17 APRIL 1992. - Koninklijk besluit inzake de biologische produktiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwprodukten en levensmiddelen. (NOTA : Opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2008-02-28/54, art. 14, 1°; Inwerkingtreding : 13-06-2008) (NOTA : Opgeheven voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij BESL2009-12-03/26, art. 18; Inwerkingtreding : 16-01-2010) (NOTA : Opgeheven voor de Vlaamse Overheid bij BVR2008-12-12/90, art. 51, 1°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2008) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-12-1998 en tekstbijwerking tot 20-02-2009)
Art. 1, 1bis, 2, 2bis, 3-8, 8bis, 9-11
2004200506 2005036268 2005036625 2006035265 2006036060 2006036061 2006036989 2007035130 2007036621 2008035045 2008201894 2008202049 2008202784 2008202807 2009031628 2009035162
Artikel 1. (NOTA : zie verder niet-federale vorme(n) van dit artikel) Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :
1. "Minister" : de Minister tot wiens bevoegdheid de landbouw behoort.
2. ("Producten" : de volgende producten, indien daarop aanduidingen voorkomen die verwijzen naar de biologische productiemethode of indien het de bedoeling is er dergelijke aanduidingen op aan te brengen :
1° de onverwerkte plantaardige en dierlijke landbouwproducten;
2° de producten bestemd voor menselijke of dierlijke voeding, die bestaan uit één of meer ingrediënten van plantaardige oorsprong en/of één of meer ingrediënten van dierlijke oorsprong.) <KB 1998-07-10/45, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 11-12-1998>
3. "Marktdeelnemer" : iedere natuurlijke of rechtspersonen die produkten produceert, bereidt of uit een derde land invoert, om ze in de handel te brengen of die deze produkten in de handel brengt.
4. "Verordening" : de verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische produktiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwprodukten en levensmiddelen.
5. "Controleorganisme" : ieder organisme dat door de Minister wordt erkend om controle uit te voeren zoals bepaald in artikel 9 en volgende van de "Verordening".
6. ("Bestuur" : het Ministerie van Middenstand en Landbouw.) <KB 1998-07-10/45, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 11-12-1998>
(7. "Aanduidingen die verwijzen naar de biologische productiemethode" : een product wordt geacht aanduidingen te bevatten die verwijzen naar de biologische productiemethode, wanneer dit product, of de ingrediënten ervan, in de etikettering, de reclame of de handelsdocumenten, is gekenmerkt met vermeldingen die de koper doen aannemen dat het product of de ingrediënten ervan verkregen werden overeenkomstig de biologische productiemethode, en in het bijzonder met de volgende termen, of de vertaling ervan in een andere taal, of de gebruikelijke verkleinwoorden, afkortingen en afgeleide woorden ervan, tenzij die termen niet worden toegepast op landbouwproducten in levensmiddelen of kennelijk geen enkel verband hebben met de productiemethode :
- biologisch;
- ecologisch;
- organisch.) <KB 1998-07-10/45, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 11-12-1998>
++++++++++
GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN
==============================
Artikel 1. VLAAMSE OVERHEID
Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :
1. "Minister" : de Minister tot wiens bevoegdheid de landbouw behoort.
2. ("Producten" : de volgende producten, indien daarop aanduidingen voorkomen die verwijzen naar de biologische productiemethode of indien het de bedoeling is er dergelijke aanduidingen op aan te brengen :
1° de onverwerkte plantaardige en dierlijke landbouwproducten;
2° de producten bestemd voor menselijke of dierlijke voeding, die bestaan uit één of meer ingrediënten van plantaardige oorsprong en/of één of meer ingrediënten van dierlijke oorsprong.) <KB 1998-07-10/45, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 11-12-1998>
3. "Marktdeelnemer" : iedere natuurlijke of rechtspersonen die produkten produceert, bereidt of uit een derde land invoert, om ze in de handel te brengen of die deze produkten in de handel brengt.
4. "Verordening" : de verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische produktiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwprodukten en levensmiddelen.
