Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

18 JULI 1994. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de door het secundair onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1 uitgereikte bekwaamheidsbewijzen. <Vertaling> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-05-2011 en tekstbijwerking tot 13-01-2012)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Bepalingen en toepassingsgebieden.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Specifieke bekwaamheidsbewijzen.
Art. 3-4
HOOFDSTUK III. - Overeenstemmende studiebewijzen.
Art. 5-8
HOOFDSTUK IV. - Getuigschrift van beheerkennis.
Art. 9
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 10-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Bepalingen en toepassingsgebieden.
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de afdelingen van het secundair onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1 die worden bekrachtigd :
  a) door getuigschriften die overeenstemmen met die, uitgereikt door het secundair onderwijs met volledig leerplan, met inbegrip van het basisstudiegetuigschrift en de kwalificatiegetuigschriften die in het secundair onderwijs met volledig leerplan uitgereikt worden na afloop van de derde graad;
  b) of door getuigschriften eigen aan het secundair onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit dient men te verstaan onder :
  1° het decreet : het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie;
  2° een afdeling : een afdeling van het secundair onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1;
  3° een afdeling " aanvulling - getuigschrift voor hoger secundair onderwijs " : één van de afdelingen waarvan het pedagogisch dossier goedgekeurd werd door de Regering met het oog op het uitreiken van het getuigschrift dat overeenstemt met het getuigschrift van hoger secundair onderwijs, aan de studenten die één van de bekwaamheidsbewijzen bezitten van de hoger secundaire graad, bedoeld in artikel 4, § 1, 2° of in artikel 5 van dit besluit;
  4° een afdeling " aanvulling - getuigschrift voor lager secundair onderwijs " : één van de afdelingen waarvan het pedagogisch dossier goedgekeurd werd door de Regering met het oog op het uitreiken van het getuigschrift dat overeenstemt met het getuigschrift van lager secundair onderwijs, aan de studenten die één van de in artikel 4, § 1, 2°, bedoelde bekwaamheidsbewijzen van lager secundair onderwijs bezitten;
  5° een overeenstemmend bekwaamheidsbewijs : één van de bekwaamheidsbewijzen overeenstemmend met die welke in het secundair onderwijs worden uitgereikt, met inbegrip van het basisstudiegetuigschrift en de kwalificatiegetuigschriften die in het secundair onderwijs met volledig leerplan worden uitgereikt na afloop van de derde graad;
  6° een specifiek bekwaamheidsbewijs : een bewijs eigen aan het secundair onderwijs van stelsel 1;
  7° de onderwijsactiviteiten : de onderwijsactiviteiten bepaald in artikel 2, 4°, met uitsluiting van punt f, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap d.d. 20 juli 1993 houdende algemene regeling van de studie in het secundair onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1;
  8° de Overlegcommissie : de Overlegcommissie van het onderwijs voor sociale promotie;
  9° een pedagogisch dossier : een pedagogisch dossier van een afdeling bedoeld in artikel 8 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap d.d. 18 november 1991, betreffende de pedagogische dossiers van de opleidingsafdelingen en -eenheden van het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1.

HOOFDSTUK II. - Specifieke bekwaamheidsbewijzen.
Art.3. Een specifiek bekwaamheidsbewijs wordt uitgereikt aan de student die met vrucht een afdeling beëindigt die ten minste 900 lesuren onderwijsactiviteiten omvat.
  Wanneer de in lid 1 bedoelde afdeling ingedeeld is bij het lager secundair onderwijs, wordt het bewijs opgesteld als volgt : " Getuigschrift van ... " gevolgd door de benaming van de afdeling, vermeld in het goedgekeurde dossier van de betrokken afdeling, gevolgd door " eigen aan het lager secundair onderwijs voor sociale promotie ".
  Wanneer de in lid 1 bedoelde afdeling ingedeeld is bij het hoger secundair onderwijs, wordt het bewijs opgesteld als volgt : " Getuigschrift van ... " gevolgd door de benaming van de afdeling, vermeld in het goedgekeurde dossier van de betrokken afdeling, gevolgd door " eigen aan het hoger secundair onderwijs voor sociale promotie ".
  Wanneer de in lid 2 en lid 3 van dit artikel bedoelde afdelingen vaardigheden betreffen die rechtstreeks gebonden zijn aan een beroepsprofiel, verwijst de benaming van de afdeling naar bedoeld profiel.

Art.4. § 1. Een specifiek bekwaamheidsbewijs wordt uitgereikt aan de student die met vrucht een afdeling beëindigt die rechtstreeks doelt op een door de Hoge Raad van het Onderwijs voor sociale promotie bepaald beroepsprofiel en die ten minste 900 lesuren onderwijsactiviteiten omvat in de volgende gevallen :
  1° er bestaat voor de betrokken afdeling geen pedagogisch dossier, goedgekeurd door de Regering op eensluidend advies van de Overlegcommissie;
  2° het beroepsprofiel dat diende voor het vaststellen van de bevoegdheden van de afdeling stemt overeen met een beroep waarvoor geen overeenstemming bestaat in de lijst van de gegroepeerde opties van het secundair onderwijs met volledig leerplan;
  3° de in artikel 75 van het decreet bepaalde procedure leidt er niet toe dat de Regering een door de betrokken bekwaamheidsbewijzen bekrachtigd geheel van vaardigheden gelijkwaardig verklaart.
  Wanneer de betrokken afdeling bij het lager secundair onderwijs ingedeeld is, wordt het bewijs als volgt opgesteld : " Kwalificatiegetuigschrift voor ... " gevolgd door de benaming van de afdeling, vermeld in het goedgekeurde pedagogisch dossier van de betrokken afdeling, gevolgd door " eigen aan het lager secundair onderwijs voor sociale promotie ".
  Wanneer de betrokken afdeling bij het hoger secundair onderwijs ingedeeld is, wordt het bewijs als volgt opgesteld : " Kwalificatiegetuigschrift voor ... " gevolgd door de benaming van de afdeling, vermeld in het goedgekeurde pedagogisch dossier van de betrokken afdeling, gevolgd door " eigen aan het hoger secundair onderwijs voor sociale promotie ".
  De benaming van de afdeling verwijst naar het bedoelde beroepsprofiel.
  § 2. Een specifiek bekwaamheidsbewijs wordt ook uitgereikt aan de student die een afdeling beëindigt die niet in hoofdstuk III bedoeld is, niet rechtstreeks doelt op een beroepsprofiel en ten minste 900 lesuren onderwijsactiviteiten omvat.
  Wanner de in lid 1 bedoelde afdeling bij het lager secundair onderwijs ingedeeld is, wordt het bewijs als volgt opgesteld : " Getuigschrift voor ... ", gevolgd door de benaming van de afdeling, vermeld in het goedgekeurde pedagogisch dossier van de betrokken afdeling, gevolgd door " eigen aan het lager secundair onderwijs voor sociale promotie ".
  Wanneer de in lid 1 bedoelde afdeling bij het hoger secundair onderwijs ingedeeld is, wordt het bewijs als volgt opgesteld : " Getuigschrift voor ... ", gevolgd door de benaming van de afdeling, vermeld in het goedgekeurde pedagogisch dossier van de betrokken afdeling, gevolgd door " eigen aan het hoger secundair onderwijs voor sociale promotie ".

HOOFDSTUK III. - Overeenstemmende studiebewijzen.
Art.5. Een bekwaamheidsbewijs dat overeenstemt met een kwalificatiegetuigschrift uitgereikt door het secundair onderwijs met volledig leerplan wordt uitgereikt aan de student die met vrucht een afdeling beëindigt waarvan het pedagogisch dossier door de Regering werd goedgekeurd, en wanneer de in artikel 75 van het decreet bepaalde procedure ertoe leidt dat de Regering verklaart dat dit bewijs een geheel van vaardigheden bekrachtigt, gelijkwaardig met het geheel van vaardigheden, bekrachtigd door één van de kwalificatiegetuigschriften die door het secundair onderwijs met volledig leerplan worden uitgereikt.
  Het overeenstemmende bekwaamheidsbewijs wordt als volgt opgesteld : " Kwalificatiegetuigschrift voor ... " gevolgd door de benaming van de afdeling, vermeld in het goedgekeurde pedagogisch dossier van de betrokken afdeling, gevolgd door " overeenstemmend met het kwalificatiegetuigschrift ", gevolgd door het niveau van het bekwaamheidsbewijs uitgereikt door het secundair onderwijs met volledig leerplan waarvoor de overeenstemming erkend werd door de Regering na afloop van de in artikel 75 van het decreet bepaalde procedure.
  De benaming van de afdeling verwijst naar het bedoelde beroepsprofiel, bepaald door de Hoge Raad van het onderwijs voor sociale promotie.
  De hierboven bedoelde overeenstemmingsniveaus zijn die van artikel 26, § 1, 3° of 4° of 5° van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, zoals gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 juli 1985 en 1 juni 1987, bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 30 augustus 1989 en bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap d.d. 19 juli 1993.

Art.6.§ 1. Overeenkomstig artikel 6, § 3 van de wetten op het toekennen van de akademische graden en het programma van de universitaire examens gecoördineerd bij het besluit van de Regent d.d. 31 december 1949, zoals gewijzigd bij het decreet d.d. 16 april 1991, wordt het getuigschrift dat overeenstemt met het getuigschrift van hoger secundair onderwijs, uitgereikt aan de studenten die :
  1° één van de afdelingen beëindigd hebben die tot dat getuigschrift leiden en waarvan het pedagogisch dossier goedgekeurd werd door de Regering. De pedagogische dossiers van die afdelingen worden aan de in artikel 75 van dit decreet bepaalde procedure onderworpen;
  2° of in het bezit zijn van één van de hierboven in artikel 4, § 1, 2° of in artikel 5 van dit besluit bedoelde bekwaamheidsbewijzen van het hoger secundair onderwijs voor sociale promotie uitgereikt na het beëindigen van een van de afdelingen " aanvulling - getuigschrift van hoger secundair onderwijs ".
  [1 3° in het bezit zijn van een kwalificatiegetuigschrift uitgereikt door het secundair onderwijs met volledig leerplan en één van de bekwaamheidsbewijzen uitgereikt na het beëindigen van één van de afdelingen " aanvulling- getuigschrift van hoger secundair onderwijs ".]1
  [2 4° In het bezit zijn van een kwalificatiegetuigschrift dat overeenstemt met een kwalificatiegetuigschrift van het leerplichtonderwijs uitgereikt door het " Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises " of de " Service Formation petites et moyennes entreprises " opgericht binnen de Diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie en van één van de bekwaamheidsbewijzen uitgereikt na één van de afdelingen "aanvullend-getuigschrift voor hoger secundair onderwijs".]2
  § 2. Wanneer het geheel van de opleidingseenheden die leiden tot het in dit artikel bedoelde getuigschrift, voortvloeit uit het geheel van de samenstellende eenheden van één van de in artikel 4, § 1, 2° bedoelde afdelingen en van één van de afdelingen " aanvulling - getuigschrift van hoger secundair onderwijs ", dan wordt het geheel van de pedagogische dossiers van het geheel van de eenheden van deze twee afdelingen aan de in artikel 75 van het decreet bepaalde procedure onderworpen.
  Wanneer het geheel van de opleidingseenheden die leiden tot het in dit artikel bedoelde getuigschrift, voortvloeit uit het geheel van de samenstellende eenheden van één van de in artikel 5 bedoelde afdelingen en van één van de afdelingen " aanvulling - getuigschrift van hoger secundair onderwijs ", dan wordt enkel het pedagogisch dossier van de afdeling " aanvulling - getuigschrift van hoger secundair onderwijs " aan de in artikel 75 van het decreet bepaalde procedure onderworpen.
  § 3. De bekwaamheidsbewijzen uitgereikt aan de leerlingen die voldoen aan de voorwaarden 1° of 2° van § 1 worden als volgt opgesteld : " getuigschrift dat overeenstemt met het getuigschrift van hoger secundair onderwijs ".
  ----------
  (1)<BFG 2011-03-31/27, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 20-05-2011>
  (2)<BFG 2011-11-10/19, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 23-01-2012>

