Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

10 MEI 1994. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 73 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen en tot invoeging van een artikel 79bis in het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering wordt een artikel 79bis ingevoegd, luidend als volgt :
  " Artikel 79bis.
  § 1. Het plaatselijk werkgelegenheidsagentschap bepaalt het bedrag van het inschrijvingsrecht jaarlijks of per type activiteit te betalen door de kandidaat-begunstigde van een activiteit bedoeld in artikel 79, zonder dat dit 300 F per kalenderjaar, per kandidaat-begunstigde mag overschrijden. Het agentschap mag evenwel beslissen geen inschrijvingsrecht te eisen. Het mag bij het bepalen van het verschuldigde bedrag onder meer onderscheid maken naargelang de kandidaat-begunstigde een natuurlijke persoon of een rechtspersoon is.
  § 2. Het plaatselijk werkgelegenheidsagentschap bepaalt, binnen de in het derde lid vastgestelde grenzen, het bedrag van de uurvergoeding die de begunstigde van een activiteit bedoeld in artikel 79 verschuldigd is.
  Het bedrag van de uurvergoeding kan variëren per soort activiteit en volgens het loonniveau in de streek. Een onderscheid kan bovendien gemaakt worden naargelang de begunstigde een natuurlijke persoon of een rechtspersoon is. Er kan eveneens een voorkeurstarief voor bepaalde categorieën van begunstigden voorzien worden.
  De uurvergoeding bedraagt minstens 200 F en ten hoogste 300 F en dient een veelvoud van 10 F te zijn.
  Voor activiteiten ten behoeve van de land- en tuinbouwsector bedraagt de uurvergoeding, een bedrag dat niet lager mag zijn dan 200 F en niet hoger dan 250 F. In afwijking van het eerste lid, kan dit bedrag jaarlijks vastgesteld worden door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid, na advies het bevoegd Paritair Comité.
  § 3. Volgende activiteiten mogen, indien ze niet worden aangetroffen in de reguliere arbeidscircuits, in toepassing van artikel 79 worden verricht :
  1° ten behoeve van natuurlijke personen :
  a) thuishulp met huishoudelijk karakter;
  b) hulp voor de bewaking of de begeleiding van zieken of kinderen;
  c) hulp voor het verrichten van administratieve formaliteiten;
  d) hulp voor het klein tuinonderhoud;
  2° ten behoeve van de lokale overheden, activiteiten beantwoordend aan noden waaraan niet tegemoet gekomen wordt door de reguliere arbeidscircuits, onder meer de bescherming van het leefmilieu;
  3° ten behoeve van niet-commerciële verenigingen en onderwijsinstellingen, activiteiten die door hun aard of door hun occasioneel karakter gewoonlijk verricht worden door vrijwilligers, inzonderheid de activiteiten van personen die hulp verlenen ter gelegenheid van sociale-, culturele-, sportieve, caritatieve- of levensbeschouwelijke manisfestaties;
  4° ten behoeve van de land- en tuinbouwsector, de seizoens- en gelegenheidsgebonden activiteiten vastgesteld door de Ministers van Tewerkstelling en Arbeid en van Landbouw, na advies van het beheerscomité. "

Art.2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te, Brussel, 10 mei 1994.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
  Mevr. M. SMET