Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

29 JUNI 1993. - Koninklijk besluit tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Toegang tot de informatiegegevens.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Gebruik van het identificatienummer.
Art. 3-4
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art. 5-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Toegang tot de informatiegegevens.
Artikel 1. Aan de administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wordt toegang verleend tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot en met 9°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
  De toegang tot de informatiegegevens geldt uitsluitend voor het vervullen van taken in verband met de bijzondere jeugdbijstand, ter uitvoering van de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990 en van het besluit van de Vlaamse Executieve van 22 mei 1991 inzake erkenningsvoorwaarden en subsidienormen van de voorzieningen bijzondere jeugdbijstand.
  De toegang tot de informatiegegevens is toegestaan :
  1° aan de directeur-generaal van de administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn;
  2° aan de bestuursdirecteur van het bestuur Bijzondere Jeugdbijstand bij voormelde administratie;
  3° aan de persoon die belast is met de leiding van het Fonds Bijzondere Jeugdbijstand;
  4° aan de ambtenaren die de onder 1°, 2° en 3° vermelde personen daartoe binnen hun diensten wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden bij name en schriftelijk aanwijzen, op voorwaarde dat zij een graad bekleden gelijkwaardig aan een graad van niveau 1 van het rijkspersoneel.

Art.2. De met toepassing van artikel 1, eerste lid, verkregen informatiegegevens mogen slechts worden gebruikt voor de in artikel 1, tweede lid, vermelde doeleinden. Zij mogen niet worden medegedeeld aan derden.
  Worden niet als derden beschouwd voor de toepassing van het eerste lid :
  1° de natuurlijke personen waarop die informatiegegevens betrekking hebben, alsook hun wettelijke vertegenwoordigers;
  2° de openbare overheden en de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, in het kader van de betrekkingen die zij voor de in artikel 1, tweede lid, vermelde doeleinden met de administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur onderhouden.

HOOFDSTUK II. - Gebruik van het identificatienummer.
Art.3. Aan de onder artikel 1, derde lid, vermelde personeelsleden van de administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wordt machtiging verleend om het identificatinummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken.
  De machtiging tot gebruik van het identificatienummer is beperkt tot het vervullen van de in artikel 1, tweede lid, vermelde taken.

Art.4. Voor interne doeleinden mag het identificatienummer uitsluitend gebruikt worden als identificatienummer in de dossiers, bestanden en repertoria die door de betrokken diensten worden bijgehouden, voor het vervullen van de in artikel 1, tweede lid, vermelde taken.
  Bij extern gebruik mag het identificatienummer enkel gebruikt worden in de betrekkingen die voor het vervullen van de in artikel 1, tweede lid, vermelde taken noodzakelijk zijn, met :
  - de houder van het nummer of zijn wettelijke vertegenwoodigers;
  - de openbare overheden en instellingen die ingevolge artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 zelf machtiging hebben verkregen om het nummer te gebruiken en die optreden in de uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden.

HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art.5. De lijst van de overeenkomstig de artikelen 1, derde lid, en 3, aangewezen ambtenaren wordt, met vermelding van hun graad en van hun ambt, jaarlijks opgesteld en volgens dezelfde periodiciteit aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer gezonden.

Art. 6. Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.