22 FEBRUARI 1994. - Koninklijk besluit tot vaststelling met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de graden van de ambtenaren van de carrière Buitenlandse Dienst en van de Kanselarijcarrière, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-02-1994 en tekstbijwerking tot 26-02-1999)
Art. 1-2
Artikel 1. Met het oog op de toepassing, op de ambtenaren van de carrière Buitenlandse Dienst en van de Kanselarijcarrière, onderworpen aan het koninklijk besluit van 25 april 1956 tot vaststelling van het statuut der personeelsleden van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 juli 1993, van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, worden de verschillende graden die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen vastgesteld als volgt :
1e trap :
eerste administratieve klasse van de carrière Buitenlandse Dienst;
tweede administratieve klasse van de carrière Buitenlandse Dienst;
2e trap :
derde administratieve klasse van de carrière Buitenlandse Dienst;
eerste administratieve klasse van de Kanselarijcarrière;
3e trap :
vierde administratieve klasse van de carrière Buitenlandse Dienst;
tweede administratieve klasse van de Kanselarijcarrière;
(4e trap : -;
5e trap :
derde en vierde administratieve klasse van de Kanselarijcarrière.) <KB 1999-02-04/47, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-03-1999>
Art. 2. Onze Minister van Buitenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 februari 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W. CLAES