22 NOVEMBER 1994. - KONINKLIJK BESLUIT tot bepaling van de taken van de Kas voor betaalde verlofdagen in het Belgisch voedingsbedrijf (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-04-2013 en tekstbijwerking tot 18-04-2013)
Art. 1-5
Artikel 1. De Kas voor betaalde verlofdagen in het Belgisch voedingsbedrijf, opgericht bij het koninklijk besluit van 31 maart 1939 heeft als opdracht de betaling te verzekeren van het vakantiegeld, dat verschuldigd is aan de loonarbeiders van de werkgevers die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren.
De in het eerste lid bedoelde werkgevers kunnen naar eigen keuze aansluiten, hetzij bij de in het eerste lid bedoelde Kas, hetzij bij de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie.
Art.2.De in artikel 1 bedoelde Kas heeft bovendien als opdracht om, met uitsluiting van elk ander vakantiefonds de betaling te verzekeren van het vakantiegeld, dat verschuldigd is aan de loonarbeiders van de werkgevers die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, [1 van het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, van het Paritair Comité voor de landbouw en van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf]1.
----------
(1)<KB 2013-04-03/12, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
Art.3. Het koninklijk besluit van 2 februari 1983 tot bepaling van de taken van de Kas voor betaalde verlofdagen in het Belgisch voedingsbedrijf wordt opgeheven.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1994.
Art. 5. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 november 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN