Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

24 OKTOBER 1994. - Koninklijk besluit houdende uitvoeringsmaatregelen inzake de procedure voor de bemiddeling in strafzaken.



Inhoudstafel:


Art. 1-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1996801841 



Artikels:

Artikel 1. De bemiddeling in strafzaken zoals ingevoerd in het artikel 216ter van het Wetboek van Strafvordering door de wet van 10 februari 1994, wordt uitgevoerd overeenkomstig de hierna bepaalde regels.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :
  - de bemiddelingsadviseur, de persoon die de procureur-generaal bijstaat bij het uitwerken van een strafrechtelijk beleid voor de bemiddeling in strafzaken;
  - de bemiddelingsassistent, de persoon die de procureur des Konings bijstaat bij het uitwerken van de bemiddeling in strafzaken.

Art.3. De bemiddelingsadviseur wordt ingeschakeld voor de evaluatie, de coördinatie en het toezicht op de toepassing van de bemiddeling in strafzaken over de verscheidene parketten van het ambtsgebied van de Procureur-generaal. Hij staat de bemiddelingsassistenten bij voor wat betreft de algemene en bijzondere vragen gesteld bij de uitvoering van hun taken.

Art.4. De bemiddelingsassistent wordt ingeschakeld in de verschillende fasen van de bemiddeling in strafzaken en meer bepaald de concrete uitwerking ervan. Hij voert zijn opdracht uit in nauwe samenwerking met en onder het toezicht van de procureur des Konings.

Art.5. Een proces-verbaal met de uitvoeringsmodaliteiten wordt opgesteld, welke ook de vorm van de bemiddeling in strafzaken is.

Art.6. Vooraleer de dienstverlening of de vorming voor te stellen, vraagt de procureur des Konings een maatschappelijk onderzoek aan de bemiddelingsassistent.

Art.7. Wanneer in het kader van de bemiddeling in strafzaken de dader van een misdrijf instemt met het voorstel van de procureur des Konings tot uitvoering van een dienstverlening maakt deze zijn beslissing voor uitvoering over aan de probatiecommissie.

Art.8. Bij de beëindiging van de bemiddeling in strafzaken maakt de bemiddelingsassistent of de probatiecommissie, indien in het kader van de bemiddeling in strafzaken dienstverlening werd opgelegd, een verslag over aan de procureur des Koning.

Art.9. Na het verloop van de bemiddeling in strafzaken of ingeval van mislukking, wordt een nieuw proces-verbaal opgesteld waarvan aan de dader een afschrift wordt overgemaakt.

Art.10. Wanneer de dader van verblijfplaats verandert, gelegen buiten het rechtsgebied waar de bemiddeling in strafzaken hangende is, wordt het dossier overgemaakt aan de bevoegde procureur des Konings.

Art.11. De wet van 10 februari 1994, houdende de regeling van de procedure voor bemiddeling in strafzaken, treedt in werking op 1 november 1994.

Art.12. Dit besluit treedt in werking op 1 november 1994.

Art. 13. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 24 oktober 1994.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Justitie,
  M. WATHELET