12 OKTOBER 1993. - Koninklijk besluit tot verlening van afwijkingen voor het seizoen 1993-1994 van de in artikel 36, 7°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren opgenomen verbodsbepaling.
Art. 1-3
Artikel 1. Afwijking van de in artikel 36, 7°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren opgenomen verbodsbepaling wordt voor het seizoen 1993-1994 toegestaan voor de organisatie van de volgende sledehondenwedstrijden :
1° aan de clubs aangesloten bij de " Belgische Mushing Federatie " :
- Vlaamse Federatie voor Sledehondensport : te Vilvoorde, op 30 en 31 oktober 1993;
- Trappeur Musher Club : te Polleur, op 26 en 27 maart 1994;
- Musher Club de la Gaume : te Virton, op 11 en 12 (of 18 en 19) december 1993;
- Snow Hook Team : te Roth-Sankt-Vith, op 12 en 13 februari 1994;
- The Inuit Trail : te Willebroek, op 15 en 16 (of 22 en 23) januari 1994;
- Belgian Mushing Association : op 20 en 21 november 1993, te Bokrijk;
2° aan de " Federation of Belgian Mushers Clubs " :
te Amay, op 27 en 28 november 1993 (of 4 en 5 december 1993).
Deze afwijkingen betreffen wedstrijden met sledehonden die uitsluitend tot de vier erkende noordse rassen behoren (alaskan malamut, groenlander, samoyeed en siberian husky), voor zover de organisatoren ten aanzien van de honden de nodige maatregelen nemen om een diergeneeskundig toezicht te verzekeren en om, naargelang de aansluiting van de club, de bepalingen te doen naleven vervat in het reglement van de " Fédération internationale sportive du Traîneau à Chiens " (FISTC) of van de " European Sleddog Racing Association " (ESDRA) met betrekking tot de aspecten van de bescherming, het welzijn en de gezondheid der dieren, alsmede inzake de standaardnormen voor de gebruikte spannen.
Art.2. De in artikel 1 toegestane afwijkingen omvatten, onder dezelfde voorwaarden, voor iedere deelnemer de mogelijkheid om, ter voorbereiding van de wedstrijden waaraan hij deelneemt en buiten ieder competitieverband, de honden te oefenen, voor zover hij in het bezit is van een genummerd en door zijn federatie opgesteld document, dat is afgeleverd, gedateerd en ondertekend door de verantwoordelijke daarvan of van de club waarbij hij aangesloten is, waarin zijn deelname aan één of meer van de voormelde wedstrijden worden bevestigd.
De twee federaties kunnen een dergelijk document ook afleveren aan hun leden om zich te kunnen voorbereiden op de wedstrijden in het buitenland waarvoor zij zich hebben ingeschreven.
Art. 3. Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.