1 JUNI 1994. - Decreet tot regeling van de overdracht van roerende en onroerende goederen van de Vlaamse Gemeenschap aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-08-1994 en tekstbijwerking tot 17-04-1998)
Art. 1-7
Artikel 1. Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in de artikelen 127 tot 129 van de Grondwet.
Art.2. § 1. De aan de Vlaamse Gemeenschap toebehorende onroerende goederen die gelegen zijn in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad en die gebruikt of bestemd worden als lokaal cultureel ontmoetingscentrum, met inbegrip van de roerende goederen die noodzakelijk zijn voor het gebruik ervan, worden door de Vlaamse regering in volle eigendom overgedragen aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie, hierna VGC te noemen.
§ 2. DE VGC mag de onroerende goederen slechts verhuren, vervreemden en of de bestemming ervan als lokaal cultureel ontmoetingscentrum wijzigen na voorafgaande machtiging van de Vlaamse regering.
Art.3. De in artikel 2 van dit decreet bedoelde goederen moeten uiterlijk op 31 december 1995 zijn overgedragen.
Art.4. De in artikel 2 van dit decreet bedoelde goederen worden overgedragen in de staat waarin zij zich bevinden, met inbegrip van de actieve en passieve erfdienstbaarheden, alsook van de aan deze goederen verbonden bijzondere lasten en verplichtingen, met uitzondering evenwel van de lasten en verplichtingen die hun oorsprong vinden in de beslechting van geschillen die voor de rechtbanken aanhangig werden gemaakt voor het tijdstip van de overdracht van deze goederen.
Art.5. De algemene dotatie die jaarlijks voor de VGC wordt ingeschreven in de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap wordt blijvend verhoogd met een krediet van 23,5 miljoen frank, dat bestemd is voor het dekken van de kosten van het beheer en het gebruik van de overgedragen roerende en onroerende goederen als bedoeld in artikel 2 van dit decreet.
Art.6. De Vlaamse Gemeenschap verleent een krediet van maximaal (1 239 467,62 euro) voor het dekken van de kosten van vervanging, vernieuwing en aanschaffing van de roerende goederen, als bedoeld in artikel 2 van dit decreet. Dit krediet wordt gespreid over een periode van tien jaar, die een aanvang neemt in het begrotingsjaar waarin de eerste overdracht van onroerende goederen plaatsheeft. De VGC ontvangt deze middelen in de vorm van uitrustingssubsidies naar rata van maximaal 100 % van de aanschaffingswaarde. De Vlaamse regering bepaalt de nadere regeling betreffende deze uitrustingssubsidies, onder meer inzake subsidievoorschotten en het verlenen van de vaste belofte van toelage. <DVR 2001-12-21/37, art. 63, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art. 7. De Vlaamse Gemeenschap verleent een krediet van maximaal (11 155 208,61 euro) voor het dekken van de kosten van het eigenaarsonderhoud, verbouwingen en vernieuwbouw verbonden aan de onroerende goederen, als bedoeld in artikel 2 van dit decreet. Dit krediet wordt gespreid over een periode van tien jaar, die een aanvang neemt in het begrotingsjaar waarin de eerste overdracht van onroerende goederen plaatsheeft. De VGC ontvangt deze middelen in de vorm van investeringssubsidies naar rata van maximaal 100 % van de investeringswaarden.
(De inkomsten uit de overeenkomstig artikel 2, § 2 door de Vlaamse regering gemachtigde verhuring en/of vervreemding van de onroerende goederen worden in mindering gebracht van de (11 155 208,61 euro), behoudens in het geval dat deze inkomsten worden geherinvesteerd in infrastructuur met dezelfde bestemming.
De Vlaamse regering bepaalt de nadere regeling betreffende deze investeringssubsidies, onder meer inzake subsidievoorschotten en het verlenen van de vaste belofte van toelagen.) <DVR 1998-03-17/33, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1998> <DVR 2001-12-21/37, art. 64, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 1 juni 1994.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Cultuur en Brusselse Aangelegenheden,
H. WECKX