Details





Titel:

18 APRIL 1994. - Decreet tot vaststelling van het bedrag van de werkingstoelagen voor het gesubsidieerd onderwijs. <Vertaling> (NOTA 1 : Opgeheven wat betreft het gewoon basisonderwijs bij DDG 1999-04-26/67, art. 83, § 2, 2°; Inwerkingtreding : 20-08-1999) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-04-1996 en tekstbijwerking tot 15-02-2022)



Inhoudstafel:


Art. 1-2, 2bis, 2ter, 2quater, 2quinquies, 3-9
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991033092 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. (Zie NOTA 1 onder TITEL) De door de Duitstalige Gemeenschap gesubsidieerde onderwijsinrichtingen, internaten en PMS-centra verkrijgen jaarlijks forfaitaire werkingstoelagen.
  De toelagen worden gebruikt :
  1° om de werkings- en uitrustingskosten te dekken;
  2° om de kosten voor het kosteloos verstrekken van schoolboeken en -behoeften aan de leerplichtige leerlingen te dragen;
  3° voor de huur van gebouwen, lokalen, meubilair, materieel en installaties. Een geschreven overeenkomst moet gesloten worden en de lasten mogen de normaal gangbare prijs voor gelijksoortige goederen niet overschrijden;
  4° om de kosten te dekken die voor de huurder uit de reparatie- en onderhoudswerken voortvloeien die hij aan de gehuurde goederen moet uitvoeren.

Art.2.(Zie NOTA 1 onder TITEL) Het bedrag dat als toelage toegekend wordt per regelmatige leerling van het kleuter-, lager, secundair en hoger onderwijs van het korte type, van het [1 gespecialiseerd onderwijs]1 , van het onderwijs voor sociale promotie alsmede van het onderwijs met beperkt leerplan wordt overeenkomstig de tabel opgenomen in de bijlage I tot dit decreet vastgelegd.
  Opleidingsvormen of afdelingen die na de inwerkingtreding van dit decreet voor de subsidiëring in aanmerking worden genomen worden door de Regering - met inachtneming van de criteria " onderwijsinhoud " en " kostenintensiteit " - onder de categorieën gerangschikt die in de bijlage zijn opgenomen.
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 124, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art. 2bis.[1 Een gewone secundaire school die uitsluitend technisch en beroepsonderwijs organiseert, ontvangt jaarlijks een forfaitaire uitrustingstoelage van 55.000 euro. De uitbetaling van de toelage is gebonden aan de overlegging van een jaarlijks investeringsplan en aan het indienen van rekeningen. Bij het investeringsplan wordt bovendien een advies van de pedagogische raad gevoegd. Het investeringsplan moet voor het begin van het begrotingsjaar en de rekeningen moeten na verstrijken van het begrotingsjaar bij de Regering worden ingediend.]1
  ----------
  (1)<DDG 2014-05-05/12, art. 23, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2014>

Art. 2ter. <Ingevoegd bij DDG 2002-01-07/53, art. 3; Inwerkingtreding : 01-09-2001> (Zie NOTA onder titel) Een opleiding of voortgezette opleiding van het hoger onderwijs die in opdracht van de Duitstalige Gemeenschap door een gesubsidieerde school wordt georganiseerd, verkrijgt jaarlijks een forfaitaire toelage van ten hoogste euro 40.000 als ze aan volgende voorwaarden voldoet :
  1° de opleiding beantwoordt aan een acute behoefte in de Duitstalige Gemeenschap;
  2° ze duurt hoogstens twee jaar;
  3° ze wordt verstrekt aan ten minste 6 regelmatig ingeschreven leerlingen.

Art. 2quater. <Ingevoegd bij DDG 2003-06-30/32, art. 34; Inwerkingtreding : 01-09-2002> Voor een schoolmediotheek wordt jaarlijks een forfaitaire toelage ten belope van 4.000 EUR toegekend, indien :
  1° de inrichtende macht van deze schoolmediotheek een vereniging zonder winstoogmerk is;
  2° de lokalen van deze schoolmediotheek zich in een secundaire school van het gewoon onderwijs bevinden;
  3° deze schoolmediotheek ingericht werd volgens de aanwijzingen van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap.
  De toelage wordt door de Raad van Beheer van de inrichtende macht van de betrokken mediotheek beheerd. De Regering legt de nadere uitbetalingsregels vast.

