8 OKTOBER 1993. - Ministerieel besluit betreffende de rechtstreekse verbindingen van alarmsystemen of alarmcentrales met de politiediensten.
Art. 1-9
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder :
1° rechtstreekse verbinding : elk verbindingssysteem waarmee een alarmoproep gedaan kan worden zonder dat er een gesprek in reële tijd nodig is met de operateur van de betrokken politiedienst;
2° politiedienst : iedere dienst van de gemeentepolitie of de rijkswacht.
Art.2. Publiekrechtelijke rechtspersonen kunnen slechts een rechtstreekse verbinding van hun alarmsysteem of alarmcentrale met een politiecentrale verkrijgen, indien zij kunnen aantonen dat zij door hun aard het voorwerp vormen van een specifieke bedreiging die groter is dan de normale en permanente, en deze verbinding dus absoluut noodzakelijk is omwille van veiligheidsredenen.
Art.3. Privaatrechtelijke personen, zijnde natuurlijke personen of rechtspersonen, krijgen uitzonderlijk machtiging van de beheerder van de 101-centrale om hun alarmsysteem of hun alarmcentrale rechtstreeks te laten verbinden met deze 101-centrale, voor zover ze aan één van de hiernavolgende voorwaarden voldoen :
1° houder zijn van goederen of produkten waarvan diefstal of verduistering ernstige gevolgen kan hebben voor de openbare veiligheid of de volksgezondheid;
2° bewaarder zijn van kostbare goederen die behoren tot het openbare of private domein van de Staat, een Gemeenschap, een Gewest, een provincie of een gemeente;
3° als bewakingsonderneming een centrale beheren waarmee één of meer publiekrechtelijke rechtspersonen of privaatrechtelijke personen verbonden zijn, die voldoen aan de in 1° en 2° gestelde voorwaarden.
Art.4. De rechtstreekse verbinding van de alarmsystemen en alarmcentrales van publiekrechtelijke rechtspersonen en van privaatrechtelijke personen, zijnde natuurlijke personen of rechtspersonen, met een politiecentrale kan slechts toegestaan worden indien die politiecentrale 24 u. op 24 u. kan worden bereikt en indien de diensten die in geval van alarm moeten interveniëren, voldoen aan de volgende voorwaarden :
1° kunnen instaan voor een 24-urenwachtdienst met een minimale voorziening van twee interventieploegen;
2° beschikken over een uitrusting waarmee vertrouwelijke informatie veilig opgeslagen kan worden.
Art.5. De boodschap van de oproep moet gesproken zijn; ze moet de interventie van de politiediensten vragen en die diensten uitdrukkelijk machtigen tot het binnendringen van de plaats; die machtiging wordt gelijkgesteld met een hulpoproep van binnen uit.
De boodschap van de oproep moet het mogelijk maken de oproeper duidelijk te identificeren en moet de plaats waar de interventie wordt gevraagd precies vermelden.
Art.6. De privaatrechtelijke personen, zijnde natuurlijke personen of rechtspersonen die om een rechtstreekse verbinding van hun systeem of centrale met een politiecentrale vragen, evenals de publiekrechtelijke rechtspersonen die overeenkomstig het artikel 2 een rechtstreekse verbinding verkrijgen, verstrekken de betrokken politiedienst alle documenten en informatie nodig voor de goede werking van de verbinding en de doeltreffendheid van het politie-optreden.
Art.7. Ten einde de toestemming te verkrijgen om een rechtstreekse verbinding te laten aanleggen met een 101-centrale, dient een gemotiveerde aanvraag bij een ter post aangetekende brief aan de beheerder van de 101-centrale gestuurd te worden.
De vraag om rechtstreekse verbinding met een andere politiecentrale wordt gericht aan de Minister van Binnenlandse Zaken, Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie.
Art.8. De Minister of de beheerder van de 101-centrale neemt een beslissing binnen 60 dagen na de indiening van de aanvraag. De toestemming of de weigering wordt bij een ter post aangetekende brief meegedeeld aan de aanvrager. De toestemming is geldig voor een periode van twee jaar.
Art. 9. De aanvraag om hernieuwing van de toestemming wordt ten minste vier maanden vóór de afloop van de toegestane termijn ingediend. De verlenging van de machtiging is afhankelijk van een evaluatie van de tijdens de vorige periode gedane vaststellingen, onder meer rekening houdend met het percentage valse alarmen.