Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

18 MEI 1993. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de wijze waarop kan voldaan worden aan de leerplicht in [de overheidsinstellingen voor jeugdbescherming] (open en gesloten afdelingen) van de Franse Gemeenschap. (Vertaling) <Opschrift gewijzigd door BFG2009-05-14/74, art. 14, 003; Inwerkingtreding : 18-10-2009> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-03-2008 en tekstbijwerking tot 08-10-2009)



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2008029167  2009029547 



Artikels:

Artikel 1.Dit besluit is toepasselijk op de leerplichtige jongeren die de jeugdrechtbank, overeenkomstig artikel 37, 4° van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, toevertrouwt aan [1 de overheidsinstellingen voor jeugdbescherming]1 (open en gesloten afdelingen) van de Franse Gemeenschap, bestaande uit :
  - de openbare instelling voor jeugdbescherming (open en gesloten afdeling) van de Franse Gemeenschap te Kasteelbrakel;
  - de openbare instelling voor jeugdbescherming (open en gesloten afdeling) van de Franse Gemeenschap te Fraipont;
  - de openbare instelling voor jeugdbescherming (open en gesloten afdeling) van de Franse Gemeenschap te Jumet;
  - de openbare instelling voor jeugdbescherming (open en gesloten afdeling) van de Franse Gemeenschap te Saint-Servais;
  - de openbare instelling voor jeugdbescherming (open en gesloten afdeling) van de Franse Gemeenschap te Woutersbrakel.
  ----------
  (1)<BFG 2009-05-14/74, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 18-10-2009>

Art.2. Het voltijds of deeltijds onderwijs verstrekt aan jongeren tijdens de periode waarin zij door de jeugdrechtbank geplaatst zijn in een instelling vermeld in artikel 1, is huisonderwijs, bedoeld in de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht.
  Voltijds onderwijs, bedoeld in § 1, wordt verstrekt gedurende ten minste 28 en ten hoogste 36 lestijden van 50 minuten per week. Deeltijds onderwijs, bedoeld in § 1, wordt verstrekt naar rato van 15 lestijden van 50 minuten per week.

Art.3.De instellingen bedoeld in artikel 1 die huisonderwijs verstrekken aan leerplichtige jongeren, moeten [1 de Diensten van de Regering]1 onderstaande documenten overzenden betreffende die jongeren, voor de duur van hun verblijf in de instelling :
  1° een verklaring waaruit blijkt dat de leerplichtige jongere huisonderwijs geniet overeenkomstig artikel 1, § 6, van de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht, met vermelding van het niveau van het onderwijs;
  2° een verklaring waarbij de instelling het toezicht aanvaardt over het peil van het onderwijs, uitgeoefend door de inspectiedienst, bevoegd volgens het niveau van het onderwijs, op de plaats waar huisonderwijs verstrekt wordt;
  3° het gevolgde leerplan;
  4° de lijst van de personen die huisonderwijs verstrekken, met eventueel hun bekwaamheidsbewijzen.
  ----------
  (1)<BFG 2008-02-15/39, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2007>

Art.4. Ten minste eenmaal per jaar controleert de voor het niveau van het onderwijs bevoegde inspectiedienst het peil van het huisonderwijs, op de dag en uur, vooraf aan de betrokken instelling meegedeeld.
  Het verslag over die controle wordt overgezonden aan het bevoegde bestuur van het Ministerie van Onderwijs, Onderzoek en Vorming.

Art.5.[1 De Diensten van de Regering reiken]1 aan elke betrokken jongere een attest uit waaruit blijkt dat deze gedurende een bepaalde periode huisonderwijs genoten heeft. Het model van dat attest wordt vastgesteld door de voor het beschouwde onderwijsniveau bevoegde Minister.
  ----------
  (1)<BFG 2008-02-15/39, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2007>

Art.6. Het in artikel 5 bedoelde attest maakt deel uit van het dossier van de leerling die tijdens of na zijn verblijf in de instelling :
  - een inschrijving neemt voor onderwijs dat aan de vereisten van de leerplicht voldoet of voor een erkende opleiding die aan de vereisten van de leerplicht voldoet;
  - of opnieuw onderwijs of een erkende opleiding gaat volgen die aan de vereisten van de leerplicht voldoen.

Art.7. Dit besluit, dat de vroegere bepalingen intrekt, heeft uitwerking op 1 september 1991, met uitzondering van de artikelen 3, 2°, en 4 die op 1 september 1993 in werking treden.

Art. 8. De Ministers tot wier bevoegdheid de jeugdzorg en het secundair en basisonderwijs behoren, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.