Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

17 MAART 1994. - Koninklijk besluit betreffende financiële betrekkingen met Libië.



Inhoudstafel:


Art. 1-2, 2bis, 3-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1994003407  1999003270 



Artikels:

Artikel 1. Worden onderworpen aan de voorafgaande toelating van de Minister van Financiën, de wisselverrichtingen, het kapitaalverkeer en de financiële overdrachten van welke aard ook tussen België en het buitenland die geschieden door, voor rekening of ten gunste van de Libische regering, Libische publieke overheden of entiteiten die direct of indirect worden gecontroleerd door de genoemde regering of overheden.

Art.2. De Libische regering, Libische publieke overheden of entiteiten die direct of indirect worden gecontroleerd door de genoemde regering of overheden, kunnen vanaf 1 december 1993, speciale bankrekeningen openen bij in België gevestigde financiële instellingen.
  In afwijking van artikel 1 kunnen de speciale bankrekeningen beoogd in het eerste lid, zonder toelating van de Minister van Financiën, gespijsd worden met gelden en andere financiële middelen voortkomend uit de verkoop of levering van petroleum of petroleumproducten, met inbegrip van aardgas en gasproducten, of landbouwgoederen en -producten afkomstig uit Libië en van daaruit uitgevoerd na 1 december 1993. Het gebruik van de tegoeden op deze rekeningen is van de toelating van de Minister van Financiën vrijgesteld.
  De financiële instellingen waarbij de speciale bankrekeningen beoogd in het eerste lid werden geopend, moeten de oorsprong van de verrichtingen bestemd voor het spijzen van deze rekeningen nagaan.
  De financiële instellingen waarbij de speciale bankrekeningen beoogd in het eerste lid werden geopend, moeten maandelijks een lijst van deze rekeningen bezorgen aan de Minister van Financiën.

Art. 2bis. <ingevoegd bij KB 1994-06-20/30, art. 1; Inwerkingtreding : 29-06-1994> De Minister van Financiën kan, door middel van een besluit, bepaalde categorieën van verrichtingen vrijstellen van de in artikel 1 beoogde toelating.

Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4. Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister van Fianciën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.