29 JULI 1994. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1983 betreffende elektrisch materieel, bestemd voor gebruik op plaatsen van mijngashoudende mijnen waar ontploffingsgevaar kan heersen.
Art. 1-4
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
Artikel 1. De volgende wijzigingen worden aangebracht aan artikel 3 van het koninklijk besluit van 21 december 1983 betreffende elektrisch materieel, bestemd voor gebruik op plaatsen van mijngashoudende mijnen waar ontploffingsgevaar kan heersen :
1° een paragraaf 3 wordt ingevoegd, luidend als volgt :
" § 3. De verkoop of het zich aanschaffen van een elektrisch materieel in overeenstemming met de normen opgenoemd in bijlage 1, B, zijn slechts toegelaten tot 31 december 2009 en dit voor zover de overeenstemming met deze normen van dit materieel gerechtvaardigd werd door het verlenen van een certificaat van overeenstemming voor 1 januari 1993 volgens de voorwaarden bepaald bij artikel 4. ";
2°
§ 3 wordt § 4;
3°
§ 4 wordt § 5.
Art.2. De bijlagen 1 en 2 van hetzelfde besluit worden vervangen door de bijlagen 1 en 2 van dit besluit.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 30 juni 1992.
Art.4. Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Economische Zaken,
M. WATHELET
BIJLAGEN.
Art. N1. Onder " geharmoniseerde normen " in de zin van artikel 2, 3° van dit besluit wordt verstaan :
A. Ofwel de volgende Europese normen, door het Europees Comité voor Elektrotechnische normalisatie (CENELEC) vastgesteld, zoals gewijzigd door de hierna vermelde akten :
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Algemene bepalingen -
EN 50014, eerste uitgave van maart 1977, met wijziging nr. 1, gewijzigd door het aanhangsel nr. 1 van bijlage B van de richtlijn van 15 februari 1982, nr. 82/130/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de Wetgevinen van de lid-Staten betreffende elektrisch materieel bestemd voor gebruik in explosieve omgeving van mijngashoudende mijnen;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Olievulling " o " -
EN 50015, eerste uitgave van maart 1977;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Inwendige overdruk " p " -
EN 50016, eerste uitgave van maart 1977;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Zandvulling " q " -
EN 50017, eerste uitgave van maart 1977, met wijziging nr. 1;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Drukvaste omhulsels " d " -
EN 50018, eerste uitgave van maart 1977, met wijziging nr. 1, gewijzigd door aanhangsel 2 van bijlage B van de voornoemde richtlijn van 15 februari 1982, nr. 82/130/EEG;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Verhoogde veiligheid " e " -
EN 50019, eerste uitgave van maart 1977, met wijziging nr. 1;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Intrinsieke veiligheid " i " -
EN 50020, eerste uitgave van maart 1977, met wijziging nr. 1, aangevuld door het aanhangsel 3 van bijlage B van de voornoemde richtlijn van 15 februari 1982, nr. 82/130/EEG.
B. Ofwel de volgende Europese normen vastgesteld door het Europees Comité voor Elektrotechnische normalisatie (CENELEC), zoals gewijzigd door de hierna vermelde akten :
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Algemene bepalingen -
EN 50014, eerste uitgave van maart 1977, met wijziging nr. 1 van juli 1979, nr. 2 van juni 1982, nrs. 3 en 4 van december 1982, gewijzigd door aanhangsel 1 van bijlage B van de voornoemde richtlijn van 2 december 1987, nr. 88/35/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen omtrent de aanpassing aan de technische vooruitgang van de richtlijn nr. 82/130/EEG van 15 februari 1982;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Olievulling " o " -
EN 50015, eerste uitgave van maart 1977, met wijziging nr. 1 van juli 1979;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Inwendige overdruk " p " -
EN 50016, eerste uitgave van maart 1977, met wijziging nr. 1 van juli 1979;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Zandvulling " q " -
EN 50017, eerste uitgave van maart 1977, met wijziging nr. 1, van juli 1979;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Drukvaste omhulsels " d " -
EN 50018, eerste uitgave van maart 1977, met wijzigingen nr. 1 van juli 1979 en nr. 2 van december 1982;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Verhoogde veiligheid " e " -
EN 50019, eerste uitgave van maart 1977, met wijzigingen nr. 1 van juli 1979 en nr. 2 van september 1983;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - intrinsieke veiligheid " i " -
EN 50020, eerste uitgave van maart 1977, met wijziging nr. 1 van juli 1979, aangevuld door het aanhangsel 3 van bijlage B van de voornoemde richtlijn van 15 februari 1982, nr. 82/130/EEG.
Nota : De certificaten opgesteld in toepassing van de voornoemde normen, worden aangeduid als behorend tot de generatie B. De letter B moet voor het volgnummer van ieder certificaat vermeld worden.
