16 DECEMBER 1992. - Besluit van de Vlaamse Executieve tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de criteria die gelden voor de toekenning van een subsidie aan erkende verenigingen die actief zijn op het gebied van de bosbouw, de jacht of het faunabeheer. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-05-1996 en tekstbijwerking tot 28-03-2017)
HOOFDSTUK I. - De erkenning van verenigingen.
Art. 1-4
HOOFDSTUK II. - Subsidiëring van de verenigingen.
Art. 5-7
HOOFDSTUK III. - Intrekking van de erkenning. Terugvordering van subsidies.
Art. 8-9
HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen.
Art. 10-11
HOOFDSTUK I. - De erkenning van verenigingen.
Artikel 1.Verenigingen die het beleid ondersteunen het behoud van de natuurlijke milieus en inzake de voorlichting en de vorming van het publiek om te komen tot een meer ecologisch verantwoord gedrag op het gebied van de bosbouw, de jacht, het faunabeheer te land en te water, kunnen een aanvraag indienen [1 bij het Agentschap voor Natuur en Bos, hierna het agentschap te noemen,]1 om erkend te worden.
[1 Over de erkenning van de verenigingen beslist het hoofd van het Agentschap.]1
Die verenigingen worden hierna "de vereniging" genoemd.
[1 Vierde lid opgeheven.]1
----------
(1)<BVR 2008-03-07/41, art. 81, 004; Inwerkingtreding : 21-05-2008>
Art.2.Om met het oog op subsidiëring erkend te worden en erkend te blijven, moet de vereniging voldoen aan de volgende voorwaarden :
1° de doelstelling en de werking van de vereniging moet worden bepaald door statuten die in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd;
2° de vereniging wordt geleid door een beheerraad die in een algemene vergadering van de leden werd verkozen;
3° de vereniging beschikt over een secretariaat en de zetel is gevestigd in het Vlaamse Gewest of in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad;
4° de vereniging geeft een contactblad uit dat ten minste viermaal per jaar verschijnt;
5° de vereniging telt ten minste 500 individuele betalende leden;
6° ten minste vier maal per jaar wordt een activiteit van enige omvang georganiseerd;
7° een boekhouding voeren derwijze dat de controle op de aanwending van eventuele subsidies mogelijk is;
8° de vereniging is actief over ten minste een Vlaamse provincie. Zo de vereniging ook buiten het Vlaamse Gewest actief is, moet uit de boekhouding van de vereniging duidelijk blijken dat eventuele subsidies van het Vlaamse Gewest alleen voor activiteiten in dat gewest worden aangewend;
9° de vereniging werd op particulier initiatief opgericht en groepeert hoofdzakelijk privé-personen;
10° de vereniging is ten minste twee jaar actief in het Vlaamse Gewest;
11° de vereniging aanvaardt de controle door ambtenaren van het [1 [2 beleidsdomein Omgeving]2]1 op haar boekhouding en op haar werking.
----------
(1)<BVR 2008-03-07/41, art. 82, 004; Inwerkingtreding : 21-05-2008>
(2)<BVR 2017-02-24/16, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
Art.3.De aanvraag tot erkenning wordt bij aangetekende brief gericht tot het [2 Agentschap]2 en dient de volgende gegevens te bevatten :
1° een door de op grond van de statuten van de vereniging, aangewezen bestuurders eensluidend verklaard afschrift van de in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde statuten en van de wijzigingen daarvan;
2° een door de algemene vergadering der leden goedgekeurd gedetailleerd financiëel verslag over het voorbije kalenderjaar, met balans, waarin het aantal bijdragen betaald door de leden wordt vermeld;
3° een werkingsverslag over het voorbije kalenderjaar;
4° een verklaring, opgesteld door de op grond van de statuten aangewezen bestuurders die de vereniging kunnen verbinden, dat de vereniging voldoet aan de erkenningsvoorwaarden vermeld in artikel 2 en dat zij daarmede akkoord gaat;
5° een verklaring van de voorzitter van de vereniging waaruit blijkt dat de vereniging voldoet aan de sociale en fiscale wetgeving. De nodige bewijsstukken daarvan dienen op het secretariaat ter inzage te liggen van de bevoegde ambtenaren van het [1 [3 beleidsdomein Omgeving]3]1.
----------
(1)<BVR 2008-03-07/41, art. 82, 004; Inwerkingtreding : 21-05-2008>
(2)<BVR 2008-03-07/41, art. 83, 004; Inwerkingtreding : 21-05-2008>
(3)<BVR 2017-02-24/16, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
Art.4.[2 Het hoofd van het Agentschap kan]2, een vereniging erkennen voor een periode van ten hoogste vijf jaar.
Deze periode kan worden verlengd voor telkens vijf jaar indien de vereniging daartoe een aanvraag indient bij het [1 Agentschap]1, met voorlegging van de in artikel 3 vermelde documenten.
----------
(1)<BVR 2008-03-07/41, art. 83, 004; Inwerkingtreding : 21-05-2008>
(2)<BVR 2008-03-07/41, art. 84, 004; Inwerkingtreding : 21-05-2008>
HOOFDSTUK II. - Subsidiëring van de verenigingen.