Art.2quinquies. [1 Van de werkingstoelagen die overeenkomstig artikel 2 en overeenkomstig de bijlage aan de scholen worden toegekend, kan de inrichtende macht maximaal 10 % bij haar scholen invorderen om ze te verdelen onder andere scholen die onder haar ressorteren.
   De inrichtende macht kan de werkingstoelagen die overeenkomstig het eerste lid worden ingevorderd, gebruiken voor alle scholen die onder haar ressorteren; bij de verdeling van de werkingstoelagen let ze op de gelijke behandeling van haar scholen en van de leerlingen van haar scholen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DDG 2021-06-28/11, art. 130, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2021>


Art.3.(Zie NOTA onder TITEL) De al dan niet autonome internaten bekomen een forfaitaire toelage van (euro 19.765). <DDG 2002-01-07/53, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2001>
  De al dan niet autonome internaten bekomen per regelmatige leerling van het internaat een toelage ten belope van :
  1° (euro 595) voor het [1 gespecialiseerd basisonderwijs]1 en gewoon basisonderwijs; <DDG 2002-01-07/53, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2001>
  2° (euro 494) voor het secundair onderwijs. <DDG 2002-01-07/53, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2001>
  (Het maximaal aantal regelmatige leerlingen bedoeld in het tweede lid voor wie een forfaitaire toelage wordt toegekend, beloopt in totaal 126 voor alle internaten van het vrij gesubsidieerd onderwijs, plus de leerlingen die op verzoek van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap een plaats in een internaat krijgen.) <DDG 2007-06-25/34, art. 29, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2008>
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 125, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art.4. (Zie NOTA 1 onder TITEL) <DDG 1996-03-04/40, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 28-08-1995> Het bedrag van de toelagen voor de PMS-centra beloopt een forfaitair bedrag van (euro 19.849) per centrum plus (euro 1.985) resp. (euro 3.970) voor ieder bijkomend subsidieerbaar lid van het technisch personeel met een halftijdse resp. voltijdse betrekking. <DDG 2002-01-07/53, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2001>

Art.5.[1 De in de artikelen 1, 2, 2bis, 2ter, 2quater, 3 en 4 vermelde werkingsmiddelen worden vanaf het begin van het begrotingsjaar maandelijks telkens vóór de 22ste in twaalfden uitbetaald aan de instellingen.]1
  ----------
  (1)<DDG 2021-06-28/11, art. 131, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.6.[1 In het gespecialiseerd onderwijs krijgt de inrichtende macht voor de organisatie van het toezicht tijdens het middaguur per vestiging voor de eerste begonnen groep van 40 regelmatige leerlingen een toelage van 8 EUR, wanneer de studiemeester houder van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs is, respectievelijk een toelage van 6 EUR, wanneer de studiemeester geen pedagogisch bekwaamheidsbewijs heeft.
   Telt de school respectievelijk de vestiging meer dan 40 regelmatige leerlingen, dan heeft de inrichtende macht voor elke bijkomende begonnen groep van 40 regelmatige leerlingen recht op een bijkomende toelage volgens de in het eerste lid vastgelegde bedragen, wanneer zij voor het toezicht tijdens het middaguur bijkomende studiemeesters inschakelt.
   Als teldag voor de berekening geldt [3 30 september]3. Voor de berekening worden de volgende leerlingen in aanmerking genomen : de regelmatige kleuters die tot die dag gedurende ten minste [2 vijf]2 schooldagen een halve dag aanwezig waren evenals de regelmatige leerlingen lager onderwijs.
   De Regering kan afwijken van het aantal regelmatige leerlingen dat in het eerste en het tweede lid wordt vermeld, indien het toezicht wegens de infrastructuur van een vestiging onvoldoende kan worden gewaarborgd.]1
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 126, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2012-07-16/05, art. 8, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
  (3)<DDG 2015-06-29/19, art. 28, 012; Inwerkingtreding : 01-09-2015>

Art.7. (Zie NOTA onder TITEL) <DDG 2002-01-07/53, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2001> De in dit decreet bepaalde toelagenbedragen worden jaarlijks in de maand september aan de ontwikkeling van het indexcijfer van de consumptieprijzen (volledig index) aangepast.
  Het indexcijfer van september 2001 (109,84) geldt als basisindexcijfer; het indexcijfer van de maand september van het aanpassingsjaar geldt als nieuw indexcijfer.

Art.8. (Zie NOTA 1 onder TITEL) Het decreet van 25 juni 1991 tot vaststelling van het bedrag van de werkingstoelagen voor het gesubsidieerd onderwijs is opgeheven.

Art.9. (Zie NOTA 1 onder TITEL) Dit decreet treedt in werking op 30 augustus 1993.

