26 MEI 1994. - Besluit van de Waalse Regering tot oprichting van een toezichtsgebied voor de bescherming van het koolzuurhoudende water van Stoumont en omgeving <VERTALING>.
Art. 1-5
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
Artikel 1. Het toezichtsgebied van de vindplaats van koolzuurhoudend water van Stoumont en omgeving is afgebakend door de omtrek waarvan de in coördinaten Lambert 1972 gedigitaliseerde bakens in bijlage I zijn bepaald.
Art.2. Binnen het aldus uitgebreide gebied mag, zonder voorafgaande vergunning van de Waalse Regering, geen van de hiernavermelde werkzaamheden worden ondernomen die het debiet van de bronnen zouden kunnen verminderen of de kwaliteit van hun water zouden kunnen aantasten : draineringen, boringen, putboringen, ondergrondse werken, opgravingen dieper dan 3 meter, wijzigingen van het bekenregime, van de afvoer van oppervlaktewater en van de huidige ligging van moffetten van koolzuur.
Art.3. Binnen dat gebied mogen de uitgestrooide hoeveelheden stikstoffen, met inbegrip van het mest van septische putten, de in bijlage II vermelde maximumdosissen niet overschrijden en mogen de hoeveelheden gestrooide pesticiden en gelijkgestelde produkten de op de verpakking vermelde dosissen niet overschrijden; daarenboven worden gepaste restrictieve maatregelen genomen indien de concentratie van pesticiden en gelijkgestelde produkten in het ontvangende water de voor het drinkwater vastgestelde maximumconcentraties overschrijdt.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art.5. De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 26 mei 1994.
De Minister-President van de Waalse Regering,
belast met Economie, KMO's, Externe Betrekkingen en Toerisme,
R. COLLIGNON
De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw,
G. LUTGEN
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage I. Lijst van de coördinaten van de voornaamste gedigitaliseerde toppen van de omtrek van het toezichtsgebied <Tabellen niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 14-09-1994, p. 23309-23310>.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 26 mei 1994 tot oprichting van een toezichtsgebied voor de bescherming van het koolzuurhoudende water van Stoumont en omgeving.
Namen, 26 mei 1994.
De Minister-President van de Waalse Regering,
belast met Economie, KMO's, Externe Betrekkingen en Toerisme,
R. COLLIGNON
De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw,
G. LUTGEN
Art. N2. Bijlage II. Maximale stikstof houdende bodembemesting volgens soort gebouwing <Tabellen niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 14-09-1994, p. 23310-23311>.
Wanneer er productie van mest is, kan men een jaarlijkse toevoer van 12 tot 13 t per ha en per jaar als normaal beschouwen. Deze toevoer van mest gebeurt meestal in één keer in het begin van de wisselcyclus, d.w.z. in het geheel ca. 40 t voor een driejarige wisseling, wat in geval van verspreiding van mest, met een gemiddelde toevoer van 200-210 kg/ha/3 jaar organische stikstoffen overeenstemt.
Dezelfde hoeveelheid stikstof kan ook met 45 t runderaalt, 35 t varkensaalt ofwel 22 t aalt van pluimvee worden bereikt.
Maximale stikstofhoudende bodembemesting op maai- of grasweide :
In weiden wordt de toevoer van een hoeveelheid dierlijke meststoffen overeenstemmend met ca. 200 kg/ha stikstof gevolgd door meerdere over de tijd verspreide verspreidingsbeurten van 40 tot 50 kg/ha minerale meststoffen, waarbij men een totale hoeveelheid van 350 kg/ha per jaar niet mag overschrijden.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 26 mei 1994 tot oprichting van een toezichtsgebied voor de bescherming van het koolzuurhoudende water van Stoumont en omgeving.
Namen, 26 mei 1994.
De Minister-President van de Waalse Regering,
belast met Economie, KMO's, Externe Betrekkingen en Toerisme,
R. COLLIGNON
De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw,
G. LUTGEN