30 DECEMBER 1993. - Koninklijk besluit betrefende de werving van statutair personeel in sommige overheidsdiensten voor het jaar 1994.
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-7
HOOFDSTUK II. - Wijzigings- en slotbepalingen.
Art. 8-12
1994021237 1994021290 1994021398 1994022380 1994022382 1994025154 1994025265 1994912700 1995015095
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de overheidsdiensten behorende tot het federaal administratief Openbaar Ambt zoals omschreven in artikel 1, § 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken.
Art.2. De jaarlijkse wervingsenveloppe waarvan sprake in artikel 1 van de voormelde wet is, voor het geheel van de besturen van elk ministerie, voor elke andere dienst van een ministerie evenals voor elke instelling van openbaar nut, gelijk aan nul.
Art.3. Bij in Ministerraad overlegd koninklijk besluit worden toegestaan, de wervingen die, in het raam van de vastlegging van de personeelskredieten van de ministeries en andere diensten van de ministeries door de Ministerraad voor het jaar 1994 werden goedgekeurd.
Art.4. Bij in Ministerraad overlegd koninklijk besluit kunnen worden toegestaan, de wervingen aangevraagd voor het jaar 1994 door de instellingen van openbaar nut, na advies van de Adviescommissie voor Selectieve wervingen.
Art.5. Onverminderd de artikelen 3 en 4 kunnen bij in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, dat vooraf voor advies voorgelegd wordt aan de Adviescommissie voor Selectieve Wervingen, overeenkomstig de artikelen 5 tot en met 7 van het koninklijk besluit van 9 juni 1993 betreffende de werving in bepaalde overheidsdiensten in 1993 en betreffende de oprichting van de Adviescommissie voor Selectieve Wervingen, wervingen voor nieuwe behoeften toegestaan worden waarvoor in het raam van de procedure voor het opmaken van de algemene begroting der uitgaven geen aanvraag werd ingediend en waarvan het dwingend en onontbeerlijk karakter wordt aangetoond.
Art.6. De bevoegde overheid is gemachtigd ambtshalve aan te werven, mits het gunstig advies van de Inspecteur van Financiën, van de afgevaardigde van de Minister van Financiën of van de regeringscommissaris, met het oog op de vervanging van de statutaire ambtenaren van de niveaus 1, 2+ en 2 opgenomen in de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot vastlegging van de bijzondere voorwaarden voor automatische aanwerving van statutaire ambtenaren ter vervanging van ambtenaren die definitief hun ambt in bepaalde overheidsdiensten neerleggen, aangevuld door artikel 8 van het koninklijk besluit van 9 juni 1993 betreffende de werving in sommige overheidsdiensten voor het jaar 1993 en betreffende de oprichting van de Adviescommissie voor Selectieve Wervingen.
Deze machtigingen om ambtshalve aan te werven worden slechts toegekend indien de definitieve ambtsneerlegging tijdens het jaar 1994 plaats heeft.
De personeelsleden waarvan sprake in dit artikel kunnen slechts aangeworven worden in de wervingsgraad van de loopbaan waartoe die behoorde waarvan de ambtenaar die hij zal moeten vervangen titularis was.
Art.7. § 1. Het advies van de inspecteur van Financiën, van de afgevaardigde van de Minister van Financiën of van de regeringscommissaris moet gevoegd zijn bij elk wervingsdossier en moet uitdrukkelijk vaststellen dat de bepalingen van dit besluit zijn nageleefd.
§ 2. De ontwerpen van koninklijk besluit waarvan sprake is in dit besluit moeten vóór het toekennen van elke machtiging aan de procedure van administratieve en begrotingscontrole worden onderworpen.
HOOFDSTUK II. - Wijzigings- en slotbepalingen.
Art.8. De wervingsmachtigingen toegekend aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, het Ministerie van Landbouw en het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, respectievelijk bij de koninklijke besluiten van 9 maart 1990, 28 januari 1991 en 28 mei 1991, zijn verlengd tot 31 december 1994.
Art.9. § 1. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 9 juni 1993 betreffende de werving in sommige overheidsdiensten voor het jaar 1993 en betreffende de oprichting van de Adviescommissie voor Selectieve Wervingen wordt opgeheven op 1 januari 1994.
Deze opheffing heeft geen uitwerking op wervingsaanvragen die vóór deze datum zijn ingediend voor zover er bij in Ministerraad overlegd koninklijk besluit machtiging voor verleend wordt vóór 1 april 1994.
§ 2. In het eerste lid van artikel 5 van hetzelfde besluit worden de woorden " die wordt ingediend met toepassing van artikel 3 " vervangen door de woorden " die haar moet worden voorgelegd ".
Art.10. In artikel 6 van het koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden voor automatische aanwerving van ambtenaren die definitief hun ambt in bepaalde overheidsdiensten neerleggen wordt de datum van 31 december 1993 vervangen door de datum van 31 december 1994.
Art.11. Met uitzondering van artikel 8 dat uitwerking heeft op 1 januari 1993 en van artikel 9, § 1, treedt dit besluit in werking op 1 januari 1994 en houdt het op uitwerking te hebben op 31 december 1994.
Art. 12. Onze Ministers en Onze Staatssecretaris zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 30 december 1993.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Ambtenarenzaken,
L. TOBBACK