BIJLAGE.
Art. N.(Zie NOTA 1 onder TITEL) <DDG 2002-01-07/53, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2001> Bijlage. Het bedrag dat per regelmatige leerling (teldag : laatste schooldag van de maand september van het lopende schooljaar) als toelage wordt toegekend, beloopt :
  1. Gewoon secundair onderwijs :
  1.1. Categorie A : [2 610,65 euro]2
  1.1.1. eerste observatiejaar en tweede gemeenschappelijk jaar
  1.1.2. tweede en derde graad van het algemeen onderwijs
  1.1.3. tweede en derde graad van het technisch onderwijs in volgende afdelingen :
  1.1.3.1. handel/handelstechniek
  1.1.3.2. economische wetenschappen
  1.1.3.3. secretariaat/administratie/informatica
  1.1.3.4. talen/toerisme
  1.1.3.5. sport
  1.2. Categorie B : [2 698,05 euro]2
  1.2.1. eerste aanpassingsjaar
  1.2.2. tweede jaar van het beroepsonderwijs
  1.2.3. tweede en derde graad van het technisch en van het beroepsonderwijs in volgende afdelingen :
  1.2.3.1. landbouw
  1.2.3.2 sociale wetenschappen
  1.2.3.3. dienstverleningen op het sociaal gebied
  1.2.3.4. huishoudkunde en voeding
  1.2.3.5. milieukunde
  1.2.3.6. natuurwetenschappen
  1.2.3.7. schoonheidsverzorging
  1.2.3.8. kleding
  1.2.4. verpleegkunde
  1.2.5. alsmede alle opleidingsvormen of afdelingen die niet in de categorieën A, C en D opgenomen zijn of niet volgens artikel 2, lid 2, van dit decreet gerangschikt zijn
  1.3. Categorie C : [2 796,95 euro]2
  1.3.1. tweede en derde graad van het technisch onderwijs in volgende afdelingen :
  1.3.1.1. elektromechanica
  1.3.1.2. elektrotechnieken
  1.3.1.3. mechanica
  1.3.1.4. houtbewerking (bouw en meubelmakerij)
  1.3.1.5. elektronica
  1.3.1.6. bouwkundig tekenen en openbare werken (tweede graad)
  1.3.2. tweede en derde graad van het beroepsonderwijs in volgende afdelingen :
  1.3.2.1. houtbewerking (bouw en meubelmakerij)
  1.3.2.2. ijzerbewerking
  1.3.2.3. mechanica voor de verspaning
  1.3.2.4. elektrotechnieken
  1.3.2.5. garage mechanica
  elektronica
  elektrotechnieken
  1.3.2.6. elektromechanica
  1.3.2.7. ruwbouw
  1.4. Categorie D : [2 847,55 euro]2
  1.4.1. tweede en derde graad van het technisch onderwijs in volgende afdelingen :
  1.4.1.1. industriële elektronica (enkel derde graad)
  1.4.1.2. automatie, pneumatica, mechanica
  1.4.1.3. bouwkundig tekenen en openbare werken (enkel derde graad)
  1.4.2. tweede en derde graad van het beroepsonderwijs in volgende afdelingen :
  1.4.2.1. automatie, pneumatica, mechanica (CNC) (enkel derde graad)
  2. Onderwijs met beperkt leerplan : [2 349,60 euro]2
  3. Hoger onderwijs van het korte type : euro 650
  4. [1 gespecialiseerd lager onderwijs]1 :
  Type 1, 2, 3 en 8 :
  leerlingen tot 13 jaar : euro 421
  leerlingen vanaf 13 jaar : euro 432
  5. Voortgezette schoolopleiding
  5.1. Categorie A : talen, administratie/secretariaat/handel, tekstverwerking, boekhouding alsmede alle opleidingsvormen en afdelingen die niet in de categorieën B en C opgenomen zijn of niet volgens artikel 2, lid 2, van dit decreet gerangschikt zijn :
  - 20 uur/jaar : euro 8
  - 40 uur/jaar : euro 15
  - 80 uur/jaar : euro 30
  - 120 uur/jaar : euro 45
  - 160 uur/jaar : euro 61
  - 200 uur/jaar : euro 76
  - 240 uur/jaar : euro 91
  5.2. Categorie B : kleding, huishoudkunde/voedingsleer, decoratie/kunstambachten :
  - 20 uur/jaar : euro 8
  - 40 uur/jaar : euro 17
  - 80 uur/jaar : euro 33
  - 120 uur/jaar : euro 50
  - 160 uur/jaar : euro 67
  - 200 uur/jaar : euro 83
  - 240 uur/jaar : euro 100
  5.3. Categorie C : informatica (programmatie) :
  - 20 uur/jaar : euro 9
  - 40 uur/jaar : euro 18
  - 80 uur/jaar : euro 36
  - 120 uur/jaar : euro 55
  - 160 uur/jaar : euro 73
  - 200 uur/jaar : euro 91
  - 240 uur/jaar : euro 109
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 127, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2021-06-28/11, art. 132, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2021>