13 JULI 1993. - Koninklijk besluit tot vaststelling voor de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden geheel schorst.
Afdeling 1. - Toepassingsgebied.
Art. 1
Afdeling 2. - Stelsel van tijdelijke werkloosheid dat toegepast kan worden in de ondernemingen die zwaar getroffen worden door de economische conjunctuur.
Art. 2-6
Afdeling 3. - Stelsel van tijdelijke werkloosheid dat toegepast kan worden in de ondernemingen die getroffen worden door de economische situatie.
Art. 7-11
Afdeling 4. - Inwerkingtreding.
Art. 12-13
Afdeling 1. - Toepassingsgebied.
Artikel 1. § 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden.
§ 2. De in § 1 bedoelde werkgevers kunnen slechts van één van de twee door dit besluit voorziene tijdelijke werkloosheidsstelsels gebruik maken.
Afdeling 2. - Stelsel van tijdelijke werkloosheid dat toegepast kan worden in de ondernemingen die zwaar getroffen worden door de economische conjunctuur.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt onder " onderneming die zwaar getroffen wordt door de economische conjunctuur " verstaan, de onderneming die aan één van de volgende criteria beantwoordt :
1. in de jaarrekening van de twee boekjaren die de datum van aanvraag voorafgaan, voor belastingen een verlies uit de gewone bedrijfsuitoefening geboekt hebben, wanneer voor het laatste boekjaar, dit verlies het bedrag van de afschrijvingen en waardevermindering op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa overschrijft;
2. een verlies van een derde van het maatschappelijk kapitaal geleden hebben;
3.
a) voor de onderneming die meer dan twintig werknemers tewerkstelt het voornemen ter kennis hebben gebracht om tot een collectief ontslag in toepassing van het koninklijk besluit van 24 mei 1976 over te gaan;
3.
b) voor de onderneming die twintig of minder dan twintig werknemers tewerkstelt, gedurende een termijn van zestig dagen ten minste zes werknemers ontslagen hebben indien zij tussen twaalf en twintig werknemers tewerkstelt of ten minste de helft van de werknemers indien ze minder dan twaalf werknemers tewerkstelt en indien ze de procedure nageleefd heeft betreffende het voornemen om over te gaan tot een collectief ontslag ten opzichte van het Paritair Subcomité voorzien door het koninklijk besluit van 24 mei 1976;
4. in de loop van de twee jaren die de aanvraag voorafgaan, een gedeeltelijke werkloosheid wegens economische redenen gekend hebben ten belope van ten minste 30 % van de arbeidsdagen " werklieden " aangegeven bij de Rijksdienst voor sociale Zekerheid;
5. op basis van de arbeidsdagen aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid een vermindering van ten minste 20 % van de loonmassa van de werklieden van de onderneming geleden hebben :
- hetzij in het vierde trimester 1992 ten opzichte van het vierde trimester 1991;
- hetzij in het eerste trimester 1993 ten opzichte van de loonmassa van het eerste trimester 1992;
- hetzij in het tweede trimester 1993 ten opzichte van de loonmassa van het tweede trimester 1992.
6. een verlies geleden hebben voor minstens 20 % van het zakencijfer van de onderneming :
- hetzij in het vierde trimester 1992 ten opzichte van het vierde trimester 1991;
- hetzij in het eerste trimester 1993 ten opzichte van de loonmassa van het eerste trimester 1992;
- hetzij in het tweede trimester 1993 ten opzichte van het tweede trimester 1992.
Art.3. Bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden geheel worden geschorst mits :
1° de voorafgaande toelating van het Beperkt Paritair Comité opgericht binnen het Paritair Subcomité overeenkomstig een collectieve arbeidsovereenkomst;
2° een kennisgeving wordt gedaan, hetzij door aanplakking van een bericht in de lokalen van de onderneming, wanneer alle werklieden van de onderneming collectief werkloos worden gesteld, hetzij door overhandiging aan de werkman van een geschrift, als slechts een gedeelte van de werklieden van de onderneming werkloos worden gesteld.
Een in het Paritair Subcomité gesloten collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de procedure van voorafgaande aanvraag tot toelating evenals de modaliteiten betreffende de betekening van de beslissing van het beperkt Paritair Comité.
De kennisgeving moet ten laatste drie dagen voor de inwerkingtreding van het door deze afdeling voorziene stelsel van gedeeltelijke werkloosheid gebeuren.
Art.4. De duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden, bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, mag zes maanden niet overschrijden.
Art.5. Mededeling van de bij artikel 3 bedoelde aanplakking of individuele kennisgeving, evenals de voorafgaande toelating moeten door de werkgever, onder een bij de post aangetekende omslag, de dag zelf van de aanplakking of van de individuele kennisgeving, worden gezonden aan het gewestelijk bureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de onderneming gevestigd is.
Art.6. De bij artikel 3 bedoelde kennisgeving en de bij artikel 5 bedoelde mededeling moeten de datum vermelden waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst zal ingaan, de datum waarop de schorsing een einde zal nemen, de data waarop de werklieden werkloos zullen zijn en de datum waarop de bij artikel 3 bedoelde voorafgaande toelating door het Beperkt Paritair Comité gegeven moet worden.
De bij artikel 5 bedoelde mededeling vermeldt daarenboven de economische redenen die de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst rechtvaardigen en hetzij de naam, voornamen en het adres van de werkloos gestelde werklieden, hetzij de afdeling(en) van de onderneming waar de arbeid wordt geschorst.
Afdeling 3. - Stelsel van tijdelijke werkloosheid dat toegepast kan worden in de ondernemingen die getroffen worden door de economische situatie.
Art.7. Voor de toepassing van dit besluit wordt onder " onderneming die getroffen wordt door de economische situatie " verstaan, de onderneming die niet beantwoordt aan één van de in artikel 2 opgesomde criteria.
Art.8. Bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden geheel worden geschorst mits een kennisgeving wordt gedaan, hetzij door aanplakking van een bericht in de lokalen van de onderneming, wanneer alle werklieden van de onderneming collectief werkloos worden gesteld, hetzij door overhandiging aan de werkman van een geschrift, als slechts een gedeelte van de werklieden van de onderneming werkloos worden gesteld.
De kennisgeving moet ten laatste drie dagen voor de inwerkingtreding van het door deze afdeling voorziene stelsel van tijdelijke werkloosheid gebeuren.
Art.9. De duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden, bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, mag acht weken niet overschrijden.
Art.10. Mededeling van de bij artikel 8 bedoelde aanplakking of individuele kennisgeving, moet door de werkgever, onder een bij de post aangetekende omslag, de dag zelf van de aanplakking of van de individuele kennisgeving, worden gezonden aan het gewestelijk bureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de onderneming gevestigd is.
Een kopie van de in het vorige lid bedoelde overgemaakte informatie aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening moet door de werkgever gezonden worden aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité. Deze informatie moet onder een bij de post aangetekende omslag of bij fax verzonden worden, ten minste drie dagen voor de invoering van het bij deze afdeling voorziene stelsel van tijdelijke werkloosheid.
Art.11. De bij artikel 8 bedoelde kennisgeving en de bij artikel 10 bedoelde mededeling en informatie moeten de datum vermelden waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst een einde zal nemen en de data waarop de werklieden werkloos zullen zijn.
De bij artikel 10 bedoelde mededeling en informatie vermelden daarenboven de economische redenen die de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst rechtvaardigen en hetzij de naam, de voornamen en het adres van de werkloos gestelde werklieden, hetzij de afdeling(en) van de onderneming waar de arbeid wordt geschorst.
De bij artikel 10 bedoelde informatie vermeldt daarenboven het voorafgaand advies van de werknemersvertegenwoordigers dat verstrekt werd in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Subcomité en dat het door dit besluit voorziene stelsel van tijdelijke werkloosheid begeleidt.
Afdeling 4. - Inwerkingtreding.
Art.12. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1993 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1994.
Art. 13. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.