10 APRIL 1995. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de werkingskosten van de dringende oproepnetten voor de centra 101.
Art. 1-7
Artikel 1. De gemeenten die het beheer hebben over een 101-centrum kunnen binnen de perken van de beschikbare kredieten terugbetaling bekomen van de hierna opgesomde werkingskosten :
- huurgelden van rechtstreekse telefoonverbindingen tussen het 101-centrum en de verschillende politiediensten;
- radiotaksen en telefoonabonnementen;
- gesprekskosten;
- onderhoudskosten van het informatica-materieel, telefoonmateriaal en de software van de 101-centra.
De personeelskosten en administratieve werkingskosten kunnen niet in rekening worden gebracht.
Art.2. Voor de hierna opgesomde werkingskosten kan de gemeente evenwel enkel terugbetaling bekomen voor zover zij voorafgaandelijk, en voor het afsluiten van enig contract, het akkoord van de Minister van Binnenlandse Zaken heeft bekomen :
- de huurgelden van nieuwe rechtstreekse telefoonverbindingen tussen het 101-centrum en politiediensten;
- onderhoudskosten verbonden aan nieuwe onderhoudscontracten voor het informatica-materieel, telefoonmateriaal en de software van de 101centra.
Onder nieuwe rechtstreekse telefoonverbindingen en nieuwe onderhoudscontracten moet worden verstaan : rechtstreekse telefoonverbindingen die worden geopend en onderhoudscontracten die worden afgesloten na de inwerkingtreding van dit besluit.
Te dien einde dient de gemeente een aanvraag, vergezeld van de nodige verantwoordingsstukken, over te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken.
Art.3. De gemeente die het beheer van een 101-centrum waarneemt dient in eerste instantie zelf in te staan voor de betaling van de in artikel 1 opgesomde werkingskosten.
Tweemaal per jaar kan de gemeente een aanvraag indienen tot terugbetaling van de door haar gedragen werkingskosten.
Deze aanvraag omvat een overzicht van de gemaakte kosten evenals van de facturen en het bewijs van betaling.
Art.4. Binnen de perken van de beschikbare kredieten op de in artikel 1, § 2quater van de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen, bedoelde rekening, zal de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan de gemeenten de werkingskosten van de dringende oproepnetten voor de 101-centra, terugbetalen, nadat de Minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde hiertoe opdracht gegeven heeft.
De Minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde reserveert, na advies van de Inspectie van Financiën, de nodige sommen om de terugbetaling te dekken aan de gemeenten die het beheer hebben over een 101-centrum.
Art.5. De Minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde en de inspectiedienst van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kunnen te allen tijde controles uitvoeren teneinde zich ter plaatse van de regelmatigheid van de ingediende facturen te vergewissen.
Art.6. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 10 april 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
J. VANDE LANOTTE
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN