Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

19 SEPTEMBER 1994. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement betreffende het beheer van het Begrotingsfonds voor de produktie en de bescherming van planten en plantaardige produkten. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-11-1995 en tekstbijwerking tot 24-12-2015)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Beheer.
Afdeling 1. - Algemeen.
Art. 1
Afdeling 2. - Ontvangsten.
Art. 2-4
Afdeling 3. - Uitgaven.
Art. 5-6
HOOFDSTUK II. - Comptabiliteit.
Art. 7-8
HOOFDSTUK III. - Toezicht.
Art. 9-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1995016228  2015003420 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Beheer.
Afdeling 1. - Algemeen.
Artikel 1. Het Begrotingsfonds voor de produktie en de bescherming van planten en plantaardige produkten wordt beheerd door de Minister van Landbouw die zijn bevoegdheid inzake de inning der ontvangsten alsmede inzake de goedkeuring en de uitvoering der uitgaven van het Fonds mag overdragen.
  De overdracht van deze bevoegdheden mag slechts gedaan worden aan ambtenaren van het (Bestuur voor de Kwaliteit van de Grondstoffen en de Plantaardige sector (DG 4)), die ten minste titularis zijn van de graad van hoofdingenieur-directeur (rang 13). <KB 1995-10-06/35, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 10-12-1995>

Afdeling 2. - Ontvangsten.
Art.2.Overeenkomstig artikel 73 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, wijst de Minister van Landbouw een gewone rekenplichtige aan en beslist een rekening te openen bij het Bestuur der Postchecks.
  Deze rekenplichtige heeft als taak de opbrengsten van het Fonds te innen evenals mogelijke ontvangsten voor orde en heeft als plicht geregeld zijn kasvoorraad aan de Schatkist te storten, met vermelding van de gepaste thesaurierekening.
  Met uitzondering van de uitgaven voor orde, zijn de stortingen aan de Schatkist de enige uitgaven die de gewone rekenplichtige moet doen.
  De budgettaire aanrekening van de door de gewone rekenplichtige uitgevoerde ontvangsten gebeurt door [1 de Algemene Administratie van de Thesaurie]1 op grond van de maandelijkse of driemaandelijkse staten van de ontvangsten en de uitgaven die door de rekenplichtige worden toegezonden.
  Als gevolg van deze aanrekening wordt het bedrag verhoogd van het veranderlijke krediet dat kan worden aangewend om de uitgaven van het Fonds te bekostigen.
  De gewone rekenplichtige moet ook jaarlijks een beheersrekening voorleggen aan het Rekenhof.
  ----------
  (1)<KB 2015-11-19/07, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 03-01-2016>

Art.3. De inning van verplichte bijdragen of administratieve geldboeten in uitvoering van een vonnis kan, bij beslissing van de Minister van Landbouw, aan de Administratie van de BTW Registratie en Domeinen opgedragen worden.

Art.4. De ontvangsten welke voortkomen van de terugvorderingen van uitgaven ten laste van het Fonds worden gestort op de rekening geopend ten behoeve van het Fonds overeenkomstig artikel 2 van dit besluit. Dit geldt eveneens voor de terugbetaling van overtollige fondsenvoorschotten verleend in toepassing van het artikel 5.

Afdeling 3. - Uitgaven.
Art.5. De Minister van Landbouw kan fondsenvoorschotten verlenen ten laste van de veranderlijke kredieten van het Begrotingsfonds.

Art.6. Indien de Minister van Landbouw fondsenvoorschotten verleent ten laste van de veranderlijke kredieten van het Fonds, worden de uitgaven betaald door een buitengewone rekenplichtige. De Minister van Landbouw wijst deze buitengewone rekenplichtige aan en beslist een bijkomende rekening te openen bij het Bestuur der Postchecks.

HOOFDSTUK II. - Comptabiliteit.
Art.7. Bij het (Bestuur voor de Kwaliteit van de Grondstoffen en de Plantaardige sector (DG 4)) wordt een comptabiliteit gehouden van ontvangsten en uitgaven van het Fonds. <KB 1995-10-06/35, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 10-12-1995>
  De comptabiliteit van het Fonds heeft betrekking op de registratie en verantwoording van het gebruik van de terbeschikking gestelde kredieten.

Art.8. De Minister van Landbouw laat, bij het verstrijken van ieder trimester een staat opmaken waarin de ontvangsten en uitgaven van het Fonds gezamenlijk opgetekend zijn vanaf 1 januari van het jaar waarop hij betrekking heeft. Het saldo op 31 december van het vorig jaar vormt de eerste post op die staat.

HOOFDSTUK III. - Toezicht.
Art.9. De comptabiliteitsinspecteur van het Ministerie van Landbouw kan belast worden met het nazicht van de verrichtingen en inzonderheid van de in artikel 5 van dit besluit bedoelde fondsvoorschotten.
  Hij heeft in de uitvoering van zijn opdracht alle recht van onderzoek.
  Hij mag zich alle verantwoordingen en bewijsstukken welke hij nodig acht doen voorleggen.
  Eenmaal per jaar brengt hij verslag uit bij de Minister van Landbouw over zijn toezicht. Hij geeft echter ten spoedigste kennis van alle tekortkomingen die hij zou hebben vastgesteld.

Art. 10.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.