C. Ofwel de volgende Europese normen vastgesteld door het Europees Comité voor Elektrotechnische normalisatie (CENELEC), zoals gewijzigd door de hierna vermelde akten en zoals ze nadien werden gewijzigd in overeenstemming met de voornoemde richtlijn van de Raad der Europese Gemeenschappen van 15 februari 1982, nr. 82/130/EEG, inzonderheid artikel 5 :
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Algemene bepalingen -
EN 50014, eerste uitgave van maart 1977, met wijziging nr. 1 van juli 1979, nr. 2 van juni 1982, nrs. 3 en 4 van december 1982, nr. 5 van februari 1986, gewijzigd door aanhangsel 1 van bijlage B van de voornoemde richtlijn van 30 april 1991, nr. 91/269/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen omtrent de aanpassing van de technische vooruitgang van de richtlijn nr. 82/130/EEG van 15 februari 1982;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Olievulling " o " -
EN 50015, eerste uitgave van maart 1977, met wijziging nr. 1 van juli 1979;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Inwendige overdruk " p " -
EN 50016, eerste uitgave van maart 1977, met wijziging nr. 1 van juli 1979;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Zandvulling " q " -
EN 50017, eerste uitgave van maart 1977, met wijziging nr. 1 van juli 1979;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Drukvaste omhulsels " d " -
EN 50018, eerste uitgave van maart 1977, met wijzigingen nr. 1 van juli 1979, nr. 2 van december 1982 en nr. 3 van november 1985;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Verhoogde veiligheid " e " -
EN 50019, eerste uitgave van maart 1977, met wijzigingen nr. 1 van juli 1979, nr. 2 van september 1983 en nr. 3 van december 1985;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Intrinsieke veiligheid " i " -
EN 500020, eerste uitgave van maart 1977, met wijziging nr. 1 van juli 1979 en nr. 2 van december 1985, aangevuld door het aanhangsel 3 van bijlage B van de voornoemde richtlijn van 15 februari 1982, nr. 82/130/EEG;
- Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Inkapseling " m " -
EN 50028, eerste uitgave van februari 1987.
Nota : De certificaten opgesteld in toepassing van de voornoemde normen, worden aangeduid als behorend tot de generatie C. De letter C moet voor het volgnummer van ieder certificaat vermeld worden.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 29 juli 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Economische Zaken,
M. WATHELET
Art. N2. ELEKTRISCH MATERIEEL VOOR PLAATSEN WAAR ONTPLOFFINGSGEVAAR KAN HEERSEN.
MATERIEEL VAN GROEP I.
I. Communautair merkteken :
A. Voor het geval de normen opgenoemd in bijlage 1, A, worden toegepast. <Merkteken niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 03/09/1994, p. 22493>
B. Voor het geval de normen opgenoemd in bijlage 1, B en C, worden toegepast. <Merkteken niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 03/09/1994, p. 22494>
II. Markering van het elektrisch materieel waarvoor een controlecertificaat is afgegeven.
Wanneer voor een type van elektrisch materieel dat niet in overeenstemming is met de geharmoniseerde normen, een controlecertificaat is afgegeven als bedoeld in artikel 5, moet het communautaire merkteken worden aangevuld met op zijn minste de volgende gegevens :
1° het symbool S waaruit blijkt dat het gaat om elektrisch materieel dat bestemd is voor mijngashoudende mijnen en waarvoor een controlecertificaat is afgegeven. Dit symbool moet worden aangebracht onmiddellijk na het communautaire merkteken, zoals hieronder is aangegeven;
2° het symbool I van de groep waartoe het materieel behoort ingeval verwezen wordt naar de normen opgenoemd in bijlage 1, B;
3° de laatste twee cijfers van het jaar waarin het controlecertificaat is afgegeven;
4° het volgnummer in het jaar waarin het controlecertificaat is afgegeven;
5° de naam of afkorting van de naam van de erkende instantie die het certificaat heeft afgegeven;
6° de naam of het gedeponeerde handelsmerk van de fabrikant;
7° de door de fabrikant gegeven typeaanduiding;
8° het fabricagenummer;
9° indien de erkende instantie het noodzakelijk acht bijzondere voorwaarden voor een veilig gebruik te vermelden, dient na de referentie van het certificaat het teken " X " te worden aangebracht;
10° de markering waarin gewoonlijk is voorzien in de constructienormen voor elektrisch materieel;
11° alle andere aanvullende gegevens die noodzakelijk worden geacht door de erkende instantie die het certificaat heeft afgegeven.
(Ingeval verwezen wordt naar de normen opgenoemd in bijlage 1, A :) <Merkteken niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 03/09/1994, p. 22494>
(Ingeval verwezen wordt naar de normen opgenoemd in bijlage 1, B en C :) <Merkteken niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 03/09/1994, p. 22494>
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 29 juli 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Economische Zaken,
M. WATHELET