Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 JULI 1994. - Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het eerste bijvoegsel bij het eerste beheerscontract van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen.



Inhoudstafel:


Art. 1-2
BIJLAGE.
Art. N, 1N, 2N, 3N, 4N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992093050 



Uitvoeringsbesluit(en):

1995003432  1996014181  2002023051 



Artikels:

Artikel 1. De wijziging aan het eerste beheerscontract in de vorm van een eerste bijvoegsel, bekendgemaakt als bijlage bij dit besluit en overeengekomen tussen de Belgische Staat en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen wordt goedgekeurd.

Art.2. Onze Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 14 juli 1994.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven,
  E. DI RUPO

BIJLAGE.
Art. N. Eerste bijvoegsel bij het beheerscontract tussen de Staat en de N.M.B.S.
  De volgende vier beschikkingen worden ingelast in het eerste beheerscontract tussen de Staat en de N.M.B.S., goedgekeurd bij koninklijk besluit van 30 september 1992.

Art. 1N. I. Bijzondere aspecten van de versterking van de spoorwegbediening van Brussel-Hoofdstad.
  Bij toepassing van artikel 32 van het eerste beheerscontract versterkt de N.M.B.S. de spoorwegbediening van Brussel-Hoofdstad als volgt :
  FASE 1 (van 26 september 1993 tot 7 januari 1994) :
  - handhaving van de huidige bediening van lijn 26 volgens de in twee baanvakken gescheiden exploitatie;
  - bijkomende indienststelling van 1 pendeltrein per uur en per richting op lijn 26 tussen Halle en Vilvoorde.
  FASE 2 (van 10 januari 1994 tot 27 mei 1994) :
  - bijkomende indienststelling van een tweede pendeltrein per uur en per richting op lijn 26 tussen Halle en Vilvoorde; ingevolge de HST-werken wordt de exploitatie tussen Halle en Huizingen echter verzekerd met autobussen, tegen de basisfrequentie van 1 bus om het uur.
  FASE 3 (van 30 mei 1994 tot 26 mei 1995) :
  - afschaffing van de bestaande bediening op lijn 26, namelijk de bediening volgens de in twee baanvakken gescheiden exploitatie;
  - indienststelling van 3 pendeltreinen per uur en per richting op lijn 26 tussen Huizingen en Vilvoorde; 1 autobus om het uur verzekert de verbinding tussen Halle en Huizingen;
  - invoering van een spoorwegdienst tussen Aalst (lijn 50bis), Brussel (Schuman, Leopoldswijk, Etterbeek, lijn 26) en Eigenbrakel via lijn 124.
  Al deze spoorwegdiensten rijden op de werkdagen tussen 6 en 20 uur.
  Deze versterking van het spoorwegaanbod komt niet in aanmerking om de minimum dagelijkse produktie te bepalen die de N.M.B.S. waarborgt voor het gehele aanbod met gewone treinen, zoals bedoeld in artikel 11 van het beheerscontract.
  Om deze nieuwe prestaties te dekken garandeert de Staat aan de N.M.B.S. de storting van financiële bijdragen gelijk aan :
  - 11 miljoen F voor 1993;
  - 56 miljoen F voor 1994;
  - 23 miljoen F tot eind mei 1995.
  Deze financiële bijdragen komen bovenop die waarin artikel 29 van het beheerscontract voorziet.
  De N.M.B.S. neemt de organisatie en de kosten ten laste van de spoorwegbediening met autobussen tussen Halle en Huizingen, die slechts tijdelijk is, vermits ze voortvloeit uit de HST-werken in het station Halle.
  Onverminderd de wettelijke en reglementaire beschikkingen met betrekking tot de Rijksbegroting en de algemene betalingsprocedure van de begrotingskredieten, worden de genoemde financiële bijdragen trimestrieel aan de N.M.B.S. gestort in de loop van het dienstjaar waarin ze verschuldigd zijn, met uitzondering van de bijdrage van 1993, die in één keer zal gestort worden vóór 31 juli 1994.
  De hierboven beschreven versterking van de spoorwegbediening van Brussel-Hoofdstad heeft een experimenteel karakter, beperkt in de tijd en in de ruimte. De berekening van de spoorwegkosten is in dit experimenteel kader beperkt tot enkel de rechtstreekse kosten verbonden aan de afschrijving van het bijkomend rollend materieel en aan het onderhoud ervan, aan het energieverbruik en aan het besturings- en begeleidingspersoneel van de in aanmerking genomen bijkomende treinen. Deze kostenberekeningswijze vormt niet noodzakelijk een referentie in de hypothese dat het experiment zou verlengd of uitgebreid worden.
  De Staat (vertegenwoordigd door het Bestuur van het Vervoer te land van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur) en de N.M.B.S. zullen de resultaten van het experiment evalueren na de invoering van fase 3, teneinde onder meer een opvolging mogelijk te maken door de Task Force die belast is met de bijzondere aspecten van de spoorwegbediening in Brussel-Hoofdstad.
  De Staat (vertegenwoordigd door het Bestuur van het Vervoer te land van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur) zal met de N.M.B.S. overleg plegen om de spoorweginvesteringsprojecten in verband met de versterking van de spoorwegbediening van Brussel-Hoofdstad te bepalen die zullen betaald worden ten laste van de op de begroting van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur (Afdeling Internationale Werken) ingeschreven kredieten.
  Deze kredieten komen bovenop de financiële bijdragen waarin artikel 34 van het beheerscontract voorziet.