5. "Controleorganisme" : ieder organisme dat door de Minister wordt erkend om controle uit te voeren zoals bepaald in artikel 9 en volgende van de "Verordening".
6. (ministerie : Het Vlaamse Ministerie van Landbouw en Visserij;) <MB 2006-04-28/51, art. 19, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
(7. "Aanduidingen die verwijzen naar de biologische productiemethode" : een product wordt geacht aanduidingen te bevatten die verwijzen naar de biologische productiemethode, wanneer dit product, of de ingrediënten ervan, in de etikettering, de reclame of de handelsdocumenten, is gekenmerkt met vermeldingen die de koper doen aannemen dat het product of de ingrediënten ervan verkregen werden overeenkomstig de biologische productiemethode, en in het bijzonder met de volgende termen, of de vertaling ervan in een andere taal, of de gebruikelijke verkleinwoorden, afkortingen en afgeleide woorden ervan, tenzij die termen niet worden toegepast op landbouwproducten in levensmiddelen of kennelijk geen enkel verband hebben met de productiemethode :
- biologisch;
- ecologisch;
- organisch.) <KB 1998-07-10/45, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 11-12-1998>
(8. " voorverpakt product " : de verkoopseenheid die bestemd is om als zodanig aan de eindverbruiker en instellingen te worden aangeboden en die bestaat uit een product en het verpakkingsmateriaal waarin het product, voordat het te koop wordt aangeboden, is verpakt, waarbij dat verpakkingsmateriaal het product geheel of ten dele kan bedekken, maar zodanig dat de inhoud niet kan worden veranderd zonder dat het verpakkingsmateriaal wordt geopend of aangetast.) <BVR 2007-09-07/34, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 11-10-2007>
++++++++++
Art. 1bis. <Ingevoegd bij KB 1998-07-10/45, art. 3; Inwerkingtreding : 11-12-1998> § 1. Onverminderd de bepalingen van de Verordening kan de Minister de biologische productie controleren en waarborgen door de controle van bijkomende voorschriften die door hem in een lastenboek vastgesteld worden, aan de controleorganismen toe te vertrouwen.
§ 2. Bij de etikettering of in de reclame voor een product mogen alleen aanduidingen worden gebruikt die verwijzen naar de biologische productiemethode, indien dit product overeenkomstig de biologische productieregels vastgelegd bij de bepalingen van de Verordening, van de nationale besluiten en van het in § 1 bedoeld lastenboek geproduceerd werd.
§ 3. Voor een product dat niet in de Verordening, in de nationale besluiten of in het in § 1 bedoeld lastenboek geregeld is, mogen aanduidingen worden gebruikt die verwijzen naar de biologische productiemethode, mits de productiemethode conform is met de biologische productieregels vastgelegd bij de nationale regelgeving van het land van herkomst of, indien die niet bestaat, met de internationaal erkende methodes inzake biologische productie.
Art.2. Iedere marktdeelnemer die produkten produceert, bereidt of uit derde landen invoert om ze in de handel te brengen, is verplicht een controleorganisme hiervan voorafgaandelijk in kennis te stellen.
++++++++++
GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN
==============================
Art. 2. (VLAAMSE OVERHEID)
<BVR 2007-09-07/34, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 11-10-2007> De kennisgeving, vermeld in artikel 8, eerste lid, eerste alinea, a), van de Verordening, moet gebeuren bij een erkend controleorganisme.
Art. 2bis. <ingevoegd bij BVR 2007-09-07/34, art. 3; Inwerkingtreding : 11-10-2007> § 1. De marktdeelnemer die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 8, eerste lid, tweede alinea, van de Verordening, wordt vrijgesteld van de controle, vermeld in artikel 8, eerste lid, eerste alinea, b), van de Verordening.
Voor een marktdeelnemer die niet-voorverpakte producten direct aan de eindconsument of eindgebruiker verkoopt, geldt die vrijstelling enkel als de totale aankoopwaarde (exclusief BTW) van de niet-voorverpakte producten tijdens het vorige kalenderjaar minder dan 5.000 euro bedraagt.
