Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

28 JANUARI 1994. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 houdende een nieuwe regeling betreffende de niet-automatische weegwerktuigen.



Inhoudstafel:


Art. 1-9
Bijlage.
Art. N5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992011286 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 houdende een nieuwe regeling betreffende de niet-automatische weegwerktuigen wordt vervangen door het volgende lid :
  " Mogen alleen in gebruik worden genomen voor de in artikel 1, § 2, a) vermelde toepassingen, werktuigen ten aanzien waarvan de EG-overeenstemming is vastgesteld en die op grond daarvan van de in artikel 9 bedoelde CE-markering zijn voorzien, namelijk deze die voldoen aan de in het eerste lid, eerste streepje, van dit artikel bedoelde voorschriften. "

Art.2. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  § 1. In het eerste lid worden de woorden " het in artikel 9 en in bijlage II, punten 2, 3 en 4, bedoelde EG-merkteken van overeenstemming " vervangen door de woorden " de in artikel 9 en in bijlage II, punten 2, 3 en 4, bedoelde CE-markering van overeenstemming ".
  § 2. In het derde lid worden de woorden " het EG-merk " vervangen door de woorden " CE-markering ".
  § 3. In het vijfde lid worden de woorden " indien het EG-merkteken werd aangebracht " vervangen door de woorden " indien de CE-markering werd aangebracht ".

Art.3. Artikel 8, § 3, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 3. a) Indien de werktuigen tegelijk aan dit besluit en met betrekking tot andere aspecten aan andere regelingen van E.E.G.-oorsprong zijn onderworpen die voorzien in het aanbrengen van de CE-markering, geeft deze markering aan dat de werktuigen geacht worden ook aan de voorschriften van deze andere regelingen te voldoen.
  b) Indien echter in een of meer regelingen van E.E.G.-oorsprong die op werktuigen betrekking hebben, gedurende een overgangsperiode de fabrikant de keuze van de toe te passen regeling wordt gelaten, geeft de CE-markering alleen aan dat aan de bepalingen van de door de fabrikant toegepaste regelingen is voldaan. In dat geval moeten de in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakte referenties van de toegepaste E.E.G.-richtlijnen worden vermeld op de door deze richtlijnen vereiste documenten, handleidingen of gebruiksaanwijzingen die bij de werktuigen zijn gevoegd. "

Art.4. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de §§ 1 en 3 respectievelijk vervangen door de volgende bepalingen :
  " § 1. Op de werktuigen ten aanzien waarvan de EG-overeenstemming is vastgesteld, worden de CE-markering van overeenstemming en de vereiste aanvullende gegevens, als omschreven in bijlage IV, punt 1, duidelijk zichtbaar, gemakkelijk leesbaar en onuitwisbaar aangebracht. "
  " § 3. Op de werktuigen mogen geen markeringen worden aangebracht die derden kunnen misleiden omtrent de betekenis of de grafische vorm van de CE-markering. Op de werktuigen mogen andere markeringen worden aangebracht op voorwaarde dat de zichtbaarheid en de leesbaarheid van de CE-markering niet worden verminderd. "

Art.5. Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 10. Onverminderd artikel 7 :
  a) ontstaat, wanneer wordt vastgesteld dat de CE-markering ten onrechte is aangebracht, voor de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde de verplichting om onder de door de Minister van Economische Zaken gestelde voorwaarden het produkt in overeenstemming te brengen met de bepalingen inzake de CE-markering en aan de overtreding een einde te maken;
  b) treft de Algemene Inspectie van de Metrologie, indien de tekortkoming blijft bestaan, alle nodige maatregelen om overeenkomstig de procedure van artikel 7 het in de handel brengen van het bewuste produkt te verbieden dan wel het uit de handel te laten nemen. "

