12 AUGUSTUS 1993. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 134, § 2, van de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen.
Art. 1-9
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder :
- het supplement : het in artikel 134, § 1, eerste lid, van de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen bedoelde supplement;
- de bevoegde medische instantie : de medische instantie die bevoegd is om uitspraak te doen over de lichamelijke ongeschiktheid die recht geeft op een rustpensioen.
Art.2. Indien de bevoegde medische instantie erkent dat een personeelslid aangetast is door een blijvende lichamelijke ongeschiktheid die recht geeft op een rustpensioen, bepaalt zij eveneens of de in artikel 134, § 1, eerste lid van voormelde wet van 26 juni 1992 bepaalde voorwaarden tot toekenning van het supplement al dan niet vervuld zijn.
Art.3. De persoon die in toepassing van artikel 83, § 3 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen oprustgesteld werd kan een aanvraag tot het bekomen van het supplement indienen. Deze aanvraag dient, op straffe van verval, bij de macht of de instelling die het stelsel van de rustpensioenen van deze persoon beheert, toe te komen uiterlijk de laatste dag van de twaalfde maand volgend op die van de ingangsdatum van het pensioen.
Deze macht of instelling nodigt de bevoegde medische instantie uit vast te stellen of de in artikel 134, § 1, eerste lid, van voormelde wet van 26 juni 1992 bepaalde voorwaarden tot toekenning van het supplement al dan niet vervuld zijn.
Art.4. Indien de bevoegde medische instantie beslist dat de in artikel 134, § 1, eerste lid van voormelde wet van 26 juni 1992 bepaalde voorwaarden vervuld zijn, bepaalt zij, overeenkomstig het ministerieel besluit van 30 juli 1987 tot vaststelling van de categorieën en van de handleiding voor de evaluatie van de graad van zelfredzaamheid met het oog op het onderzoek naar het recht op de integratietegemoetkoming, het aantal punten dat, op het ogenblik van zijn opruststelling, aan het verlies van de graad van zelfredzaamheid waardoor betrokkene is aangetast, beantwoordt.
Art.5. Tegen de in toepassing van dit besluit genomen beslissingen kan hoger beroep worden ingesteld bij dezelfde instantie en volgens dezelfde procedure als deze bepaald voor de beslissingen inzake lichamelijke ongeschiktheid die aanleiding geven tot de opruststelling. Dit beroep kan evenwel door de betrokkene ingediend worden binnen dertig dagen volgend op de betekening van de beslissing.
De beslissingen in beroep hebben uitwerking op de ingangsdatum van het pensioen.
Art.6. Voor de rustpensioenen wegens lichamelijke ongeschiktheid die ingegaan zijn tussen 1 januari 1993 en de eerste dag van de maand volgend op deze tijdens welke dit besluit zal bekendgemaakt zijn in het Belgisch Staatsblad, neemt de bevoegde medische instantie een aanvullende beslissing rekening houdend met de bepalingen van de artikelen 2 en 4.
Art.7. Voor de personen die in toepassing van artikel 83, § 3 van voormelde wet van 5 augustus 1978 oprustgesteld werden tussen 1 januari 1993 en de eerste dag van de maand volgend op deze tijdens welke dit besluit zal bekendgemaakt zijn in het Belgisch Staatsblad, neemt de in artikel 3 bepaalde termijn een aanvang op de datum van deze bekendmaking.
Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1993.
Art. 9. Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister van Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.