27 AUGUSTUS 1993. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor sommige ondernemingen van het arrondissement Charleroi die onder het Paritair Comité voor het glasbedrijf ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken, de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst.
Art. 1-7
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de sector Vensterglas van het arrondissement Charleroi die onder het Paritair Comité voor het glasbedrijf ressorteren.
Art.2. Bij volledig of gedeeltelijk gebrek aan werk wegens economische oorzaken mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden geschorst worden, mits ervan kennisgeving wordt gedaan ten minste zeven dagen vooraf door aanplakking op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming.
Wanneer de werkman de dag van de aanplakking afwezig is, wordt hem de kennisgeving dezelfde dag per post verzonden.
Art.3. De duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst mag zes maanden niet overschrijden.
Art.4. Mededeling van de aanplakking of van de individuele kennisgeving, moet door de werkgever, onder een bij de post aangetekende omslag, de dag zelf van de aanplakking of van de individuele kennisgeving worden gezonden aan het gewestelijk bureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de onderneming gevestigd is.
Art.5. De in artikel 2 bedoelde kennisgeving en de in artikel 4 bedoelde mededeling vermelden de datum waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst zal ingaan, de datum waarop die schorsing een einde zal nemen en de data waarop de werklieden werkloos zullen zijn.
De in artikel 4 bedoelde mededeling vermeldt daarenboven de economische oorzaken die de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst rechtvaardigen en hetzij de naam, de voornamen en het adres van de werkloos gestelde werklieden, hetzij de afdeling(en) van de onderneming waar de arbeid wordt geschorst.
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1993 en houdt op van kracht te zijn op 1 november 1994.
Art. 7. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.