18 NOVEMBER 1994. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van de richtlijn 88/599/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 november 1988 betreffende standaardprocedures voor de controle op de toepassing van verordening (EEG) nr 3820/85 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en verordening (EEG) nr 3821/85 betreffende het controleapparaat in het wegverkeer.
Art. 1-5
Artikel 1. Met de controle bedoeld in artikel 2 van de richtlijn 88/599/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 november 1988 betreffende standaardprocedures voor de controle op de toepassing van verordening (EEG) nr 3820/85 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en verordening (EEG) nr 3821/85 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer worden belast :
1° het personeel van de rijkswacht;
2° het personeel van de gemeentepolitie;
3° de ambtenaren en beambten van het Bestuur van het Vervoer te Land die met een opdracht van gerechtelijke politie zijn belast;
4° de ambtenaren en beambten van het Hoog Comité van Toezicht, die met een opdracht van gerechtelijke politie zijn belast;
5° de leden van het douanepersoneel in uniform bij de uitoefening van hun functie;
6° de sociale inspecteurs en de controleurs van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
Ten einde de minimumresultaten te behalen die zijn opgelegd in artikel 2 van genoemde richtlijn, wordt geregeld overleg georganiseerd onder de instanties bedoeld in het eerste lid, op initiatief en onder leiding van het Bestuur bevoegd voor het vervoer te land bij het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur.
Art.2. De organisatie van de gecoördineerde speerpuntacties bedoeld in artikel 5 van de richtlijn 88/599/EEG geschiedt door bemiddeling van het Bestuur bevoegd voor het vervoer te land bij het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur.
Art.3. Met het oog op het verstrekken aan de Commissie van de Europese Unie van de gegevens betreffende het aantal en de aard van de in België uitgevoerde controles, alsmede de uitwisseling van gegevens als bedoeld in artikel 6 van de richtlijn 88/599/EEG, zenden de in artikel 1, eerste lid, genoemde instanties de in hun bezit zijnde gegevens aan het Bestuur bevoegd voor het vervoer te land bij het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur.
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. Onze Minister tot wiens bevoegdheid het wegvervoer behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 november 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven,
E. DI RUPO