29 JUNI 1993. - Koninklijk besluit tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van sommige diensten van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voor het vervullen van taken met betrekking tot het personeelsbeheer.
HOOFDSTUK I. - Toegang tot de informatiegegevens.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Gebruik van het identificatienummer.
Art. 3-4
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art. 5-6
HOOFDSTUK I. - Toegang tot de informatiegegevens.
Artikel 1. Aan de administratie Ambtenarenzaken van het departement Algemene Zaken en Financiën van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, aan de Algemene Administratieve Diensten van elk van de zes departementen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en aan de dienst Secretarie van het departement Coördinatie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wordt toegang verleend tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot en met 9°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
De toegang tot de informatiegegevens geldt uitsluitend :
1° wat de administratie Ambtenarenzaken van het departement Algemene Zaken en Financiën betreft : voor het vervullen van taken in verband met het beheer van de dossiers van het geheel personeelsleden van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;
2° wat de Algemene Administratieve Diensten van elk van de zes departementen betreft : voor het vervullen van taken in verband met het beheer van de dossiers van de personeelsleden die tot hun departement behoren;
3° wat de dienst Secretarie van het departement Coördinatie betreft : voor het vervullen van taken in verband met het beheer van de dossiers van het personeel van de kabinetten van de leden van de Vlaamse Executieve.
De toegang tot de informatiegegevens is toegestaan :
1° aan de directeur-generaal van de administratie Ambtenarenzaken, de bestuursdirecteur van het bestuur Personeelsadministratie en de bestuursdirecteur van het bestuur Reglementeringen en Toezicht bij voormelde administratie, binnen de perken van de in artikel 1, tweede lid, 1°, gestelde doeleinden;
2° aan de ambtenaren die belast zijn met de leiding van de Algemene Administratieve Diensten bij elk van de zes departementen, binnen de perken van de in artikel 1, tweede lid, 2°, gestelde doeleinden;
3° aan de ambtenaar belast met personeelszaken van de dienst Secretarie van het departement Coördinatie, binnen de perken van de in artikel 1, tweede lid, 3°, gestelde doeleinden;
4° aan de ambtenaren die de onder 1° en 2° vermelde personen daartoe binnen hun diensten wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden bij name en schriftelijk aanwijzen, op voorwaarde dat zij een graad bekleden gelijkwaardig aan een graad van niveau 1 van het rijkspersoneel, binnen de perken van de in artikel 1, tweede lid, 1° en 2°, gestelde doeleinden.
Art.2. De met toepassing van artikel 1, eerste lid, verkregen informatiegegevens mogen slechts worden gebruikt voor de in artikel 1, tweede lid, vermelde doeleinden. Zij mogen niet worden medegedeeld aan derden.
Worden niet als derden beschouwd voor de toepassing van het eerste lid :
1° de natuurlijke personen waarop de informatiegegevens betrekking hebben, alsook hun wettelijke vertegenwoordigers;
2° de openbare overheden en de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, in het kader van de betrekkingen die zij voor de in artikel 1, tweede lid, vermelde doeleinden met de betrokken diensten onderhouden.
HOOFDSTUK II. - Gebruik van het identificatienummer.
Art.3. Aan de in artikel 1, derde lid, vermelde ambtenaren van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wordt machtiging verleend om het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken.
De machtiging tot gebruik van het identificatienummer is beperkt tot het vervullen van de in artikel 1, tweede lid, vermelde taken.
Art.4. Voor interne doeleinden mag het identificatienummer uitsluitend gebruikt worden als identificatiemiddel in de dossiers, bestanden en repertoria die door de betrokken diensten worden bijgehouden, voor het vervullen van de in artikel 1, tweede lid, vermelde taken.
Bij extern gebruik met het identificatienummer enkel gebruikt worden in de betrekkingen die voor het vervullen van de in artikel 1, tweede lid, vermelde taken noodzakelijk zijn met :
- de houder van het nummer of zijn wettelijke vertegenwoordiger;
- de openbare overheden en instellingen die ingevolge artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 zelf machtiging hebben verkregen om het nummer te gebruiken en die optreden in de uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden.
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art.5. De lijst van de overeenkomstig de artikelen 1, derde lid, en 3, aangewezen ambtenaren wordt, met vermelding van hun graad en van hun ambt, jaarlijks opgesteld en volgens dezelfde periodiciteit aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toegezonden.
Art. 6. Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.