§ 2. De marktdeelnemer die in aanmerking komt voor de vrijstelling, vermeld in § 1, moet zijn activiteiten bekendmaken bij het ministerie.
Hij kan zijn activiteiten schriftelijk bekendmaken of elektronisch via de website van het beleidsdomein Landbouw en Visserij.
De vrijstelling, vermeld in § 1, wordt door het ministerie schriftelijk toegekend aan de marktdeelnemer in kwestie.
++++++++++
Art.3. (NOTA : zie verder niet-federale vorme(n) van dit artikel) § 1. De erkenning van de controleorganismen is afhankelijk van de voorwaarden die zijn opgelegd door de Verordening. Het controleorganisme moet eveneens bewijzen dat uit zijn activiteit blijkt dat het een nuttige ervaring en een goede faam heeft met betrekking tot controle en toezicht op het gebied van de biologische landbouwmethode.
§ 2. Het controleorganisme gaat de verbintenis aan :
1° de controleoperaties uit te voeren zoals voorgeschreven in de Verordening of de nationale besluiten;
2° te allen tijde toegang tot zijn gebouwen en inzage in alle documenten die betrekking hebben op de uitoefening van de controleaktiviteiten te verlenen aan de ambtenaar van het Ministerie van Landbouw die hiertoe werd aangeduid;
3° aan het Ministerie van Landbouw al de gegevens over te maken die vereist zijn voor de goede toepassing van de Verordening.
§ 3. De Minister kan aanvullende voorwaarden opleggen met betrekking tot de erkenning van controleorganismen.
++++++++++ Gemeenschappen en Gewesten.
Vlaamse Overheid.
Art. 3. § 1. De erkenning van de controleorganismen is afhankelijk van de voorwaarden die zijn opgelegd door de Verordening. Het controleorganisme moet eveneens bewijzen dat uit zijn activiteit blijkt dat het een nuttige ervaring en een goede faam heeft met betrekking tot controle en toezicht op het gebied van de biologische landbouwmethode.
§ 2. Het controleorganisme gaat de verbintenis aan :
1° de controleoperaties uit te voeren zoals voorgeschreven in de Verordening of de nationale besluiten;
2° te allen tijde toegang tot zijn gebouwen en inzage in alle documenten die betrekking hebben op de uitoefening van de controleaktiviteiten te verlenen aan de ambtenaar van het (ministerie) die hiertoe werd aangeduid; <MB 2006-04-28/51, art. 20, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
3° aan het Ministerie van Landbouw al de gegevens over te maken die vereist zijn voor de goede toepassing van de Verordening.
§ 3. De Minister kan aanvullende voorwaarden opleggen met betrekking tot de erkenning van controleorganismen.
++++++++++
Art.4. (NOTA : zie verder niet-federale vorme(n) van dit artikel) De aanvraag tot erkenning wordt gericht aan het Bestuur.
Ze is vergezeld van de stukken waaruit blijkt dat aan de bij dit besluit gestelde voorwaarden is voldaan.
++++++++++ Gemeenschappen en Gewesten.
Vlaamse Overheid.
Art. 4. De aanvraag tot erkenning wordt gericht aan het (ministerie). <MB 2006-04-28/51, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
Ze is vergezeld van de stukken waaruit blijkt dat aan de bij dit besluit gestelde voorwaarden is voldaan.
++++++++++
Art.5. § 1. De erkenning kan tijdelijk of definitief worden ingetrokken wanneer het controleorganisme niet meer voldoet aan de wettelijke voorwaarden of wanneer de voorwaarden niet meer worden nageleefd.
§ 2. De weigering van een gevraagde erkenning en de intrekking van een verleende erkenning dienen met redenen omkleed te zijn.
Art.6. De erkenning en de intrekking ervan worden in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Art.7. (NOTA : zie verder niet-federale vorme(n) van dit artikel) <KB 1998-07-10/45, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 11-12-1998> § 1. Na raadpleging van de representatieve organisaties van de sector van de biologische productie, kan de Minister, per categorie van marktdeelnemers, drempels en plafonds bepalen voor de vergoedingen betaald door de marktdeelnemers aan de controleorganismen voor de controlekosten.
