Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

18 MEI 1993. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 mei 1969 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting en bij de exploitatie van installaties voor vervoer van gasvormige zuurstof door middel van leidingen.



Inhoudstafel:


Art. 1-10
Overgangsbepaling.
Art. 11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1969050902 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. <wijzigingsbepaling van artikel 1 van het koninklijk besluit van 9 mei 1969 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting en bij de exploitatie van installaties voor het vervoer van gasvormige zuurstof door middel van leidingen : KB 1969-05-09/30>

Art.2. <wijzigingsbepaling van artikel 5 van het KB 1969-05-09/30>

Art.3. <wijzigingsbepaling van artikel 9 van het KB 1969-05-09/30>

Art.4. <wijzigingsbepaling van het artikel 10 van het KB 1969-05-09/30>

Art.5. <wijzigingsbepaling van het artikel 16 van het KB 1969-05-09/30>

Art.6. <invoeging van een hoofdstuk IIIbis met artikel 18bis in het KB 1969-05-09/30>

Art.7. <wijzigingsbepaling van Hoofdstuk IV met de artikelen 19 tot 24 van het KB 1969-05-09/30>

Art.8. <wijzigingsbepaling van het artikel 35 van het KB 1969-05-09/30>

Art.9. <wijzigingsbepaling van het artikel 47 van het KB 1969-05-09/30>

Art.10. <wijzigingsbepaling van het artikel 56 van het KB 1969-05-09/30>

Overgangsbepaling.
Art. 11. De installaties voor vervoer van gasvormige zuurstof, aangelegd in uitvoering van toelatingen voor vervoer van gasvormige zuurstof door middel van leidingen, ongeacht of hun duur al dan niet reeds verlengd werd, die voor de eerste maal verleend werden vóór de inwerkingtreding van dit koninklijk besluit, alsook de installaties waarvoor de toelating aangevraagd werd vóór de inwerkingtreding van dit koninklijk besluit, blijven onderworpen aan de bepalingen van de wet van 12 april 1965 en zijn uitvoeringsbesluiten zoals zij van kracht en toepasselijk waren bij de voornoemde toekenning van de betreffende vervoertoelating, tenzij wat de artikels 18bis en 56 van het koninklijk besluit van 9 mei 1969 zoals ingevoegd en gewijzigd door dit koninklijk besluit betreft die vanaf de inwerkingtreding van dit koninklijk besluit op de voormelde vervoerinstallaties toepasselijk zijn.
  Indien echter de wanddikte van de betreffende vervoerleiding kleiner is dan deze bepaald in artikel 22 van het koninklijk besluit van 9 mei 1969 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting en bij de exploitatie van installaties voor gasvormige zuurstof door middel van leidingen, zoals gewijzigd door dit koninklijk besluit dient de houder van de vervoertoelating een versterkt toezicht uit te oefenen, overeenkomstig artikel 56, derde lid van het koninklijk besluit van 9 mei 1969 voornoemd, zoals gewijzigd door dit koninklijk besluit.