23 MAART 1994. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 januari 1990 tot uitvoering van het decreet van 3 mei 1989 houdende erkenning van adoptiediensten.
Art. 1-12
Artikel 1. Artikel 2, § 1, 1e alinea, van het besluit van de Vlaamse regering van 31 januari 1990 tot uitvoering van het decreet van 3 mei 1989 houdende erkenning van adoptiediesten wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Een adoptiedienst beschikt over een interdisciplinair team dat ten minste uit 5 personen bestaat en waarin ten minste de volgende deskundigen aanwezig zijn : een arts, een op universitair niveau psychologisch of pedagogisch geschoolde, een licentiaat of doctor in de rechten en een maatschapelijk assistent of de houder van een ander diploma van ten minste het niveau hoger onderwijs buiten de universiteit met een sociale, psychologische of pedagogische oriëntatie. "
Art.2. Artikel 2, § 1, 5e alinea, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Voor de andere taken, vermeld onder artikel 3, § 1, 5, van het decreet, besteden de personen die deze opdrachten uitvoeren, met uitzondering van de arts en de jurist, ten minste ieder honderd uur per jaar. "
Art.3. Artikel 3, 1e alinea, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" De opdrachten van de adoptiedienst, bepaald in artikel 3, § 1, 5, van het decreet worden uitsluitend uitgevoerd door teamleden. De opdrachten worden als volgt nader gespecifieerd :
Art.4. Artikel 3, § 2, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende bepaling :
De gemotiveerde beslissing inzake de al dan niet aanvaarding van de kandidaat-adoptanten wordt meegedeeld aan Kind en Gezin. Op basis van dit bindend advies attesteert Kind en Gezin dat al dan niet in beginsel de toestemming wordt verleend voor de plaatsing van een kind met het oog op adoptie bij de vermelde kandidaat-adoptanten. Kind en Gezin geeft richtlijnen omtrent de procedure en voorschriften. "
Art.5. Artikel 3, § 5b, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" De overeenkomst wordt ter ondertekening voorgelegd na de voorbereidende informatieverstrekking. "
Art.6. Artikel 3, § 5d, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" In de overeenkomst wordt een gedetailleerde weergave gegeven van de aard en de grootte van de kosten, alsook van de betalingswijze. Dit geschiedt, hetzij door opname van de kosten van het individuele dossier, hetzij door verrekening van de totale jaarlijkse werkingskosten over het gemiddeld aantal dossiers. In beide gevallen is ongepast financieel gewin uitgesloten en kan Kind en Gezin elke noodzakelijke controle doorvoeren. Uitzonderlijke en onvoorziene kosten dienen het voorwerp uit te maken van een addendum aan de overeenkomst tussen adoptant en adoptiedienst. "
Art.7. Artikel 3, § 5e, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" De overeenkomst kan door beide partijen worden opgezegd. De adoptiedienst wordt enkel vergoed voor de reeds gedane administratieve kosten en de geleverde prestaties.
De opzegging door de adoptiedienst dient bij aangetekend schrijven te gebeuren. De instelling Kind en Gezin ontvangt hiervan een gemotiveerde melding. De adoptiedienst kan de overeenkomst slechts opzeggen indien de situatie van de adoptant(en) in belangrijke mate afwijkt van de oorspronkelijke gezinssituatie of indien de kandidaat adoptatnt het contract niet naleeft. "
Art.8. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende bepaling :
" § 7. Kind en Gezin kan nadere richtlijnen geven inzake de organisatie of het ter beschikking stellen van de nazorg van de natuurlijke ouders, de adoptieouders en het geadopteerde kind. "
Art.9. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende bepaling :
" § 8. a) De adoptiedienst kan onder de hierna bepaalde voorwaarden een gezinsstudie, zoals bedoeld in artikel 3, § 3, opmaken ten behoeve van kandidaat-adoptanten die zich rechtstreeks wensen te richten tot buitenlandse autoriteiten, instellingen of personen :
- De kandidaat-adoptanten dienen de voorbereiding zoals bepaald in atikel 3, § 1, te volgen;
- De kandidaat-adoptanten dienen door het interdisciplinaire team te worden aanvaard overeenkomstig de procedure vastgesteld in artikel 3, § 2;
- De kandidaat-adoptanten leggen alle, voor de procedure relevante, documenten voor aan de adoptiedienst. Zij tonen aan dat de betrokken buitenlandse autoriteit, instelling of persoon bevoegd is krachtens de lex fori of in uitvoering ervan om kinderen te plaatsen met het oog op interlandelijke adoptie. Eveneens tonen zij op afdoende wijze aan dat de afstand van het kind door zijn ouder(s) of wettelijke vertegenwoordiger(s) naar behoren is of zal worden geregeld en dat de autoriteiten van het land van herkomst instemmen met de plaatsing van het kind voor interlandelijke adoptie;
- De gezinsstudie wordt door de adoptiedienst rechtstreeks opgestuurd naar de buitenlandse autoriteit, instelling of persoon.
b) Deze deelbemiddeling maakt het voorwerp uit van een overeenkomst tussen de adoptiedienst en de kandidaat-adoptanten die ter ondertekening wordt voorgelegd na de voorbereidende informatieverstrekking.
c) De adoptiedienst mag eveneens een gezinsstudie, zoals bedoeld in artikel 3, § 3, opmaken op verzoek van buitenlandse publieke autoriteiten bevoegd inzake adoptie of op verzoek van internationale instellingen. De overige bepalingen van deze paragraaf zijn ook op deze procedures van toepassing.
d) Kind en Gezin kan nadere richtlijnen geven omtrent de voorschriften van de in § 8 omschreven opdracht. "
Art.10. De richtlijnen van de instelling Kind en Gezin zoals bepaald in dit besluit worden voorafgaandelijk aan de Vlaamse minister bevoegd voor de bijstand aan personen ter goedkeuring voorgelegd.
Art.11. De Vlaamse minister bevoegd voor de bijstand aan personen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 12. Dit besluit treedt in werking op 23 maart 1994.
Brussel, 23 maart 1994.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting,
Gezondheidsinstellingen, Welzijn en Gezin,
Mevr. W.DEMEESTER-DE MEYER