§ 2. De controleorganismen delen aan het Bestuur de vergoedingen mee, alsook elke wijziging hiervan, die aan de door hen gecontroleerde marktdeelnemers worden aangerekend.
++++++++++ Gemeenschappen en Gewesten.
Vlaamse Overheid.
Art. 7. <KB 1998-07-10/45, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 11-12-1998> § 1. Na raadpleging van de representatieve organisaties van de sector van de biologische productie, kan de Minister, per categorie van marktdeelnemers, drempels en plafonds bepalen voor de vergoedingen betaald door de marktdeelnemers aan de controleorganismen voor de controlekosten.
§ 2. De controleorganismen delen aan het (ministerie) de vergoedingen mee, alsook elke wijziging hiervan, die aan de door hen gecontroleerde marktdeelnemers worden aangerekend. <MB 2006-04-28/51, art. 22, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
++++++++++
Art.8. De controleorganismen zijn verplicht de nodige maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat een marktdeelnemer die de bepalingen van dit besluit naleeft en zijn bijdrage in de controlekosten betaalt, zeker is van toegang tot het controlestelsel.
Art. 8bis. (NOTA : zie verder niet-federale vorme(n) van dit artikel) <Ingevoegd bij KB 2000-09-03/67, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-2000> § 1. Om de biologische productiemethode en het gebruik van aanduidingen die verwijzen naar deze productiemethode op landbouwproducten en levensmiddelen te controleren, kan de Minister, binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten, een jaarlijkse toelage aan de erkende controleorganismen toekennen, als tussenkomst in de onkosten die voortvloeien uit de uitvoering van de door hem vastgelegde bijkomende voorschriften, bovenop de door de verordening vereiste controle- en voorzorgsmaatregelen.
§ 2. De voorwaarden, waaraan een controleorganisme moet beantwoorden om te kunnen genieten van de toelagen bedoeld in § 1, zijn de volgende :
1° de betoelaagde activiteiten uitvoeren en zich hierbij houden aan de richtlijnen van het bestuur en zich onderwerpen aan haar controles;
2° alle documenten en inlichtingen verstrekken die vereist zijn door het bestuur in het kader van de controle van het gebruik van de toelagen.
++++++++++ Gemeenschappen en Gewesten.
Vlaamse Overheid.
Art. 8bis. <Ingevoegd bij KB 2000-09-03/67, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-2000> § 1. Om de biologische productiemethode en het gebruik van aanduidingen die verwijzen naar deze productiemethode op landbouwproducten en levensmiddelen te controleren, kan de Minister, binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten, een jaarlijkse toelage aan de erkende controleorganismen toekennen, als tussenkomst in de onkosten die voortvloeien uit de uitvoering van de door hem vastgelegde bijkomende voorschriften, bovenop de door de verordening vereiste controle- en voorzorgsmaatregelen.
§ 2. De voorwaarden, waaraan een controleorganisme moet beantwoorden om te kunnen genieten van de toelagen bedoeld in § 1, zijn de volgende :
1° de betoelaagde activiteiten uitvoeren en zich hierbij houden aan de richtlijnen van het (ministerie) en zich onderwerpen aan haar controles; <MB 2006-04-28/51, art. 23, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
2° alle documenten en inlichtingen verstrekken die vereist zijn door het (ministerie) in het kader van de controle van het gebruik van de toelagen. <MB 2006-04-28/51, art. 23, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
++++++++++
Art.9. (NOTA : zie verder niet-federale vorme(n) van dit artikel) § 1. Wanneer het controleorganisme een marktdeelnemer gedurende een bepaalde periode, het recht ontneemt om produkten op de markt te brengen, stelt het hiervan de belanghebbende per aangetekende brief in kennis en zendt een afschrift van het dossier aan het Bestuur. In deze aangetekende brief wordt de belanghebbende verzocht zijn verweermiddelen bij aangetekend schrijven in te dienen op het erin vermeld adres van het bestuur en binnen een termijn van dertig dagen vanaf de verzendingsdatum van deze brief.
§ 2. Na onderzoek van de verweermiddelen van de betrokkene kan het Bestuur deze bij aangetekende brief oproepen opdat hij bijkomende inlichtingen zou kunnen verstrekken of bijkomende bewijsstukken overhandigen.
In dat geval wordt onmiddellijk een bondig verslag van het onderhoud opgemaakt en ondertekend door het Bestuur die het voor medeondertekening voorlegt aan de betrokkene.
Andere ambtenaren of andere personen kunnen eveneens uitgenodigd worden om bij het onderhoud aanwezig te zijn of om nadien te worden gehoord. Het eventuele latere verhoor moet plaatshebben in het bijzijn van de betrokkene of op zijn minst nadat deze behoorlijk werd opgeroepen.
§ 3. Na onderzoek van de verweermiddelen en in voorkomend geval na de betrokkene te hebben gehoord, neemt het Bestuur een met redenen omklede beslissing.
§ 4. Indien eventuele expertisekosten worden opgelegd en de beslissing van het privé controleorganisme wordt bevestigd, geeft de bedoelde ambtenaar van het Bestuur bij aangetekende brief aan de betrokkene kennis van de beslissing samen met een verzoek tot betaling binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de verzendingsdatum van deze brief.
De brief vermeldt eveneens dat een bewijs van betaling bij aangetekende brief door de betrokkene moet gestuurd worden naar het Bestuur binnen een termijn van vijftien dagen na de betaling.
§ 5. De postdatum heeft bewijskracht voor de verzending van de aangetekende brieven.
++++++++++ Gemeenschappen en Gewesten.
Vlaamse Overheid.
Art. 9. § 1. Wanneer het controleorganisme een marktdeelnemer gedurende een bepaalde periode, het recht ontneemt om produkten op de markt te brengen, stelt het hiervan de belanghebbende per aangetekende brief in kennis en zendt een afschrift van het dossier aan het (ministerie). In deze aangetekende brief wordt de belanghebbende verzocht zijn verweermiddelen bij aangetekend schrijven in te dienen op het erin vermeld adres van het bestuur en binnen een termijn van dertig dagen vanaf de verzendingsdatum van deze brief. <MB 2006-04-28/51, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
§ 2. Na onderzoek van de verweermiddelen van de betrokkene kan het (ministerie) deze bij aangetekende brief oproepen opdat hij bijkomende inlichtingen zou kunnen verstrekken of bijkomende bewijsstukken overhandigen. <MB 2006-04-28/51, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
In dat geval wordt onmiddellijk een bondig verslag van het onderhoud opgemaakt en ondertekend door het (ministerie) die het voor medeondertekening voorlegt aan de betrokkene. <MB 2006-04-28/51, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
Andere ambtenaren of andere personen kunnen eveneens uitgenodigd worden om bij het onderhoud aanwezig te zijn of om nadien te worden gehoord. Het eventuele latere verhoor moet plaatshebben in het bijzijn van de betrokkene of op zijn minst nadat deze behoorlijk werd opgeroepen.
§ 3. Na onderzoek van de verweermiddelen en in voorkomend geval na de betrokkene te hebben gehoord, neemt het (ministerie) een met redenen omklede beslissing. <MB 2006-04-28/51, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
§ 4. Indien eventuele expertisekosten worden opgelegd en de beslissing van het privé controleorganisme wordt bevestigd, geeft de bedoelde ambtenaar van het (ministerie) bij aangetekende brief aan de betrokkene kennis van de beslissing samen met een verzoek tot betaling binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de verzendingsdatum van deze brief. <MB 2006-04-28/51, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
De brief vermeldt eveneens dat een bewijs van betaling bij aangetekende brief door de betrokkene moet gestuurd worden naar het (ministerie) binnen een termijn van vijftien dagen na de betaling. <MB 2006-04-28/51, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
§ 5. De postdatum heeft bewijskracht voor de verzending van de aangetekende brieven.
++++++++++
Art.10. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw en zeevisserijprodukten.
Art. 11. Onze Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.