3 SEPTEMBER 1992. - Besluit van de Executieve houdende vaststelling voor 1992 van de criteria voor de verdeling van het Bijzonder Fonds voor maatschappelijk welzijn onder de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van de Duitstalige Gemeenschap.
Art. 1-8
Artikel 1. Dit besluit regelt voor 1992 de verdeling van het gedeelte van het Bijzonder Fonds voor maatschappelijk welzijn van het Waalse Gewest dat aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van de Duitstalige Gemeenschap toekomt.
Art.2. Voor het jaar 1992 worden 100 % van het Bijzonder Fonds voor maatschappelijk welzijn als volgt onder de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van de Duitstalige Gemeenschap verdeeld :
§ 1. 10 % op basis van het aantal maatschappelijke werkers die op 31 juli 1991 een volledige of een deeltijdbaan hadden;
§ 2. 30 % op basis van de netto-uitgaven ontstaan in de loop van het jaar 1991 tengevolge van de uitbetaling van het wettelijk bestaansminimum of van elke andere sociale hulpverlening, en niet vermeld onder de §§ 3 tot 8;
§ 3. 30 % op basis van de kosten die in de loop van het jaar 1991 door het O.C.M.W. gedragen werden voor de uitbating van bedden in rustoorden of verzorgingscentra voor bejaarden, hetzij in eigen regie, hetzij door tussenkomst van een intercommunale waarbij het O.C.M.W. aangesloten is;
§ 4. 10 % op basis van de netto-uitgaven ontstaan in de loop van het jaar 1991 tengevolge van de plaatsing van bejaarden, met uitzondering van de in § 3 bedoelde kosten;
§ 5. 2 % op basis van de netto-uitgaven ontstaan in de loop van het jaar 1991 tengevolge van de uitbating van een dienst voor warme maaltijden;
§ 6. 4 % op basis van het aantal uren die in de loop van het jaar 1991 gepresteerd werden door een dienst voor gezins- en bejaardenhulp, hetzij door de eigen dienst van het O.C.M.W., hetzij door een openbare of een privé-dienst waarmee het O.C.M.W. een schriftelijke overeenkomst heeft gesloten;
§ 7. 4 % op basis van de door het O.C.M.W. gedragen kosten voortvloeiend uit de uren die in de loop van 1991 door de dienst "S.O.S.-Selbsthilfe" of door andere diensten voor huishoudhulp gepresteerd werden en waarin het O.C.M.W. krachtens een overeenkomst financieel bijdraagt;
§ 8. 10 % op basis van het aantal van de op 31 december 1991 in de vreemdelingen- of bevolkingstregisters ingeschreven erkende politieke vluchtelingen en asielzoekers.
Art.3. Indien het aandeel van het Bijzonder Fonds van een O.C.M.W. met betrekking tot één van de criteria hoger is dan de effectieve lasten, wordt het verschil tussen aandeel en lasten bij het overeenkomstig artikel 2, § 4, bepaald totaal aandeel voor de plaatsing van bejaarden opgeteld.
Art.4. De verdeling van de middelen die ter beschikking van het Bijzonder Fonds gesteld worden is onderworpen aan het indienen van :
- de begroting van de verschillende O.C.M.W.'s voor het lopende begrotingsjaar;
- de goedgekeurde rekeningen van de O.C.M.W.'s voor het voorafgaande jaar;
- van een algemene beleidsnota, zoals bedoeld in artikel 88, § 1 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de O.C.M.W.'s.
Art.5. De Minister regelt de uitbetalingsmodaliteiten.
Art.6. § 1. Wordt na de verdeling vastgesteld dat een vergissing werd begaan ten nadele van een O.C.M.W., dan wordt de ontbrekende som aan dit centrum toegekend bij de overeenkomstige verdeling betreffende een daaropvolgend jaar.
Die som wordt berekend volgens de grondlsagen van de verdeling waarbij de vergissing werd begaan.
§ 2. Indien een vergissing ten voordele van een O.C.M.W. begaan werd, dan schrijft een besluit van de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap de terugbetaling van de ten onrechte uitbetaalde som voor. Deze som wordt opgeteld bij het aandeel dat voor het lopende jaar de O.C.M.W.'s van de Duitstalige Gemeenschap toekomt.
Art.7. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1992.
Art. 8. De Gemeenschapsminister van Media, Volwassenenvorming, Gehandicaptenbeleid, Sociale Hulp en Beroepsomscholing is belast met de uitvoering van dit besluit.