Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

17 OKTOBER 1994. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende de normen en voorwaarden tot oprichting van nieuwe onderwijsinrichtingen voor sociale promotie. (Vertaling) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-12-1994 en tekstbijwerking tot 04-04-1998)



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1995029240  1995029333  1998029067 



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient verstaan te worden onder :
  1° het decreet : het decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap d.d. 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie;
  2° de Hoge Raad : de Hoge Raad van het onderwijs voor sociale promotie bedoeld in artikel 78 van het decreet;
  3° de Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort.

Art.2. De oprichting van een nieuwe onderwijsinrichting voor sociale promotie wordt aan de Minister voorgesteld, volgens het geval :
  1° door de groep " Onderwijs voor sociale promotie " opgericht in de Pedagogische Raad voor het Onderwijs van de Franse Gemeenschap;
  2° door een van de representatieve verenigingen van de inrichtende machten van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd onderwijs.

Art.3. Het in artikel 2 bedoelde voorstel vermeldt de zetel van de nieuwe inrichting alsook het stamnummer van bedoelde inrichting overeenkomstig artikel 107 van het decreet.
  Het gaat gepaard met een omstandig dossier dat het verantwoordt.
  Dit dossier bevat o.m. aanwijzingen aangaande :
  - de gemeente waar de nieuwe inrichting zal gevestigd worden;
  - de middelen nodig voor het tot stand komen van de schoolinfrastructuur : lokalen, opvoedkundige uitrusting enz.;
  - de mogelijke samenwerkingsvormen met andere partners : andere onderwijsinrichting(en), openbare of privé-ondernemingen, plaatselijke overheden, verenigingen enz.;
  - de echte, naar voren gebrachte behoeften van bovenvermelde partners inzake opleiding;
  - de basisstructuur van de nieuwe inrichting en de wijze waarop ze haar autonomie zal bereiken tegen het einde van het derde kalenderjaar na haar oprichting;
  - de onderwijsinrichtingen voor sociale promotie waarmee overleg zal worden gepleegd inzake de programmatie van opleidingsafdelingen of -eenheden.

Art.4. De Minister legt het in de artikelen 2 en 3 bedoelde voorstel en dossier voor advies aan de Hoge Raad voor.

Art.5. De Hoge Raad kan slechts een geldig advies over het in de artikelen 2 en 3 bedoelde voorstel en dossier uitbrengen wanneer de zes leden die de netten vertegenwoordigen, aanwezig zijn.
  Indien de zes hierboven vermelde leden niet aanwezig zijn, wordt een vergadering binnen de vijftien werkdagen belegd, met een nieuwe oproepingsbrief; wat het aantal aanwezige leden die de onderwijsnetten vertegenwoordigen, ook mag zijn, wordt dan een geldig advies uitgebracht.
  Bij de stemming brengt de Hoge Raad zijn advies uit met een meerderheid van twee derde van de stemmen der aanwezige leden en bij eenparigheid van de aanwezige leden die de onderwijsnetten vertegenwoordigen.
  Een minderheidsnota mag bij het advies worden gevoegd.

Art.6. Op de voordracht van de Minister en op advies van de Hoge Raad wordt door de Regering van de Franse Gemeenschap beslist tot de oprichting van een nieuwe inrichting.

Art.7. De oprichting van een nieuwe inrichting gebeurt ten vroegste op de eerste dag van de maand die op de in artikel 6 bedoelde beslissing volgt.

Art.8. § 1. Voor het kalenderjaar van haar oprichting en voor de twee eerstvolgende kalenderjaren wordt de lesurendotatie van een nieuwe inrichting die krachtens dit besluit wordt opgericht, samengesteld uit lesuren :
  - geleend door een inrichtende macht overeenkomstig artikel 88 van het decreet;
  - overgedragen door een inrichtende macht van hetzelfde onderwijsnet overeenkomstig artikel 89 van het decreet;
  - toegekend door de inrichtende macht overeenkomstig artikel 91 van het decreet;
  - gegenereerd door de nieuwe inrichting overeenkomstig artikel 87 van het decreet.
  § 2. Tijdens het kalenderjaar van de oprichting van de nieuwe inrichting moet de in artikel 93 van het decreet bedoelde reserve van de inrichtende macht waartoe deze inrichting behoort, gelijk zijn aan X twaalfde van 1 800 lestijden van kategorie A. X is gelijk aan het aantal maanden sinds de maand van de oprichting van de nieuwe inrichting tot en met de maand december van hetzelfde kalenderjaar.
  Gedurende het kalenderjaar dat volgt op de oprichtingsdatum van de nieuwe inrichting moet de reserve van bovenvermelde inrichtende macht gelijk zijn aan 1 800 lesuren van kategorie A.
  Gedurende het tweede kalenderjaar dat volgt op de datum van oprichting van bovenvermelde inrichting moet de reserve van de betrokken inrichtende macht gelijk zijn aan 1 800* (12-X)/12 lesuren van kategorie A.

Art.9. Vanaf het begin van haar werking zijn op de inrichting de wets- en reglementsbepalingen betreffende de aanpassing van de lesurendotaties, die toepasselijk zijn op elke onderwijsinrichting voor sociale promotie, van toepassing.

Art.10. De krachtens dit besluit in het leven geroepen inrichting wordt tijdens de eerste 3 in artikel 8 van dit besluit bedoelde kalenderjaren beschouwd als een autonome onderwijsinrichting voor sociale promotie die ten minste de in artikel 100 van het decreet vastgelegde rationalisatienorm bereikt.
  (Om haar autonomie te bewaren moet deze inrichting :
  1° 50 000 lestijden-leerlingen uiterlijk op de laatste dag van het zesde kalenderjaar van haar werking bereiken;
  2° 60 000 lestijden-leerlingen uiterlijk op de laatste dag van het zevende kalenderjaar van haar werking bereiken;
  3° 70 000 lestijden-leerlingen uiterlijk op de laatste dag van het achtste kalenderjaar van haar werking bereiken;
  4° 80 000 lestijden-leerlingen uiterlijk op de laatste dag van het negende kalenderjaar van haar werking bereiken.) <BFG 1997-11-03/32, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1998>
  Later moet deze inrichting, om autonoom te mogen blijven, de voor elke onderwijsinrichting voor sociale promotie vastgestelde rationalisatienorm bereiken.

Art.11. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1995.

Art. 12. De Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 17 oktober 1994.
  Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap,
  De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Jeugdzorg en Internationale Betrekkingen,
  M. LEBRUN