19 OKTOBER 1992. - Besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de vergoedingen die gekoppeld zijn aan bepaalde functies van het Fonds van de Franse Gemeenschap voor de sociale integratie van de gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces.
Art. 1-7
Artikel 1. Het bedrag van de toegekende vergoeding beloopt :
- voor de voorzitter van de raad van bestuur van het Fonds van de Franse Gemeenschap voor de sociale integratie van de gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces, 225 000 frank per jaar;
- voor de eerste vice-voorzitter van de raad van bestuur, 200 000 frank per jaar;
- voor de vice-voorzitter van de raad van bestuur, 175 000 frank per jaar.
Deze vergoedingen dekken de verblijf- en representatiekosten ten belope van 40 % van het totaal toegekende bedrag.
Art.2. Het bedrag van het toegekende presentiegeld beloopt :
- voor de leden van de raad van bestuur en voor de leden van het bureau, 1 250 frank per zitting.
Dit presentiegeld dekt de verblijf- en de representatiekosten ten belope van 40 % van het totaal toegekende bedrag.
Art.3. De in de artikelen 1 en 2 bedoelde bedragen worden gekoppeld aan de schommelingen van het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens het stelsel bepaald door de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, en veranderen volgens modaliteiten die gelijk zijn aan deze die van toepassing zijn voor de berekening van de bezoldigingen van de personeelsleden van het bovengenoemde Gemeenschapsfonds. Deze bedragen komen overeen met de spilindex 110,43.
Art.4. De voorzitter, de vice-voorzitters, de leden van het bureau en de leden van de raad van bestuur kunnen hun rechten doen gelden op de terugbetaling van de reiskosten binnen de voorwaarden en volgens de bedragen bepaald bij het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten. Voor de toepassing van deze bepalingen, worden zij gelijkgesteld met de ambtenaren van rang 16.
Art.5. De personen die geen lid zijn van de raad van bestuur en die, overeenkomstig zijn huishoudelijk reglement, deelnemen aan de werkzaamheden van de raad of aan de werkzaamheden van een werkgroep tot voorbereiding van een vergadering van de raad, genieten het presentiegeld bedoeld in artikel 2 en de terugbetaling van de reiskosten bedoeld in artikel 4.
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 15 juli 1991.
Art. 7. De Minister tot wiens bevoegdheid de Sociale Zaken behoren is belast met de uitvoering van dit besluit.