30 APRIL 1993. - Koninklijk besluit tot regeling van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen, wat de dienst " Bestaansminimum " en de dienst " Financiën en Onderstandskosten " van het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu betreft.
Art. 1-4
Artikel 1. De Minister tot wiens bevoegdheid het maatschappelijk welzijn behoort, alsmede de door die Minister schriftelijk en nominatim aangewezen leidend ambtenaren (van niveau 1) van respectievelijk de dienst " Bestaansminimum " en de dienst " Financiën en Onderstandskosten " van de Bestuursafdeling voor het Maatschappelijk Welzijn van het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu worden gemachtigd gebruik te maken van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen binnen de perken, onder de voorwaarden en voor de doeleinden bepaald in de artikelen 2 en 3.
Jaarlijks wordt de lijst van de aangewezen ambtenaren, met vermelding van hun functie en graad, door de bevoegde Minister medegedeeld aan de Minister van Binnenlandse Zaken en aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Art.2. De in artikel 1 bedoelde personen zijn gemachtigd om in de bestanden en repertoria van de dienst " Bestaansminimum " en de dienst " Financiën en Onderstandskosten " van de Bestuursafdeling voor het Maatschappelijk Welzijn het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken en dit alleen als identificatiemiddel en uitsluitend voor het vervullen van de taken die tot hun respectieve bevoegdheden behoren en binnen de perken van de wet.
Art.3. Benevens het gebruik geregeld in artikel 2, mag het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen gebruikt worden, alleen als identificatiemiddel in de interne en externe betrekkingen die nodig zijn uitsluitend voor het vervullen van de taken bepaald in artikel 2.
Onder " interne " betrekkingen dient te worden verstaan de betrekkingen tussen de in artikel 1 bedoelde overheden.
Onder " externe " betrekkingen dient te worden verstaan, de betrekkingen die aan de dienst " Bestaansminimum " en de dienst " Financiën en Onderstandskosten " van de Bestuursafdeling voor het Maatschappelijk Welzijn zijn opgelegd door of krachtens een wets- of reglementsbepaling :
1° met de houder van het nummer of diens wettelijke vertegenwoordiger;
2° met de openbare overheden of de instellingen gemachtigd krachtens artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en die handelen in de uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden.
Art. 4. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt en Onze Minister van Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheid en Leefmilieu zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.