4 OKTOBER 1994. - Koninklijk besluit betreffende de afschaffing van het Handelskantoor en de Drogerij van boszaden van de Staat en van de vermogens met rechtspersoonlijkheid opgericht bij bepaalde Rijksstations voor landbouwkundig onderzoek.
Art. 1-8
Artikel 1. § 1. Het Handelskantoor en de Drogerij van boszaden van de Staat te Groenendaal, hierna genoemd " de diensten ", worden afgeschaft.
§ 2. De vermogens met rechtspersoonlijkheid opgericht bij het Rijksstation voor bos- en hydrobiologisch onderzoek te Groenendaal, het Rijksstation voor populierenteelt te Geraardsbergen en het Rijksstation voor houttechnologie te Gembloers, hierna genoemd " de vermogens ", worden afgeschaft.
Art.2. Alle taken van de diensten en de vermogens worden overgedragen naar het Vlaamse Gewest, naar het Waalse Gewest en naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ieder wat hem betreft.
Art.3. De goederen, rechten en verplichtingen van de diensten en van de vermogens worden aan de Gewesten, ieder wat hem betreft, overgedragen op 1 januari 1991.
Die overdrachten gebeuren op basis van de balans opgemaakt op 31 december 1990 zoals zij werd goedgekeurd en van de inventaris opgemaakt op 11 maart 1991 zoals hij werd goedgekeurd.
Art.4. § 1. Naar het Vlaamse Gewest worden overgedragen, al het materiaal van het Rijksstation voor populierenteelt te Geraardsbergen, al het materiaal en de stock van zaden in koelkast van het Handelskantoor en de Drogerij van boszaden van de Staat te Groenendaal en de som van 8 193 356 frank.
§ 2. Naar het Waalse Gewest worden overgedragen, al het materiaal van het Rijksstation voor houttechnologie te Gembloers en de som van 7 539 002 frank.
§ 3. Naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt de som van 1 279 761 frank overgedragen.
Art.5. Deze goederen worden overgedragen in de staat waarin zij zich bevinden.
Art.6. Alle handelingen betreffende de goederen, rechten en verplichtingen bedoeld in de artikelen 3 en 4 verricht door de diensten en de vermogens, binnen de grenzen van een deugdelijk en redelijk beheer gedurende de periode tussen 1 januari 1991 en de datum van bekendmaking van dit besluit worden geacht te zijn verricht in naam en voor rekening van het Gewest waaraan deze goederen, rechten en verplichtingen zijn toegewezen.
Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekengemaakt wordt met uitzondering van artikel 1 dat zes maanden na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad in werking treedt.
Art. 8. Onze Eerste Minister en Onze Minister van Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 oktober 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Eerste Minister,
J.-L. DEHAENE
De Minister van Landbouw,
A. BOURGEOIS