27 DECEMBER 1993. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 30, 31, 35, 36, 81, 82, 114, 115 en 116 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.
Art. 1-11
Artikel 1. <Wijzigingsbepaling van art. 30 van KB 1991-11-25/50>
Art.2. <Wijzigingsbepaling van art. 31 van KB 1991-11-25/50>
Art.3. In artikel 35 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht ;
A) § 1, eerste lid, 2°, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 2° na de beëindiging van de in 1° bedoelde studies of leertijd of na het behalen van een getuigschrift bedoeld in 1°, b) een wachttijd doorlopen hebben van 155 dagen. Deze wachttijd vangt ten vroegste aan de dag waarop de jongere niet meer onderworpen is aan de voltijdse leerplicht en moet doorlopen zijn vóór de uitkeringsaanvraag; "
B) § 3, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 juni 1992, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 3. Wordt eveneens toegelaten tot het recht op overbruggingsuitkeringen tijdens de duur van de deeltijdse leerplicht, de jongere die een wachttijd doorlopen heeft van 155 arbeidsdagen in de loop van de 10 maanden vóór de uitkeringsaanvraag. "
Art.4. <Wijzigingsbepaling van art. 36 van KB 1991-11-25/50>
Art.5. <Wijzigingsbepaling van art. 81 van KB 1991-11-25/50>
Art.6. <Wijzigingsbepaling van art. 82 van KB 1991-11-25/50>
Art.7. <Wijzigingsbepaling van art. 114 van KB 1991-11-25/50>
Art.8. <Wijzigingsbepaling van art. 115 van KB 1991-11-25/50>
Art.9. <Wijzigingsbepaling van art. 116 van KB 1991-11-25/50>
Art.10. § 1. De artikelen 1, 2 en 7 tot 9 van dit besluit treden in werking op 1 januari 1994.
In afwijking van de bepalingen van titel II, hoofdstuk V, afdelingen 3 en 4 van voormeld koninklijk besluit van 25 november 1991 wordt, voor de toepassing van artikel 114, § 4, van dat besluit, zoals gewijzigd bij onderhavig besluit, de aanvangsdatum van de periode, waarvoor een dagbedrag van F 147 wordt verleend, vermeld op de uitkeringskaart, met drie maanden vervroegd, zonder dat deze aanvangsdatum hierdoor vóór 1 januari 1994 komt te liggen. Indien de gewijzigde uitkeringskaart niet aan de uitbetalingsinstelling wordt overgemaakt vóór 24 januari 1994 mag de aanvangsdatum niet komen te liggen vóór de maandag volgend op de verzending van de uitkeringskaart aan de uitbetalingsinstelling.
Het bepaalde in artikel 116, § 1, eerste lid van voormeld koninklijk besluit van 25 november 1991, zoals gewijzigd bij dit besluit, is toepasselijk op de uitkeringsaanvragen vanaf 1 januari 1994.
§ 2. De artikelen 3 en 4 van dit besluit treden in werking op 1 juli 1994.
De bepalingen van artikel 35, § 1, eerste lid, 2° en § 3, eerste lid, en van artikel 36, § 1, eerste lid, 4°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering zoals van kracht vóór de inwerkingtreding van onderhavig besluit, blijven evenwel van toepassing voor de behandeling van een uitkeringsaanvraag ingediend vóór 1 september 1994 door een jonge werknemer die op het tijdstip van die aanvraag minder dan 18 jaar is en van een uitkeringsaanvraag ingediend vóór 1 januari 1995 door een jonge werknemer die op het tijdstip van die aanvraag 18 jaar tot minder dan 26 jaar is.
§ 3. De bepalingen van de artikelen 5 en 6 van dit besluit treden in werking op 1 januari 1995.
De verwittiging bedoeld in artikel 81 van het voormeld koninklijk besluit van 25 november 1991 kan evenveel vóór deze datum worden verstuurd aan de in dit besluit bedoelde werklozen, rechthebbend op wachtuitkeringen; de betrokken werklozen kunnen ze eveneens betwisten vóór deze datum.
Art. 11. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.