Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

23 SEPTEMBER 1993. - Ministerieel besluit houdende nadere bepalingen omtrent het abonnement ter financiering van de ophaling van dierlijk afval.



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De overeenkomst aangaande de financiering van de ophaling van dierlijk afval in de zin van artikel 5, § 1, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Executieve van 23 juni 1993 betreffende de ophaling en de verwerking van dierlijk afval, krijgt voor de houder van een middelgroot of/en groot rundvee-, pluimvee- of varkensbedrijf, zoals gedefinieerd in artikel 1, 11° tot en met 13°, gestalte in de vorm van een abonnement.
  Het abonnementsgeld moet voor het begin van het jaar waarop het betrekking heeft gestort worden aan de erkende verwerker voor hoog-risicomateriaal.
  Het forfaitaire bedrag bedraagt voor 1993 en 1994 :
  - Voor rundveebedrijven :
  - 750 BF voor bedrijven van 50 tot 99 plaatsen voor rundvee;
  - 2 000 BF voor bedrijven tot 299 plaatsen voor rundvee;
  - 5 000 BF voor bedrijven met 300 of meer dan 300 plaatsen voor rundvee.
  - Voor varkensbedrijven :
  - 750 BF voor bedrijven met 100 tot 199 plaatsen voor varkens;
  - 2 000 BF voor bedrijven met 200 tot 499 plaatsen voor varkens;
  - 5 000 BF voor bedrijven met 500 tot 999 plaatsen voor varkens;
  - 12 000 BF voor bedrijven met 1 000 tot 1 999 plaatsen voor varkens;
  - 30 000 BF voor bedrijven met 2 000 of meer dan 2 000 plaatsen voor varkens.
  - Voor pluimveebedrijven :
  - 750 BF voor bedrijven met 3 000 tot 9 999 plaatsen voor pluimvee;
  - 2 000 BF voor bedrijven met 10 000 tot 19 999 plaatsen voor pluimvee;
  - 5 000 BF voor bedrijven met 20 000 tot 49 999 plaatsen voor pluimvee;
  - 12 000 BF voor bedrijven met 50 000 of meer dan 50 000 plaatsen voor pluimvee.
  Eenzelfde bedrijf kan zowel het forfaitair bedrag voor rundvee als voor varkens en pluimvee moeten betalen. De respectievelijke bedragen moeten dan betaald worden.
  Het abonnementsgeld voor het jaar 1993 moet gestort worden aan de erkende verwerker voor hoog-risicomateriaal voor eind oktober 1993.

Art.2. De overeenkomst aangaande de financiering van de ophaling van dierlijk afval in de zin van artikel 5, § 1, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Executieve van 23 juni 1993 betreffende de ophaling en de verwerking van dierlijk afval, krijgt voor de producenten van dierlijk afval in de zin van artikel 4, § 1, en artikel 4, § 3, van dat besluit andere dan de houders van een middelgroot en groot rundvee-, pluimvee- of varkensbedrijf gestalte in de vorm van een abonnement.
  Dit abonnement omvat de driemaandelijkse betaling van een forfaitair bedrag bepaald door het erkende verwerkingsbedrijf. Dit bedrag is slechts een voorschot op de eindafrekening, die op het einde van het abonnementsjaar wordt gemaakt. De eindafrekening is het verschil tussen de kosten die door de erkende verwerker zijn gemaakt voor ophalingen gedurende het abonnementsjaar bij de producent, en de door de producent betaalde bedragen.

Art.3. Wanneer door de betrokken producenten van dierlijk afval in de zin van artikel 1 en 2 van dit besluit geen abonnement zoals bepaald in deze artikelen werd aangegaan, worden de ophalingen door het erkende verwerkingsbedrijf verricht tegen een vergoeding per prestatie. Daarbij kan het maximumtarief dat door de Vlaamse minister van Leefmilieu bepaald is in de erkenning van het verwerkingsbedrijf, worden toegepast.

Art. 4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.