19 APRIL 1993. - Koninklijk besluit betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van de produkten van de consultatieve afdeling " Zuivel " opgericht in de schoot van de Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten. - (NOTA 1 : opgeheven wat het Brusselse Gewest betreft bij BSL 1994-03-10/31, art. 1, 8°, Inwerkingtreding : 01-01-1994) - (NOTA 2 : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG 1995-12-14/64, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-01-1996) - (NOTA 3 : Opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap door BVR 2001-01-26/33, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 15-03-2001) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-04-1993 en tekstbijwerking tot 15-03-2001)
Art. 1-11
Artikel 1. <Zie notes onder titel> Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
" melk " : het produkt voortkomend van het melken van één of meer koeien en waarvan het natuurlijk vetgehalte al dan niet werd gewijzigd;
" koper " : 1° iedere natuurlijke of rechtspersoon die melk aankoopt om deze te onderwerpen aan bewerkingen van bereiding, van fabricage, van omvorming of van conditionering;
2° iedere natuurlijke of rechtspersoon die zich in welke hoedanigheid dan ook voor eigen rekening of voor rekening van een derde stelt tussen de producent en de onder 1° bedoelde persoon;
" producent " : de houder van één of meer koeien bestemd voor de melkproduktie in een produktiebedrijf, waarvan de uitbatingszetel in België gevestigd is en die aan een koper melk levert;
" Dienst " : Nationale Dienst voor afzet van land- en tuinbouwprodukten.
Art.2. <Zie notes onder titel> De verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van melk en zuivelprodukten worden als volgt vastgesteld :
Iedere melkproducent is een bijdrage verschuldigd van 5 centiemen per liter melk die hij aan een koper levert.
In geval van levering van room bedraagt de bijdrage BF 1,30 per kilogram botervet.
Art.3. <Zie notes onder titel> De bijdrage wordt door de koper van de melk ingehouden op de aan de producent te verrichten betaling.
De kopers van de melk geven op de afrekening van elke producent afzonderlijk het bedrag aan dat als verplichte bijdrage is ingehouden.
Art.4. <Zie notes onder titel> De ingehouden bijdragen worden van rechtswege binnen de 45 dagen na de betrokken maand door de koper van de melk gestort aan de Dienst.
Laattijdige betaling heeft van rechtswege en zonder ingebrekestelling een nalatigheidsintrest tegen de wettelijke rentevoet tot gevolg, vermeerderd met 500 frank voor administratieve kosten.
Art.5. <Zie notes onder titel> De Dienst wordt belast met de inning van de bij dit besluit bedoelde verplichte bijdragen.
De ambtenaren door de Minister van Landbouw aangewezen, mogen alle lokalen, behalve deze die tot woning dienen, betreden in de uitoefening van hun opdracht, inzonderheid om de verklaringen te controleren.
Zij kunnen alle inlichtingen en bescheiden doen verstrekken die zij tot het volbrengen van hun opdracht nodig achten. Zij kunnen proces-verbaal opstellen indien zij vaststellen dat de verklaringen niet tijdig worden gedaan of onjuiste of onvolledige gegevens bevatten.
Ingeval de bijdragen niet van rechtswege worden gestort en/of geen tijdige of een onjuiste aangifte wordt gedaan, stelt de Dienst de bijdragen van ambtswege vast op basis van de gegevens waarover hij beschikt.
Art.6. <Zie notes onder titel> De kopers doen, uiterlijk binnen 45 dagen na het einde van de betrokken periode, aan de Dienst een verklaring toekomen van de door de producenten totale hoeveelheid geleverde melk gedurende die maand.
De kopers houden een produkten-boekhouding ter beschikking van de Dienst, waarin per maand moeten vermeld zijn :
a) naam en adres van de producenten van wie zij melk hebben gekocht;
b) de van elke producent gekochte hoeveelheid melk;
c) het bedrag dat als bijdrage is ingehouden op het bedrag dat aan iedere producent verschuldigd is als betaling voor de geleverde melk;
d) naam en adres van de natuurlijke of rechtspersonen waaraan de betrokken melk is geleverd, indien ze tussenpersonen zijn tussen de producenten en gebruikers.
Art.7. <Zie notes onder titel> Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 27 december 1938 betreffende de oprichting van een Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 september 1955 en bij de wet van 11 april 1983.
Art.8. <Zie notes onder titel> De hiernagenoemde openbare besturen verstrekken de Dienst, op eenvoudige aanvraag, al de nodige inlichtingen en gegevens die deze nodig heeft voor de toepassing van dit besluit :
de diensten van het Ministerie van Landbouw;
de diensten van het Ministerie van Financiën;
de Nationale Zuiveldienst.
Art.9. <Zie notes onder titel> Voor de gerechtelijke inning van de bijdragen zijn alleen de rechtbanken te Brussel bevoegd.
Art.10. <Zie notes onder titel> Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 1993 voor een periode van één jaar eindigend op 31 maart 1994.
<NOTA 1 : Voor het Waalse Gewest wordt dit artikel gewijzigd door BWG 1994-03-24/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 1994-05-07, als volgt :
De in de artikelen 2 en 3 bedoelde verplichte bijdragen zijn van toepassing tot 31 december 1994.>
<NOTA 2 : Voor het Vlaamse Gewest wordt dit artikel gewijzigd door BVR 1994-03-30/44, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 1994-01-01, als volgt :
De verplichte bijdragen voorzien in artikel 2 gelden tot en met 31 december 1994.>
<NOTA : 3 : voor het Waalse Gewest wordt dit artikel gewijzigd door BWG 1994-11-24/41, art. 2, 004, als volgt :
De in de artikelen 2 en 3 bedoelde verplichte bijdragen zijn van toepassing tot 31 december 1994>
Art. 11. <Zie notes onder titel> Onze Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.