22 DECEMBER 1994. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot oprichting van de Gewestelijke Commissie van de nieuwe gemeentelijke comptabiliteit. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 07-05-1997 en tekstbijwerking tot 15-05-2009)
Art. 1-7
Artikel 1. Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art.2. Er wordt een Gewestelijke Commissie van de nieuwe gemeentelijke comptabiliteit opgericht, hierna "Commissie" genoemd.
Art.3. (De Commissie wordt belast met de begeleiding van de gemeentebesturen gedurende de installatiefasen van de nieuwe gemeentelijke comptabiliteit. Ze treedt op als raadgever van de gemeenten voor al de aangelegenheden met betrekking tot de nieuwe gemeentelijke comptabiliteit.
Binnen het raam van haar bevoegdheden voert ze elke expertise opdracht uit die haar door de Minister bevoegd voor toezicht op de plaatselijke besturen toevertrouwd wordt.
De Commissie is belast met het uitwerken van de aanvullende normen inzake comptabiliteit in het raam van de uitoefening van het toezicht op de gemeenten.) <BESL 1997-02-27/44, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1997>
De Commissie vergadert ten minste één maal om de twee maanden.
Art.4.[1 De Commissie is samengesteld uit achttien leden. De leden worden op de hierna volgende wijze benoemd door de Minister bevoegd voor het toezicht op de Plaatselijke Besturen :
1° zes leden worden aangesteld als deskundigen;
2° zes leden worden aangesteld onder de personeelsleden van het Bestuur Plaatselijke Besturen en van de Gewestelijke Inspectie waaronder de Secretaris van de Commissie;
3° zes leden worden aangesteld op voorstel van de Gemeenten.
De Voorzitter en de Ondervoorzitter zijn van een verschillende taalrol.
De mandaten worden toegekend voor een hernieuwbare periode van drie jaar.
De Commissie mag zich organiseren in werkgroepen.]1
----------
(1)<BESL 2000-05-25/56, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-05-2000>
Art.5. De leden van de Commissie ontvangen presentiegeld telkens ze een vergadering van ten minste twee uur bijwonen, hetzij van de Commissie, hetzij van een werkgroep ervan.
Het bedrag wordt voor de voorzitter en voor de ondervoorzitter op drieduizend frank vastgesteld en op tweeduizend frank voor de andere leden.
De leden die niet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen, kunnen de terugbetaling bekomen van de verplatsingskosten tussen hun woonplaats en de plaats van de vergaderingen.
Art.6. De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met de Ruimtelijke Ordening, Ondergeschikte Besturen en Tewerkstelling is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 7. Dit besluit treedt in erking op 1 januari 1994.
Brussel, 22 december 1994.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met de Ruimtelijke Ordening, Ondergeschikte Besturen en Tewerkstelling
Ch. PICQUE
De Minister van Financiën, Begroting,
Openbaar Ambt en Externe Betrekking,
J. CHABERT