Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

2 DECEMBER 1992. - Besluit van de Vlaamse Executieve houdende uitzonderlijke en tijdelijke maatregelen inzake inschrijvingen van en bijstand aan personen met een handicap door het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap.



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° het decreet : het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap;
  2° het inschrijvingsbesluit : het besluit van de Vlaamse Executieve van 24 juli 1991 betreffende de inschrijving bij het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Executieve van 3 juni 1992;
  3° het Fonds : het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap.

Art.2. Dit besluit is van toepassing op de aanvragen tot inschrijving en tot toekenning van bijstand tot sociale integratie, ingediend door of namens een persoon met een handicap die tot één van de volgende categorieën behoort :
  1° de personen met een handicap die ofwel krachtens artikel 47 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijsalg voor loonarbeiders, ofwel krachtens artikel 20, § 2 van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van zelfstandigen, recht geven op bijkomende kinderbijslag en bij de evaluatie van de zelfredzaamheid ten minste 4 punten bekomen overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 mei 1991 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies, 62, § 3 en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 96 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen en van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 augustus 1991 tot uitvoering van de artikelen 20, §§ 2 en 3, 26 en 35 van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag, ten voordele van de zelfstandigen, en van artikel 23 van het koninklijk besluit van 21 februari 1991 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen;
  2° de personen met een handicap die krachtens de wetgeving op de tegemoetkomingen aan gehandicapten erkend werden als rechthebbende op een integratietegemoetkoming en wiens graad van zelfredzaamheid op ten minste 12 punten werd vastgesteld krachtens de bepalingen van het ministerieel besluit van 30 juli 1987 tot vaststelling van de categorieën en van de handleiding voor de evaluatie van de graad van zelfredzaamheid met het oog op het onderzoek naar het recht op de integratietegemoetkoming;
  3° de personen met een handicap die buitengewoon lager onderwijs, type 2, 4, 5, 6 of 7, of buitengewoon secundair onderwijs met opleidingsvorm 1 of 2 volgen;
  4° de personen met een handicap die verlengd minderjarig verklaard zijn.

Art.3. In afwijking van de bepalingen van de artikelen 4 en 5 van het inschrijvingsbesluit legt de administratie van de provinciale afdeling van het Fonds de bij artikel 2 bedoelde aanvragen aan de bij artikel 40, § 1, van het decreet bedoelde provinciale evaluatiecommissie voor zonder bijkomende inlichtingen in te winnen andere dan deze bedoeld in artikel 4 en zonder een syntheseverslag op te stellen indien het bij artikel 2 van het inschrijvingsbesluit bedoelde aanvraagformulier vergezeld is van een bij artikel 40, § 4, van het decreet bedoelde multidisciplinair verslag, alsmede van één der in artikel 4 van dit besluit bedoelde documenten, en indien de voorgestelde of aangevraagde bijstand tot sociale integratie strekt tot de opname, het onderhoud, de opvoeding of de behandeling in een voorziening bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor Medische, Sociale en Pedagogische Zorg voor Gehandicapten of tot tewerkstelling in een erkende beschutte werkplaats.

Art.4. Teneinde van de toepassing van dit besluit te genieten, dient de in artikel 2 bedoelde aanvraag vergezeld te zijn van :
  1° voor de aanvragen bedoeld bij artikel 2, 1° : een attest van de uitbetalingsinstelling van de kinderbijslag, waaruit blijkt dat de aanvrager aan de in dit artikel bepaalde voorwaarden voldoet;
  2° voor de aanvragen bedoeld bij artikel 2, 2° : een attest of een kopie van de beslissing van de Dienst voor Tegemoetkomingen aan Gehandicapten, waaruit blijkt dat de aanvrager aan de in dit artikel bepaalde voorwaarden voldoet;
  3° voor de aanvragen bedoeld bij artikel 2, 3° : een attest of verklaring van de laatst bezochte buitengewone onderwijsinstelling en een kopie van het in de wetgeving op het buitengewoon onderwijs bedoelde inschrijvingsverslag;
  4° voor de aanvragen bedoeld bij artikel 2, 4° : een kopie van de gerechtelijke beslissing die de verlengde minderjarigheid uitspreekt, of van een uittreksel uit het bevolkingsregister waarin deze beslissing aangetekend is;

Art.5. In afwijking van de bepalingen van artikel 40, §§ 3 en 4, besluit de provinciale evaluatiecommissie omtrent de inschrijving en zorgtoewijzing van de in dit besluit bedoelde personen met een handicap overeenkomstig de gegevens vervat in de in artikel 4 bedoelde bescheiden en overeenkomstig de in het aanvraagformulier geformuleerde vraag om bijstand tot sociale integratie.

Art.6. Dit besluit is van toepassing op de tussen 1 april 1992 en (30 september 1993) ingediende aanvragen tot inschrijving en tot het verkrijgen van bijstand tot sociale integratie, waaromtrent op de datum van publicatie van dit besluit nog geen beslissing genomen is. <BVE 1993-05-05/69, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-04-1993; Opheffing : 30-09-1993>

Art.7. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en treedt buiten werking op (30 september 1993.) <BVE 1993-05-05/69, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-04-1993; Opheffing : 30-09-1993>

Art. 8. De Vlaamse minister bevoegd voor bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.