam van de Nationale Kas voor Beroepskrediet in haar boeken geopende rekening voor de financiering van de beschermingsregeling van de deposito's bij de verenigingen voor beroepskrediet die op 1 januari 1988 in werking is getreden.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995.
Art. 4. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 januari 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
Ph. MAYSTADT