25 MAART 1994. - Koninklijk besluit dat, voor de vergelijkende examens van het jaar 1994, het aantal hulp- en aanvullingsofficieren bepaalt die als beroepsofficier mogen overgaan en het aantal beroepsonderofficieren die als aanvullingsofficier mogen overgaan.
Art. 1-8
Artikel 1. Het maximum aantal aanvullingsofficieren die kunnen opgenomen worden als beroepsofficier wordt voor het jaar 1994 vastgesteld op drieëndertig.
Art.2. Het totaal van drieëndertig bepaald in het artikel 1 van dit besluit bestaat uit :
1. Veertien plaatsen voorbehouden aan kandidaten die voldaan hebben aan het examen over de grondige kennis van de Franse taal, op basis van artikel 2 van de wet van 30 juli 1938.
Deze plaatsen worden als volgt verdeeld :
a) Landmacht : korps van de infanterie, één; korps van de pantsertroepen, één; korps van de artillerie, één; korps van het lichte vliegwezen, één; korps van de genie, één; korps van de transmissietroepen, één; korps van de logistiek, één; korps van de administratie, één;
b) Luchtmacht : korps van het varend personeel, één; korps van het niet-varend personeel, één;
c) Zeemacht : korps van de dekofficieren, één;
d) Medische dienst : korps van de geneesheren, drie;
2. Negentien plaatsen voorbehouden aan kandidaten die voldaan hebben aan het examen over de grondige kennis van de Nederlandse taal, op basis van artikel 2 van de wet van 30 juli 1938.
Deze plaatsen worden als volgt verdeeld :
a) Landmacht : korps van de infanterie, één; korps van de pantsertroepen, één; korps van de artillerie, één; korps van het lichte vliegwezen, één; korps van de genie, één; korps van de transmissietroepen, één; korps van de logistiek, één; korps van de administratie, één;
b) Luchtmacht : korps van het varend personeel, één; korps van het niet-varend personeel, één;
c) Zeemacht : korps van de officieren technici, één; korps van de officieren van de diensten, één;
d) Medische dienst : krops van de geneesheren, zes; korps van de dierenartsen, één.
Art.3. Het maximum aantal hulpofficieren die kunnen opgenomen worden als beroepsofficier wordt voor het vergelijkend examen van het jaar 1994 vastgesteld op vijf.
Art.4. Het totaal van vijf bepaald in het artikel 3 van dit besluit bestaat uit :
1. Twee plaatsen voorbehouden aan kandidaten die voldaan hebben aan het examen over de grondige kennis van de Franse taal, op basis van artikel 2 van de wet van 30 juli 1938.
Deze plaatsen worden als volgt verdeeld in het beroepskader :
Luchtmacht : korps van het varend personeel, twee;
2. Drie plaatsen voorbehouden aan kandidaten die voldaan hebben aan het examen over de grondige kennis van de Nederlandse taal, op basis van artikel 2 van de wet van 30 juli 1938.
Deze plaatsen worden als volgt verdeeld in het beroepskader :
Luchtmacht : korps van het varend personeel, drie.
Art.5. Het maximum aantal beroepsonderofficieren die kunnen worden opgenomen als aanvullingsofficier, wordt voor het vergelijkend examen van het jaar 1994 vastgesteld op vijfentwintig.
Art.6. Het totaal van vijfentwintig bepaald in het artikel 5 van dit besluit bestaat uit :
1. Twaalf plaatsen voorbehouden aan kandidaten die voldaan hebben aan het examen over de grondige kennis van de Franse taal, op basis van artikel 2 van de wet van 30 juli 1938.
Deze plaatsen worden als volgt verdeeld :
a) Landmacht : korps van de infanterie, één; korps van de pantsertroepen, één; korps van de artillerie, één; korps van het lichte vliegwezen, één; korps van de genie, één; korps van de transmissietroepen, één; korps van de logistiek, één; korps van de administratie, één;
b) Luchtmacht : korps van het niet-varend personeel, drie;
c) Medische dienst : korps van de troepen van de medische diensten, één;
2. Dertien plaatsen voorbehouden aan kandidaten die voldaan hebben aan het examen over de grondige kennis van de Nederlandse taal, op basis van artikel 2 van de wet van 30 juli 1938.
Deze plaatsen worden als volgt verdeeld :
a) Landmacht : korps van de infanterie, één; korps van de pantsertroepen, één; korps van de artillerie, één; korps van het lichte vliegwezen, één; korps van de genie, één; korps van de transmissietroepen, één; korps van de logistiek, één; korps van de administratie, één;
b) Luchtmacht : korps van het niet-varend personeel, drie;
c) Zeemacht : korps van de officieren van de diensten, één;
d) Medische dienst : korps van de troepen van de medische dienst, één.
Art.7. In een zelfde wedstrijd voor overgang mogen niet bezette plaatsen overgedragen worden, tot uitputting van het aantal plaatsen, volgens de navolgende prioriteitsregel :
- in eenzelfde korps, naar het ander taalstelsel;
- naar een ander korps, met behoud van het taalstelsel;
- naar een ander korps, in het ander taalstelsel.
Art. 8. Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.