20 JULI 1994. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het decreet van 28 maart 1990 tot wijziging van het decreet van 27 juni 1985 inzake bijzondere jeugdbijstand en van sommige bepalingen van de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990.
Art. 1-5
Artikel 1. De volgende bepalingen van het decreet van 28 maart 1990 tot wijziging van het decreet van 27 juni 1985 inzake bijzondere jeugdbijstand treden in werking :
1° artikel 22, 1°, 2°, 3° voor zover dit punt betrekking heeft op artikel 37 van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, en 5° voor zover dit punt betrekking heeft op de artikelen 43 en 52 van voornoemde wet;
2° artikel 23, 4°;
3° artikel 25;
4° artikel 26, eerste lid.
Art.2. De volgende bepalingen van de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990, treden in werking :
1° de artikelen 22, 23, 24, 25, 26, 27 en 29;
2° artikel 40, § 2, tweede lid.
Art.3. Bijlage IV bij het besluit van de Vlaamse regering van 4 april 1990 tot coördinatie van de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand, wordt opgeheven.
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop de wet van 2 februari 1994 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming in werking treedt.
Art. 5. De Vlaamse minister bevoegd voor de bijstand aan personen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 juli 1994.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Gezondheidsinstellingen, Welzijn en Gezin,
Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER