Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

28 FEBRUARI 1994. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het toezicht op de afwezigheid van de personeelsleden van het onderwijs van de Franse Gemeenschap en de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs. (Vertaling)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-11-2015 en tekstbijwerking tot 17-11-2015)



Inhoudstafel:


Art. 1-5, 5bis, 6-7
BIJLAGEN.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder " personeelslid " :
  1° de personeelsleden, die onderworpen zijn aan de wet van 22 juni 1964 betreffende het statuut van de personeelsleden van het Rijksonderwijs;
  2° de personeelsleden gesubsidieerd bij toepassing van de wet dd 20 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving;
  3° de personeelsleden gesubsidieerd bij toepassing van de wet van 1 januari 1960 betreffende de diensten voor studie- en beroepsoriëntering en de psycho-medisch-sociale centra.

Art.2. § 1. Om het bedrag van de wedden of van de weddetoelagen die de Gemeenschap aan de personeelsleden moet uitbetalen, te bepalen, houdt de inrichtende macht of haar gemachtigde een register bij, waarin ze elke dag, vanaf het eerste lesuur, de naam en het stamnummer inschrijft van de afwezige personeelsleden die, volgens hun dienstregeling, in dienst moeten zijn.
  Voor de personeelsleden wier eerste dienstuur niet met het eerste lesuur van de inrichting samenvalt, wordt het register uiterlijk in de loop van hun eerste dienstuur aangevuld.
  Zo ook wordt elke afwezigheid, van een personeelslid in de loop van de dag, in het uur tijdens welk ze zich voordoet, in het register ingeschreven.
  § 2. Het register omvat jaarlijkse en dagelijkse staten.
   Elke door het reglement gerechtvaardigde afwezigheid waarvan de aanvankelijk voorziene duur hoger is dan één maand, wordt in de jaarlijkse staten van het register vermeld.
  In dit geval worden de voorziene duur en de reden van de afwezigheid vermeld. Het werkelijke einde van de afwezigheid wordt op dezelfde wijze vermeld.
  Elke door het reglement gerechtvaardigde afwezigheid die een volle maand duurt, wordt in de dagelijkse staten slechts op de eerste dag van de maand vermeld. In dat geval worden de voorziene duur en de reden van de afwezigheid vermeld.
  § 3. Elke staat bevat een kolom voor de bemerkingen tot rechtvaardiging van de afwezigheden.
  Uiterlijk bij zijn terugkeer in de inrichting mag elk personeelslid elk element ter rechtvaardiging van zijn afwezigheid in de voor de bemerkingen bestemde kolom doen akteren. Hij (zij) mag ter rechtvaardiging een aanvullend document overhandigen, dat bij het register wordt gevoegd.
  § 4. Het overeenkomstig bijgaand model opgemaakte register wordt door het bestuur aan elke inrichting verstrekt. Het wordt zo bijgehouden dat de materiële continuïteit alsmede het regelmatig en onomkeerbaar karakter van de geschriften wordt gewaarborged.
  § 5. Het register wordt ter beschikking gesteld van de met het toezicht belaste dienst, ten administratieven zetel van elke inrichting.

Art.3. De inrichtende macht of haar gemachtigde neemt de nodige maatregelen om het toezicht op de werkelijke aanwezigheid van de personeelsleden door de met een kontroletaak belaste personen mogelijk te maken.

Art.4. De inrichtende macht of haar gemachtigde deelt vanaf de eerste dag elke afwezigheid wegens ziekte aan de met het toezicht op deze afwezigheid belaste dienst mee.
  Ze deelt deze dienst onverwijld elk nieuw gegeven betreffende de betrokken afwezigheid mee.

Art.5. § 1. De inrichtende macht of haar gemachtigde zendt de dienst, overeenkomstig de door de Minister vastgestelde voorwaarden, een lijst van de personeelsleden, afwezig wegens ziekte, gebrekkigheid, bevallingsverlof of arbeidsongeval, en de staat van de volgens het reglement gerechtvaardigde afwezigheden over.
  § 2. Op de laatste werkdag van elke maand sluit de inrichtende macht of haar gemachtigde de lijst van de volgens het reglement niet-gerechtvaardigde afwezigheden af. Ze zendt die lijst binnen de eerste zeven werkdagen van de eerstvolgende maand aan de betrokken dienst over. De lijst wordt opgemaakt volgens het bij dit besluit gevoegde model.
  Voor de toepassing van dit besluit is een volgens het reglement niet-gerechtvaardigde afwezigheid elke afwezigheid die op geen van de in de bijlage vermelde redenen berust.
  Elke reden, die overeenkomstig artikel 2, § 3, 2e lid, door het personeelslid wordt aangevoerd, wordt vermeld. Desnoods mag een omstandige uitleg bij de lijst worden gevoegd, inzonderheid om te stellen dat de afwezigheid met een volgens het reglement verantwoorde afwezigheid mag worden gelijkgesteld.
  Indien het personeelslid geen opmerking in het register deed akteren, bevestigt de inrichtende macht of haar gemachtigde dat die mogelijkheid hem werd geboden.
  § 3. De in de voorgaande paragrafen bedoelde lijsten stemmen helemaal overeen met de aanwijzingen aangebracht in het in artikel 2 bedoelde register.
  § 4. Wanneer geen afwezigheid in het register werd vermeld, wordt de staat met de melding " nihil " overgezonden.

Art. 5bis. [1 § 1. De inrichtende macht of zijn afgevaardigde bezorgt de dienst waartoe de inrichting behoort en volgens de nadere regels bepaald door de Minister, een lijst van de personeelsleden die afwezig zijn wegens staking.
   § 2. De inrichtende macht of zijn afgevaardigde stelt de lijst van de personeelsleden op die afwezig zijn wegens staking zodra deze gedaan is en bezorgt ze zo vlug mogelijk en ten laatste binnen de volgende vijf werkdagen aan de administratieve dienst waartoe de inrichting behoort; deze lijst wordt opgesteld volgens het model van bijlage 5 van dit besluit.
   Een omstandige uitleg mag, in voorkomend geval, bij de lijst worden gevoegd, inzonderheid om te stellen dat de afwezigheid met een volgens het reglement verantwoorde afwezigheid mag worden gelijkgesteld.
   Indien het personeelslid geen opmerking in het register deed noteren, bevestigt de inrichtende macht of zijn afgevaardigde dat die mogelijkheid hem werd geboden.
   § 3. De lijsten bedoeld in de vorige paragrafen stemmen helemaal overeen met de aanwijzingen aangebracht in het in artikel 2 bedoelde register.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2015-10-21/13, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2015>


Art.6. Dit besluit treedt op 28 februari 1994 in werking.

Art.7. De Minister van Hoger Onderwijs en de Minister van Onderwijs zijn, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N. (geen vertaling, zie Franse versie).