Art.5.Binnen de perken van de begrotingskredieten kan [2 het hoofd van het Agentschap]2, volgens de in dit besluit vastgestelde regelen, subsidies verlenen aan de verenigingen die overeenkomstig artikel 4 zijn erkend en die daarnaast een aanvraag tot subsidiëring hebben ingediend bij het [1 Agentschap]1.
De aanvraag tot subsidiëring wordt jaarlijks ingediend voor 1 april van het kalenderjaar waarop zij slaat.
Bij de aanvraag worden gevoegd :
1° een door de algemene vergadering der leden goedgekeurde begroting voor het kalenderjaar;
2° een door de algemene vergadering der leden goedgekeurd werkingsprogramma voor het kalenderjaar;
3° een door de algemene vergadering der leden goedgekeurd gedetailleerd financiëel verslag over het voorbije kalenderjaar, met balans, waaruit duidelijk blijkt dat de uitgaven en inkomsten in evenwicht zijn en hoeveel betalende leden de vereniging telde op 31 december van het vorige kalenderjaar;
4° het door de algemene vergadering goedgekeurde werkingsverslag over het vorige kalenderjaar, met de opgave van het aantal en de aard van de activiteiten bedoeld in artikel 6, § 1, 3°;
5° het adres en het nummer van de rekening waarop een eventuele subsidie kan worden gestort.
----------
(1)<BVR 2008-03-07/41, art. 83, 004; Inwerkingtreding : 21-05-2008>
(2)<BVR 2008-03-07/41, art. 85, 004; Inwerkingtreding : 21-05-2008>
Art.6. § 1. De maximale subsidie die een erkende vereniging kan ontvangen bestaat uit :
1° een basissubsidie van (1 000 euro), die aan elke erkende subsidievragende vereniging wordt toegekend; <BVR 2001-09-14/38, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
2° een subsidie van (125 euro) per schijf of begonnen schijf van 1 000 individuele leden die in het Vlaamse gewest wonen; <BVR 2001-09-14/38, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
3° een variabele subsidie, waarvan het bedrag jaarlijks wordt vastgesteld op grond van de beschikbare kredieten en van de hierna vermelde aktiviteiten van de vereniging :
a) het aantal aktiviteiten georganiseerd in het voorbije kalenderjaar;
b) de omvang van de aktiviteiten, zowel wat het aantal deelnemers als wat het betrokken terrein, betreft;
c) de aard van de aktiviteiten.
Worden beschouwd als activiteit in de zin van dit besluit :
1° de inrichting van studiedagen, congressen, enz., met als onderwerp het bosbeheer, de jacht of het faunabeheer;
2° de inrichting van cursussen, gespreid over ten minste drie volle werkdagen of vijf avonden, met dezelfde onderwerpen;
3° het ter beschikking stellen van tentoonstellingen of van didactisch materieel over dezelfde onderwerpen;
4° het ondersteunen van de opsporing en de vaststelling van overtredingen van de reglementering inzake bossen, jacht, faunabeheer en natuurbescherming, onder meer door het aanstellen van beëdigde wachters. Een wachter vormt een eenheid.
5° het inrichten van demonstratieprojecten of van geleide bezoeken aan realisaties m.b.t. bosbeheer, jacht of faunabeheer;
6° het uitgeven van publicaties, tijdschriften, contactbladen en dergelijke waarin de meerderheid van de teksten onderwerpen zijn inzake bosbeheer, jacht of faunabeheer.
Elke activiteit op een van voormelde gebieden wordt als een gelijkwaardige eenheid beschouwd voor de vaststelling van het bedrag van de variabele subsidie.
Alleen activiteiten die doorgaan in het Vlaamse Gewest komen in aanmerking.
§ 2. Het beschikbare krediet wordt onder de regelmatige aanvragers verdeeld op grond van de in § 1 vermelde criteria.
Art.7. Voor het kalenderjaar 1992 worden de aanvragen tot erkenning en subsidiëring ingediend voor 1 januari 1993.
HOOFDSTUK III. - Intrekking van de erkenning. Terugvordering van subsidies.
Art.8.[1 het hoofd van het Agentschap]1 kan op elk ogenblik de in artikel 4 bedoelde erkenning intrekken zo blijkt dat deze werd bekomen op voorlegging van valse verklaringen of documenten.
De betrokken vereniging heeft geen recht op enige subsidie voor het kalenderjaar waarin de erkenning werd ingetrokken.
----------
(1)<BVR 2008-03-07/41, art. 86, 004; Inwerkingtreding : 21-05-2008>
Art.9.([1 Het hoofd van het Agentschap]1 kan ook de terugbetaling van de uitgekeerde subsidie vorderen als blijkt dat deze verkregen werd op grond van valse verklaringen of documenten, of als de subsidie geheel of gedeeltelijk werd aangewend buiten het Vlaamse Gewest.) <BVR 1996-03-05/41, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 1996-05-24>
De betrokken vereniging wordt daarvan op de hoogte gesteld door het [1 Agentschap]1 bij middel van een ter post aangetekende brief.
----------
(1)<BVR 2008-03-07/41, art. 87, 004; Inwerkingtreding : 21-05-2008>
HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen.
Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang 1 juli 1992.
Art. 11. De Vlaamse minister bevoegd voor de Landinrichting en het Natuurbehoud is belast met de uitvoering van dit besluit.