Art. 2N. II. Actie ter bevordering van het gecombineerd rail-wegvervoer.
  Op basis van artikel 1 van het eerste beheerscontract garandeert de Staat aan de N.M.B.S. een financiële bijdrage van 10 miljoen F ten laste van zijn begroting in 1993, uit hoofde van deelname aan het beleid ter bevordering van het gecombineerd rail-wegvervoer.
  Deze bijdrage wordt verleend ter ondersteuning van die welke in 1993 ten bedrage van 151 140 ECU aan de N.M.B.S. werd toegekend door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, in het raam van haar programma van pilootacties inzake gecombineerd vervoer (nummer P.A.C.T. nr. 23).
  Beide financiële bijdragen hebben tot doel het gecombineerd rail-wegvervoer te bevorderen op de as " Verenigd Koninkrijk - Duitsland - Italië, via Zeebrugge of Antwerpen en de Luikse regio ", door kredieten toe te kennen voor de organisatie van dagelijkse treinen tussen Zeebrugge of Antwerpen en de Luikse regio, voor het op peil brengen van de behandelingsuitrustingen in Bressoux, voor de opleiding van personeel en voor de aankoop van beheersuitrustingen.
  De N.M.B.S. levert een rechtvaardiging voor de aanwending van deze twee financiële bijdragen, volgens het door de Commissie van de Europese Gemeenschappen bepaald model.
  Onverminderd de wettelijke en reglementaire beschikkingen met betrekking tot de Rijksbegroting en de algemene betalingsprocedure van de begrotingskredieten, zal de financiële bijdrage van de Staat aan de N.M.B.S. gestort worden na ontvangst en controle van de door deze laatste voorgelegde rechtvaardiging.
  De financiële bijdrage zal gestort worden vóór 30 september 1994.

Art. 3N. III. Wijziging van de voorwaarden voor de storting van de financiële bijdragen en compensaties van de Staat.
  In afwijking op artikel 49, lid 1 van het eerste beheerscontract, zullen de financiële bijdragen en compensaties van 1993 en 1994, waarin de artikelen 29, 34, 36 en 40 voorzien, als volgt gestort worden :
  a) Wat de maandelijkse schijven van 1993 betreft :
  - de maandelijkse schijven die dienden betaald op 25 augustus 1993, 25 september 1993 en 25 oktober 1993, worden vervroegd aan de N.M.B.S. gestort op 23 augustus 1993;
  - de maandelijkse schijven van november en december 1993 worden gestort op 3 januari 1994.
  b) Wat de maandelijkse schijven van 1994 betreft :
  - de schijven van januari tot juni 1994 worden gestort overeenkomstig het genoemd artikel 49, lid 1;
  - de schijven van juli tot september 1994 worden vervroegd gestort op 8 juli 1994;
  - de schijven van oktober tot december 1994 worden gestort binnen de eerste zeven werkdagen van het volgende jaar.
  c) Indien in 1995 een gelijkaardige operatie als die voor 1994 zou moeten worden doorgevoerd, zou dit aanleiding geven tot een nieuw bijvoegsel bij het beheerscontract.
  Deze wijzigingen van de voorwaarden voor de storting van de financiële bijdragen en compensaties van de Staat hebben geen invloed op :
  - de wettelijke en reglementaire beschikkingen met betrekking tot de Rijksbegroting en de algemene betalingsprocedure van de begrotingskredieten;
  - de beschikkingen van artikel 51 van het beheerscontract.

Art. 4N. IV. Wijziging van de lijst van de stations of stopplaatsen met lokaal statuut.
  In bijlage 3, waarvan sprake in artikel 9, punt 2 van het eerste beheerscontract, worden de volgende stations of stopplaatsen met lokaal statuut geschrapt per 26 september 1993 :
  Aigremont, Basècles-Carrières, Baulers, Comblain-au-Pont, Cuesmes, Droeshout, Gelrode, Haine-Saint-Pierre, Hautrage, Hermalle-sous-Huy, Herentals-Kanaal, Hoboken, Jabbeke, Jemeppe-Froidmont, Kapellenbos, La Villette, Leeuwergem, Liège Haut Pré, Machelen, Maffle, Marchienne-Est, Nechin, Onoz-Spy, Oudenburg, Pin, Pondrôme, Stockem, Tergnée, Tilleur, Vonêche, Zolder, Zwijndrecht Fort.
  In naam van de Belgische Staat :
  De Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven,
  E. DI RUPO
  In naam van de N.M.B.S. :
  De Voorzitter van de Raad van Bestuur,
  M. DAMAR
  De Gedelegeerd Bestuurder,
  E. SCHOUPPE