Art.6. In de bijlage II bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  "§ 1. In het punt 2.1. worden de leden 2 en 3 vervangen door de volgende leden :
  " De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde brengt op elk werktuig de CE-markering aan, evenals de opschriften voorzien in de bijlage IV en stelt een verklaring van overeenstemming op.
  De CE-markering gaat vergezeld van het identificatienummer van de aangewezen instantie die belast is met het in punt 2.4. bedoelde EG-toezicht. "
  § 2. De punten 3 en 4 worden respectievelijk vervangen door de volgende bepalingen :
  " 3. EG-keuring :
  3.1. De EG-keuring is de procedure waarbij de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde garandeert en verklaart dat de aan de bepalingen van punt 3.3. onderworpen werktuigen waar nodig in overeenstemming zijn met het type als beschreven in het EG-typegoedkeurigscertificaat en voldoen aan de desbetreffende eisen van dit besluit.
  3.2. De fabrikant neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het fabricageproces waarborgt dat de werktuigen waar nodig in overeenstemming zijn met het type als beschreven in het EG-typegoedkeuringscertificaat en voldoen aan de desbetreffende eisen van dit besluit. De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde brengt op elk werktuig de CE-markering aan en stelt een verklaring van overeenstemming op.
  3.3. De aangewezen instantie doet het nodige onderzoek en neemt de nodige proeven, om door middel van controle en beproeving van elk werktuig overeenkomstig punt 3.5. na te gaan of het werktuig voldoet aan de eisen van dit besluit.
  3.4. Voor de niet aan een EG-typegoedkeuring onderworpen werktuigen moet de in bijlage III bedoelde documentatie betreffende het ontwerp desgevraagd toegankelijk zijn voor de aangewezen instantie.
  3.5. Keuring door controle en beproeving van elk instrument afzonderlijk :
  3.5.1. Elk werktuig wordt afzonderlijk onderzocht en onderworpen aan de nodige proeven als beschreven in de in artikel 5 van dit besluit bedoelde relevante norm(en) dan wel aan gelijkwaardige proeven, om waar nodig na te gaan of het werktuig in overeenstemming is met het type als beschreven in het EG-typegoedkeuringscertificaat en voldoet aan de desbetreffende eisen van dit besluit.
  3.5.2. De aangewezen instantie brengt op het werktuig waarvan is vastgesteld dat het aan de eisen voldoet, haar identificatienummer aan of laat dit doen; tevens stelt zij ten aanzien van de verrichte proeven een verklaring van overeenstemming op.
  3.5.3. De fabrikant of zijn gevolmachtigde moet in staat zijn desgevraagd de verklaring van overeenstemming van de aangewezen instantie over te leggen.
  4. EG-eenheidskeuring :
  4.1. De EG-eenheidskeuring is de procedure waarbij de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde garandeert en verklaart dat het werktuig, dat gewoonlijk voor een specifieke toepassing is ontworpen en waarvoor de in punt 4.2. bedoelde verklaring is afgegeven, voldoet aan de desbetreffende eisen van dit besluit. De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde brengt op het werktuig de CE-markering aan en stelt een verklaring van overeenstemming op.
  4.2. De aangewezen instantie onderzoekt het werktuig en onderwerpt het aan de nodige proeven als beschreven in de in artikel 5 van dit besluit bedoelde relevante norm(en) dan wel aan gelijkwaardige proeven om na te gaan of het voldoet aan de desbetreffende eisen van dit besluit.
  De aangewezen instantie brengt op het werktuig waarvan is vastgesteld dat het aan de eisen voldoet, haar identificatienummer aan of laat dit doen; tevens stelt zij voor de verrichte proeven een verklaring van overeenstemming op.
  4.3. Op basis van de in bijlage III bedoelde technische documentatie betreffende het ontwerp van het werktuig moet kunnen worden beoordeeld of het werktuig voldoet aan de eisen van dit besluit en of inzicht kan worden verkregen in het ontwerp, de fabricage en de werking van het werktuig. Deze documentatie wordt ter beschikking gesteld van de aangewezen instantie.
  4.4. De fabrikant of zijn gevolmachtigde moet in staat zijn desgevraagd de verklaring van overeenstemming van de aangewezen instantie over te leggen. "
  § 3. De punten 5.3.1. en 5.3.2. worden respectievelijk vervangen door de volgende bepalingen :
  " 5.3.1. Indien een fabrikant voor de uitvoering in twee fasen van een van de in punt 5.1. vermelde procedures heeft gekozen en indien deze twee fasen door verschillende instanties worden uitgevoerd, moet op een werktuig dat de eerste fase van de betrokken procedure heeft ondergaan het identificatienummer van de bij die fase betrokken aangewezen instantie zijn aangebracht.
  5.3.2. De instantie die de eerste fase van de procedure heeft uitgevoerd geeft voor elk werktuig een schriftelijke verklaring af dat de gegevens ter identificatie van het werktuig bevat en waarin de verrichte onderzoeken en proeven nader zijn aangegeven.
  De instantie die de tweede fase van de procedure uitvoert, verricht de onderzoeken en proeven die nog niet hebben plaatsgevonden.
  De fabrikant of zijn gevolmachtigde moet in staat zijn desgevraagd de verklaringen van overeenstemming van de aangewezen instantie over te leggen. "
  § 4. Het punt 5.3.4. wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 5.3.4. Na voltooiing van de tweede fase worden op het werktuig de CE-markering en het identificatienummer van de bij de tweede fase betrokken aangewezen instantie aangebracht. "

Art.7. In de bijlage IV bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  § 1. Het punt 1.1. a) wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " a) - de CE-markering van overeenstemming die betaat uit het CE-symbool zoals aangegeven in bijlage V, gevolgd door de laatste twee cijfers van het jaar waarin de markering is aangebracht,
  - het (de) identificatienummer(s) van de aangewezen instantie(s) die zich heeft (hebben) belast met het EG-toezicht of de EG-keuring.
  Bovengenoemde markeringen en opschriften moeten duidelijk gegroepeerd op het werktuig zijn aangebracht. "
  § 2. In het punt 1.1. c) wordt na het zesde streepje het volgende streepje ingevoegd :
  " - de laatste twee cijfers van het jaar waarin de CE-markering is aangebracht, "
  § 3. Het punt 1.2. wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 1.2. De werktuigen moeten adequate voorzieningen bevatten voor het aanbrengen van de CE-markering van overeenstemming en/of andere opschriften. Deze moeten van zodanige aard zijn dat de markering en de opschriften niet zonder beschadiging kunnen worden verwijderd en dat de markering en de opschriften zichtbaar zijn wanneer het werktuig zich in de normale gebruikspositie bevindt. "

Art.8. De bijlage V bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Art.9. § 1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1995.
  § 2. Werktuigen die in overeenstemming zijn met de markeringsregeling vervat in het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 houdende een nieuwe regeling betreffende de niet-automatische weegwerktuigen, zoals dat vóór 1 januari 1995 gelding had, mogen tot 1 januari 1997 in de handel gebracht en in gebruik genomen worden.

Bijlage.
Art. N5. Bijlage V. CE-MARKERING VAN OVEREENSTEMMING.
  De CE-markering van overeenstemming bestaat uit de initialen CE in de volgende grafische vorm (raster en cirkels dienen als referentie en maken geen deel uit van de CE-markering) : <Grafische vorm niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 09-03-1994, p. 5833>
  Bij vergroting of verkleining van de markering moeten de verhoudingen van bovenstaande gegradueerde afbeelding in acht worden genomen.
  De onderscheiden onderdelen van de CE-markering moeten nagenoeg dezelfde hoogte hebben, die minimaal 5 mm bedraagt.