4 JANUARI 1994. - Ministerieel besluit houdende de vaststelling en de werking van de Commissie opgericht bij het koninklijk besluit van 6 oktober 1993 betreffende de toepassing van de extra heffing in de sector melk en zuivelprodukten.
Art. 1-13
Artikel 1. De zetel van de Commissie bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 6 oktober 1993 betreffende de toepassing van de extra heffing in de sector melk en zuivelprodukten, en Comipar genoemd, is gevestigd te Brussel.
Art.2. § 1. De Commissie is samengesteld :
A) uit acht permanente leden, te weten :
1. voor de privé-sector :
a) twee vertegenwoordigers van de Belgische Boerenbond;
b) één vertegenwoordiger van de " Alliance agricole belge ";
c) één vertegenwoordiger van de " Entente syndicale UPA-UDEF ";
2. voor de overheidssector :
a) één vertegenwoordiger van de Waalse regering;
b) één vertegenwoordiger van de Vlaamse regering;
c) twee vertegenwoordigers van het Ministerie van Landbouw, respectievelijk behorend tot de Nederlandse taalrol en tot de Franse taalrol;
B) uit twee geassocieerde leden, te weten :
voor de overheidssector : twee vertegenwoordigers van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, respectievelijk behorend tot de Nederlandse taalrol en tot de Franse taalrol.
§ 2. De twee geassocieerde leden nemen deel aan de werkzaamheden van de Commissie elke keer dat deze gehouden is zijn studie te wijden aan overdrachten van referentiehoeveelheden die betrekking hebben op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art.3. De vertegenwoordigers van de groep privésektor worden benoemd op een dubbele lijst voorgedragen door hun respectievelijke organisaties.
De vertegenwoordigers van de regionale regeringen worden benoemd op voorstel van elke betrokken regering.
De vertegenwoordigers van het Ministerie van Landbouw worden benoemd onder de ambtenaren van het departement van Landbouw of van de Nationale Zuiveldienst.
Er worden evenveel plaatsvervangers benoemd als effectieve leden. Zij worden voorgesteld, voorgedragen en benoemd volgens dezelfde regels als de effectieve leden.
Art.4. De Minister van Landbouw benoemt de effectieve leden en de plaatsvervangers voor een termijn van vier jaar. Het mandaat is hernieuwbaar. Het mandaat vervalt van rechtswege wanneer het lid ophoudt deel uit te maken van de organisatie die hem heeft voorgedragen of van de administratie die hij vertegenwoordigt.
Het ontslagnemend lid blijft in functie tot aan zijn vervanging.
Er wordt voorzien in de vervanging van vacante mandaten overeenkomstig de bepalingen van artikel 3.
Het nieuwe lid voltooit het mandaat van zijn voorganger.
Art.5. De voorzitter alsook de plaatsvervangende voorzitter worden benoemd door de Minister van Landbouw onder de vertegenwoordigers van het Ministerie van Landbouw. De voorzitter stelt de plaatsen, de data en de uren van de vergaderingen alsook de dagorde vast. Hij leidt de werkzaamheden van de Commissie en ondertekent de processen-verbaal en adviezen of voorstellen.
Art.6. Het secretariaat van de Commissie wordt verzekerd door ambtenaren van de Nationale Zuiveldienst. De secretaris woont de vergaderingen bij en maakt het proces-verbaal op. Hij is niet stemgerechtigd.
De secretaris stuurt de effectieve leden iedere maand :
1° een statistisch overzicht van de evolutie van de overdrachten van de afgelopen maand, met vermelding van het aantal ingediende aanvragen en van deze waarvan de registratie ofwel aanvaard is, ofwel opgeschort is, ofwel geweigerd is, en in voorkomend geval de motieven van de weigering;
2° een gecomputeriseerde listing van de geregistreerde overdrachten gedurende dezelfde maand met uitsplitsing van de overgedragen hoeveelheden alsook van de localisering en van de zone van de produktie-eenheden die in overweging worden genomen in het verloop van het onderzoek van de aanvragen van registratie.
Art.7. De Commissie vergadert op schriftelijke bijeenroeping van de secretaris. Deze bijeenroeping wordt minstens acht dagen vóór de vergadering aan de effectieve leden gestuurd en vermeldt de dagorde.
In geval van verhindering nodigt het effectieve lid zonder verwijl zijn plaatsvervanger uit om deel te nemen aan de vergadering.
Art.8. De Commissie vergadert minstens vier keer per jaar in gewone zitting. Zij vergadert in buitengewone zitting telkens wanneer zij daartoe uitgenodigd wordt door de Minister van Landbouw of iedere keer dat vier van haar leden er gezamenlijk om vragen aan de voorzitter.
Art.9. De voorstellen en adviezen worden slechts geldig aangenomen indien zij, in elk van de twee groepen overheidssektor en privésektor, de absolute meerderheid van de leden behalen.
Elk lid beschikt over één stem.
Niettemin wanneer de geassocieerde leden deelnemen aan de stemming, worden de stemmen van de leden bedoeld bij artikel 2, § 1, sub A), 2, a en b, verdubbeld en van deze sub A), 2, c, verdrievoudigd.
Art.10. De Commissie kan, bij beslissing aanvaard met de meerderheden voorzien bij artikel 9, deskundigen niet-leden zonder stemgerechtigde stem raadplegen en uitnodigen en kan alle informatie i.v.m. het onderwerp van haar werkzaamheden verzamelen.
Art.11. De adviezen en voorstellen van de Commissie, alsook de processen-verbaal van de vergaderingen worden door het secretariaat overgemaakt aan de Minister van Landbouw.
Art.12. De leden waken er over om geen enkel gegeven noch informatie ontvangen in de schoot van de Commissie bekend te maken.
Art. 13. Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.