Art.7. § 1. Het getuigschrift dat overeenstemt met het getuigschrift van lager secundair onderwijs mag uitgereikt worden :
  1° aan de studenten die met goed gevolg een van de afdelingen die tot dit getuigschrift leiden en waarvan het pedagogisch dossier door de Regering werd goedgekeurd, beëindigd hebben. De pedagogische dossiers van deze afdelingen worden aan de in artikel 75 van dit decreet bepaalde procedure onderworpen;
  2° aan de studenten die in het bezit zijn van één van de bekwaamheidsbewijzen nadat zij één van de afdelingen bedoeld in artikel 4, § 1, 2° van dit besluit bezocht hebben, en van één van de bekwaamheidsbewijzen uitgereikt nadat zij één van de afdelingen " aanvulling - getuigschrift van lager secundair onderwijs " hebben bezocht.
  Het geheel van de pedagogische dossier van de samenstellende opleidingseenheden van die afdelingen wordt aan de in artikel 75 van het decreet bepaalde procedure onderworpen;
  3° aan de studenten die dit getuigschrift niet bezitten, op beslissing van de Studieraad, vergaderd voor het uitreiken van het getuigschrift dat met het getuigschrift van hoger secundair onderwijs aan diezelfde studenten overeenstemt.
  § 2. De in § 1 bedoelde bekwaamheidsbewijzen luiden als volgt : " Getuigschrift dat met het getuigschrift van lager secundair onderwijs overeenstemt ".

Art.8. Een getuigschrift dat met het basisstudiegetuigschrift overeenstemt, wordt uitgereikt aan de leerlingen die niet in het bezit hiervan zijn en die :
  1° met goed gevolg een geheel van opleidingseenheden ingedeeld bij het lager secundair onderwijs hebben beëindigd, die ten minste 120 lestijden omvatten in drie studiegebieden waaronder :
  . wiskunde;
  . Frans.
  Bovendien moeten de vereiste voorafgaande vaardigheden van bovenvermelde opleidingseenheden ten minste op het minimaal kennispeil staan van een leerling van het onderwijs met volledig leerplan aan wie het basisstudiegetuigschrift wordt uitgereikt;
  2° met goed gevolg een geheel van opleidingseenheden ingedeeld bij het lager secundair onderwijs hebben beëindigd, waarvan het geheel van de eindvaardigheden drie studiegebieden bestrijkt waaronder :
  . wiskunde;
  . Frans.
  Mogen slechts in dat geval in aanmerking komen de opleidingseenheden waarvan het pedagogische dossier, door de Regering goedgekeurd, als een van de bijzondere eindtermen het verwerven van vaardigheden op het niveau van het basisstudiegetuigschrift vermeldt, in een of meer van bovenbedoelde studiegebieden.
  Het in dit artikel bedoelde bekwaamheidsbewijs luidt als volgt : " Getuigschrift dat met het basisstudiegetuigschrift overeenstemt ".

HOOFDSTUK IV. - Getuigschrift van beheerkennis.
Art.9. Het getuigschrift van beheerkennis wordt uitgereikt aan de leerlingen die hebben voldaan aan de eisen van het programma bepaald in het koninklijk besluit van 25 februari 1971, zoals gewijzigd, tot vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen van de wet van 15 december 1970 op de uitoefening van beroepswerkzaamheden in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen.

HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art.10. § 1. Het getuigschrift dat overeenstemt met het getuigschrift van hoger secundair onderwijs wordt ter homologatie voorgelegd.
  § 2. De getuigschriften van het secundair onderwijs die niet bedoeld zijn in § 1, mogen aan hun titularis pas uitgereikt worden wanneer ze bekleed zijn met het zegel van het Ministerie van Onderwijs, Onderzoek en Vorming en met de handtekening van de Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort, of van zijn gemachtigde.

Art.11. De Minister van de Franse Gemeenschap tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort, stelt de modellen vast van de door het secundair onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1 uitgereikte getuigschriften.

Art. 12. De Minister van de Franse Gemeenschap tot wiens bevoegdheid het Onderwijs voor Sociale Promotie behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 18 juli 1994.
  Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
  De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Jeugdzorg en Internationale Betrekkingen,
  M. LEBRUN