10 JANUARI 1994. - Koninklijk besluit betreffende de omruiling in 1994 van klassieke binnenlandse leningen tegen lineaire obligaties van verschillende lijnen en vervaldagen.
Art. 1-16
Artikel 1. Onze Minister van Financiën is bevoegd om, in 1994 tegen de voorwaarden die hij bepaalt, klassieke binnenlandse leningen om te ruilen tegen lineaire obligaties aan verschillende lijnen en vervaldagen.
Art.2. De operatie van omruiling geschiedt op een volstrekt vrijwillige basis.
Art.3. Het door de Belgische Staat niet omgeruilde saldo van de leningen waarop de openbare offerte van omruiling betrekking heeft, blijft tot zijn eindvervaldag behouden aan de voorwaarden bepaald in de uitgiftebesluiten van deze leningen.
Art.4. De gebruikte omruilingstechniek is deze van een offerte van omruiling tegen vooraf vastgestelde prijzen.
Art.5. De offerte van omruiling tegen vooraf vastgestelde prijzen berust op offerteaanvragen gebaseerd op een vooraf door de Minister van Financiën vastgestelde prijs voor elke omruiling van een klassieke lening tegen lineaire obligaties.
Art.6. De kandidaten voor de omruiling houders van nominatieve inschrijvingen en beantwoordend aan de voorwaarden om deel te nemen - dienen voor elke lening waarvoor zij effecten willen afstaan, het nominale bedrag vast te stellen - per quotiteiten van 10 miljoen frank - in te tekenen in één of verschillende lijnen van lineaire obligaties, door middel van oude effecten die zij bereid zijn aan de Staat af te staan, tegen een omruilingsprijs vooraf vastgesteld door de Minister van Financiën.
Art.7. Onder vooraf vastgestelde omruilingsprijs verstaat men een nominaal kapitaal van oude effecten aangeboden voor een nominaal kapitaal van 100 frank in lineaire obligaties.
De omruilingsprijs houdt rekening met de relatie tussen de actuele waarden van de klassieke lening op de dag van de verrichting met inbegrip van de opgelopen interesten, en de ter omruiling aangeboden lineaire obligaties.
Art.8. De Minister van Financiën bepaalt de kalender van de aanbestedingen, waarin de datum van aanbesteding van de omruilingsofferte en de valutadatum van de omruiling hieraan verbonden, inbegrepen is.
Hij behoudt zich het recht voor om tot en met de dag van de aanbesteding zelf geheel of gedeeltelijk aan de aangekondigde aanbesteding te verzaken.
Niettegenstaande de offerteaanvraag, behoudt de Minister zich eveneens het recht voor om slechts een proportioneel gedeelte van de neergelegde offertes te aanvaarden.
Art.9. De openbare offerte van omruiling van klassieke leningen aangeboden ter omruiling tegen vooraf vastgestelde prijzen is enkel bestemd voor de titularissen van nominatieve inschrijvingen voor deze leningen gehouden in de Grootboeken van de Rijksschuld sinds de laatste vervaldag, voor zover deze titularissen tot één van de volgende categorieën behoren:
1° de financiële instellingen of ermee gelijkgestelde ondernemingen bedoeld in artikel 87, 1° van het koninklijk besluit van 4 maart 1965 ter uitvoering van de Wet op de inkomstenbelasting;2° de parastatale instellingen voor sociale zekerheid of de daarmee gelijk te stellen instellingen bedoeld in artikel 87, 2° van het koninklijk besluit van 4 maart 1965 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen;
3° de gemeenschappelijke beleggingsfondsen bedoeld in artikel 96, § 1, van hetzelfde besluit;
4° de spaarders niet-verblijfhouders bedoeld in artikel 87, 6°, van hetzelfde besluit.
Art.10. Het totale bedrag van de offertes gedaan voor een klassieke lening door een kandidaat voor de omruiling mag, in geen geval, het nominale kapitaal waarvoor hij voor deze lening houder is in het Grootboek, overschrijden op de dag van de neerlegging van de offertes.
Indien het bedrag van de gehouden nominatieve inschrijvingen onvoldoende is om de intekeningen op de lineaire obligaties te betalen, zal de offerte, onder voorbehoud aanvaard op het moment van de aanbesteding, ambtshalve door de dienst van de Grootboeken in de lijn van lineaire obligaties die het grootste kapitaal in omloop heeft, verminderd worden.
Indien deze mogelijkheid niet bestaat, zal de dienst van de Grootboeken erop toezien dat aan de offerte tot het maximum toegelaten bedrag zal voldaan worden.
Art.11. De intekeningen op de lineaire obligaties slaan op veelvouden van nominaal 10 miljoen frank, en per nominaal veelvoud van 10 miljoen frank ingetekend in lineaire obligaties, kunnen slechts nominatieve inschrijvingen van eenzelfde klassieke lening aangeboden worden.
Art.12. In geval van een omruiling van effecten gebaseerd op offertes tegen vooraf vastgestelde prijzen:
§ 1. De verschuldigde interesten op afgestane klassieke leningen worden niet door de Belgische Staat betaald vermits de omruilingsprijs vastgesteld is rekening houdend met deze opgelopen interesten;
§ 2. De interesten prorata temporis op de lineaire obligaties worden aan de Staat betaald volgens de gebruikelijke procedure van betaling voor de lineaire obligaties.
De intekenaar betaalt dus aan de Staat de opgelopen bruto interesten sinds de uitgiftedatum van de betreffende lijn van lineaire obligaties, of sinds de eerste interestvervaldag tot de valutadatum van de omruiling, op basis van eenvormige dertig dagen tellende maanden.
Art.13. De storting ten voordele van de Schatkist gebeurt bij de Nationale Bank van België op de omruilingsdatum voorzien op de kalender:
- via het verrekenstelsel van effecten (clearing), voor de kandidaten voor de omruiling die gedematerialiseerde effecten in clearing willen;
- bij de Rijkskassier voor de kandidaten voor de omruiling die nominatieve inschrijvingen bij de dienst van de Grootboeken van de Rijksschuld willen:
- hetzij, via de methode van de automatische debitering van de compensatierekening van de aanbesteder bij de N.B.B. of bij gebrek aan, van de lopende rekening geopend op naam van de aanbesteder bij het bank, lid van de Verrekenkamer;
- hetzij, ingeval de intekenaar niet akkoord gaat met de methode van de automatische debitering, door storting op de rekening 100-2250000-22.
Iedere laattijdige storting van de verschuldigde intresten aan de Staat worden vermeerderd met een vergoeding berekend tegen de rentevoet van de betreffende lineaire obligatie vermeerderd met 1/2 % per jaar op basis van het juiste aantal achterstallige dagen vanaf de omruilingsdatum voorzien in de kalender van de aanbestedingen.
De deelnemer aan de aanbesteding die langer dan veertien dagen wacht om de betaling van de verschuldigde interesten aan de Staat uit te voeren, wordt ontzet uit zijn rechten en is een vergoeding van veertien dagen verschuldigd berekend tegen de rentevoet van de betreffende lineaire obligatie vermeerderd met 1/2 % jaar's op het verschuldigde bedrag.
De verschuldigde vergoeding aan de Schatkist wordt niet betaald via het effectenclearingstelsel van de Nationale Bank van België; zij moet rechtstreeks gestort worden op de rekening 100-2250000-22 van de Dienst van de Rijkskassier, bij de Nationale Bank van België te Brussel, met de vermelding: "Aanbesteding van omruiling - nalatigheidsintresten - Art. 06.01.10-48.1.2.".
Art.14. In de mate dat, na de omruiling, in de Grootboeken saldi blijven bestaan waarvan een gedeelte niet kan omgezet worden in de kleinst mogelijke coupure van effecten aan toonder van de door de omruiling beoogde klassieke lening, zal dit gedeelte ambtshalve vergoed worden door de Rijkskassier bij de Nationale Bank van België via de Compensatiekamer.
De opgelopen interesten op dit gedeelte zullen via dezelfde weg betaald worden.
Art.15. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1994.
Art. 16. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 januari 1994.
ALBERT
Van Koningswege:
Voor de Minister van Financiën, afwezig:
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en Economische Zaken,
M. WATHELET