23 DECEMBER 1994. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven.
Art. 1-3
Artikel 1. In tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, wordt de rubriek XXI, opnieuw opgenomen bij het koninklijk besluit van 29 december 1983, vervangen door de volgende bepaling :
" XXI. Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten.
§ 1. Het verlaagd tarief is van toepassing op de invoer van de in § 2 hieronder omschreven kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten.
Het verlaagd tarief is eveneens van toepassing :
1° op de leveringen van in § 2, 1°, hieronder omschreven kunstvoorwerpen :
a) die door de maker of diens rechthebbenden worden verricht;
b) die incidenteel worden verricht door een andere belastingplichtige dan een belastingplichtige wederverkoper wanneer die kunstvoorwerpen door die belastingplichtige zelf zijn ingevoerd of hem zijn geleverd door de maker of diens rechthebbenden of wanneer ze te zijnen gunste het recht op volledige aftrek van de belasting over de toegevoegde waarde hebben doen ontstaan;
2° op de intracommunautaire verwervingen van in § 2, 1°, hieronder omschreven kunstvoorwerpen wanneer de verkoper in de Lid-Staat van vertrek van de verzending of het vervoer van de verworven goederen :
a) de maker is of een rechthebbende van de maker;
b) of een andere belastingplichtige is dan een belastingplichtige wederverkoper, die incidenteel handelt, wanneer die kunstvoorwerpen door die belastingplichtige zelf zijn ingevoerd of hem zijn geleverd door de maker of diens rechthebbenden of wanneer ze te zijnen gunste het recht op volledige aftrek van de belasting over de toegevoegde waarde hebben doen ontstaan.
§ 2. Voor de toepassing van onderhavige rubriek worden aangemerkt als :
1° " kunstvoorwerpen " :
a) schilderijen, collages en dergelijke decoratieve platen, schilderijen en tekeningen geheel van de hand van de kunstenaar, met uitzondering van :
- bouwtekeningen en andere tekeningen voor industriële, commerciële, topografische en dergelijke doeleinden;
- met de hand versierde voorwerpen;
- beschilderd doek voor theatercoulissen, voor achtergronden van studio's of voor dergelijk gebruik;
b) originele gravures, originele etsen en originele litho's;
c) originele standbeelden en origineel beeldhouwwerk geheel van de hand van de kunstenaar, ongeacht het materiaal waarvan zij vervaardigd zijn; afgietsels van beeldhouwwerken in een oplage van maximaal acht exemplaren die door de kunstenaar of diens rechthebbenden wordt gecontroleerd;
d) tapisserieën en wandtextiel, met de hand vervaardigd volgens originele ontwerpen van kunstenaars, mits er niet meer dan acht exemplaren van elk bestaan;
e) unieke voorwerpen van keramiek, geheel van de hand van de kunstenaar en door hem gesigneerd, met uitzondering van gebruiksvoorwerpen;
f) emailwerk of koper, geheel met de hand vervaardigd tot maximaal acht genummerde en door de kunstenaar of het atelier gesigneerde exemplaren, met uitsluiting van sieraden, juwelen, edelsmidswerk en gebruiksvoorwerpen;
g) foto's die genomen zijn door de kunstenaar, door hem of onder zijn toezicht zijn afgedrukt, gesigneerd en genummerd, met een oplage van maximaal dertig exemplaren voor alle formaten en dragers samen;
2° " voorwerpen voor verzamelingen " :
a) postzegels, fiscale zegels, gefrankeerde enveloppen en postkaarten, eerstedagenveloppen en dergelijke, gestempeld of, indien ongestempeld, voor zover zij niet geldig zijn of niet geldig zullen worden;
b) verzamelingen en voorwerpen voor verzamelingen, met een zoölogisch, botanisch, mineralogisch, anatomisch, historisch, archeologisch, paleontologisch, etnografisch of numismatisch belang;
3° " antiquiteiten " : andere voorwerpen dan de kunstvoorwerpen en voorwerpen voor verzamelingen bedoeld in 1° en 2° hierboven, ouder dan honderd jaar. "
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1995.
Art. 3. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 december 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
Ph. MAYSTADT