19 MEI 1993. - Besluit van de Vlaamse Executieve betreffende de bijdrage om de waarborg te verkrijgen van de publiekrechtelijke rechtspersoon die door de Vlaamse Executieve aangewezen is.
Art. 1-2, 2bis, 3-4
Artikel 1. <BVR 1994-03-23/33, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1993> Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder de publiekrechtelijke rechtspersoon die door de Vlaamse regering wordt aangewezen : de Dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd Onderwijs opgericht bij decreet van 5 juli 1989 betreffende het Onderwijs en het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds opgericht door het decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994.
Art.2. De bijdrage voor het verkrijgen van de waarborg van de publiekrechtelijke rechtspersoon die door de Vlaamse Regering wordt aangewezen, wordt berekend overeenkomstig artikel 77, derde lid van het decreet van 18 december 1992 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1993.
De storting van de bijdrage gebeurt door de financiële instelling die de lening toestaat aan de inrichtende macht in het kader van het decreet van 5 juli 1989 betreffende het ondewijs, binnen de 30 dagen na de opneming van de eerste schijf van de lening, op een rekening van de publiekrechtelijke rechtspersoon.
Bij niet-betaling binnen de vastgestelde termijn is de wettelijke intrest verschuldigd.
De ontvangen bijdrage dient te worden belegd op een termijnrekening met een maximumduur van 3 maanden en gebruikt voor het betalen van de gewaarborgde bedragen. De ontvangen intrest op de belegde bedragen wordt jaarlijks doorgestort op de ontvangstenrekening van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 2bis. <Ingevoegd bij BVR 1994-03-23/33, art. 2; Inwerkingtreding : 01-01-1993> In afwijking van artikel 2 van dit besluit, wordt de bijdrage verschuldigd voor een waarborg van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds voor waarborgen waarvan de aanvragen gedaan werden voor 1 januari 1994, bepaald op 0 frank.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1993.
Art. 4. De Vlaamse minister bevoegd voor begroting is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 mei 1993.
De minister-president van de Vlaamse regering, de Vlaamse minister van Economie, KMO, Wetenschapsbeleid, Energie en Externe Betrekkingen,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken,
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Gezondheidsinstellingen, Welzijn en Gezin,
Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER