24 JUNI 1993. - Koninklijk besluit betreffende de samenstelling en de werking van de Overlegcommissie van de arbeidsgeneeskundige diensten bedoeld in artikel 2bis van de wet van 28 december 1977 tot bescherming van de arbeidsgeneesheren.
Art. 1-3
Artikel 1. § 1. De Overlegcommissie van de arbeidsgeneeskundige diensten bedoeld in artikel 2bis van de wet van 28 december 1977 tot bescherming van de arbeidsgeneesheren is samengesteld uit :
1° de directeur-generaal van de Administratie van de Arbeidshygiène en -geneeskunde, die het voorzitterschap waarneemt;
2° de inspecteur-generaal, hoofd van de Medische Arbeidsinspectie, als ondervoorzitter;
3° vijf werkende en vijf plaatsvervangende leden voorgedragen door de representatieve werkgeversorganisaties;
4° vijf werkende en vijf plaatsvervangende leden voorgedragen door de representatieve werknemersorganisaties;
5° drie geneesheren die behoren tot de Medische Arbeidsinspectie, die ten minste bekleed zijn met een graad van rang 13 en die aangewezen zijn door de directeur-generaal van de Administratie van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde op grond van de plaats van het te onderzoeken geschil;
6° een verslaggever die behoort tot de Medische Arbeidsinspectie en die is aangewezen door de inspecteur-generaal, hoofd van de Medische Arbeidsinspectie, op grond van het te onderzoeken geschil;
7° een secretaris en een adjunct-secretaris die behoren tot de Administratie van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde en die aangewezen zijn door de directeur-generaal van die administratie.
De leden die de representatieve organisaties van werkgevers en werknemers vertegenwoordigen worden benoemd door de Koning. Zij worden gekozen uit kandidatenlijsten voorgelegd door de voormelde representatieve organisaties. Deze organisaties moeten hun voorstellen binnen zestig dagen na het hun daartoe gericht verzoek indienen bij de Minister tot wiens bevoegdheid de Tewerkstelling en Arbeid behoren, zoniet worden de benoemingen ambtshalve gedaan.
Het mandaat van de door de Koning benoemde leden duurt vier jaar en is hernieuwbaar.
Bij voortijdige beëindiging van het mandaat van een werkend lid, voleindigt de plaatsvervanger het mandaat, tenzij de Koning een nieuw werkend lid benoemt volgens de modaliteiten bepaald in het tweede lid.
§ 2. Enkel de leden bedoeld in § 1, eerste lid, 3° en 4°, zijn stemgerechtigd. De leden bedoeld in § 1, eerste lid, 1°, 2° en 5°, hebben geen raadgevende stem. Het plaatsvervangende lid is maar stemgerechtigd als het een werkend lid vervangt dat afwezig is.
De Commissie houdt enkel rechtsgeldig zitting als de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is.
De verslaggever wordt door de Commissie gehoord.
De beslissingen worden met gewone meerderheid genomen door de aanwezige leden die stemgerechtigd zijn. Tenzij anders is bepaald, kan bij staking van stemmen geen voor de arbeidsgeneesheer ongunstige beslissing genomen worden.
De Commissie stelt haar huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Tewerkstelling en Arbeid behoren.
Art.2. De Overlegcommissie voert de opdrachten uit die haar worden toegewezen bij :
- de artikelen 3 tot en met 5 van de wet van 28 december 1977 tot bescherming van de arbeidsgeneesheren;
- artikel 16 van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling van de wijze waarop de afgevaardigden van de werknemers in het comité voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen of de leden van de vakbondsafvaardiging van het personeel een arbeidsgeneesheer kunnen doen vervangen;
- de artikelen 112, derde lid, 114 en 148nonies van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming.
Art. 3. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.