9 OKTOBER 1992. - Koninklijk besluit betreffende de dienst " ombudsman " in sommige autonome overheidsbedrijven. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-01-1994 en tekstbijwerking tot 01-09-2015)
Art. 1-14
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de wet : de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;
2° de dienst " ombudsman " : de dienst bedoeld in artikel 43 van de wet;
3° het autonoom overheidsbedrijf : elk van de volgende economische overheidsbedrijven :
- [2 Proximus]2;
- De Post;
- [1 ...]1;
4° de gebruiker : elke natuurlijke of rechtspersoon, die gebruik maakt van de diensten van het autonoom overheidsbedrijf.
----------
(1)<KB 2011-02-23/06, art. 11, 005; Inwerkingtreding : 14-03-2011>
(2)<W 2015-08-10/26, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 22-06-2015 (zie KB 2015-09-11/02, art. 1)>
Art.2. Er wordt een dienst " ombudsman " opgericht bij het autonoom overheidsbedrijf.
Art.3. Om te worden benoemd tot lid van de dienst " ombudsman " opgericht bij het autonoom overheidsbedrijf, moeten de gegadigden niet alleen voldoen aan de voorwaarden gesteld door artikel 44, § 2, van de wet, doch ook het bewijs leveren dat zij in de openbare of de particuliere sector ten minste drie jaar beroepservaring hebben opgedaan hetzij op juridisch of administratief vlak, hetzij op enig ander vlak nuttig voor de uitoefening van deze functie.
Art.4. Afgezien van het bepaalde in artikel 44, § 3, van de wet, is de functie van lid van de dienst " ombudsman " onverenigbaar met :
1° het lidmaatschap van het raadgevend comité voor het autonoom overheidsbedrijf;
2° de uitoefening van onverschillig welke functie in een private of openbare instelling, die hetzij produkten of diensten aanbiedt die concurreren met die welke worden aangeboden door het autonoom overheidsbedrijf, of aan dit bedrijf goederen of diensten levert.
Art.5. Het autonoom overheidsbedrijf stelt ter beschikking van de dienst " ombudsman " :
1° ingerichte kantoren in een pand gelegen in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest op een andere plaats dan die waar het hoofdkantoor van het autonoom overheidsbedrijf gevestigd is;
2° twee personeelsleden die bekleed zijn met een graad van rang 10, 11 of 12, aangewezen door de raad van bestuur van het autonoom overheidsbedrijf op de voordracht van de leden van de dienst " ombudsman " en na overleg met de gedelegeerd-bestuurder, met dien verstande dat die personeelsleden tot een verschillende taalrol behoren;
3° acht personeelsleden behorend tot de niveaus 2, 3 of 4 aangewezen door de raad van bestuur van het autonoom overheidsbedrijf, op de voordracht van de leden van de dienst " ombudsman ", met dien verstande dat vier van die personeelsleden tot de Nederlandse taalrol en de vier overige tot de Franse taalrol behoren.
Zolang de voornoemde personeelsleden ter beschikking staan van de dienst " ombudsman ", staan zij uitsluitend onder het hiërarchisch gezag van de leden van die dienst.
Art.6. Zolang de in artikel 5 bedoelde personeelsleden ter beschikking staan van de dienst " ombudsman " behouden zij hun statutaire situatie inzake beloning, anciënniteit, bevordering en pensioen die zij bij het autonoom overheidsbedrijf bezitten.
Daarenboven hebben de personeelsleden van de rang 10, 11 of 12 recht op een jaarlijkse toelage gelijk aan 137 270 frank en die van de niveaus 2, 3 of 4 op een jaarlijkse toelage gelijk aan 96 089 frank.
De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel der ministeries, geldt eveneens voor deze toelagen.
Zij worden gekoppeld aan de spilindex 138,01.
Art.7. <KB 2007-12-20/10, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2007> De leden van de dienst " ombudsman " bedoeld in artikel 44 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven wordt een wedde toegekend vastgesteld in de hierna vermelde weddenschaal :
47.360,00 - 60.780,00
22/1 x 610,00
Indien het mandaat van een lid van de dienst " ombudsman " onmiddellijk na diens eerste mandaat hernieuwd wordt, wordt een wedde toegekend vastgesteld in de hierna vermelde schaal :
50.360,00 - 63.780,00
22/1 x 610,00
Indien het mandaat van een lid van de dienst " ombudsman " onmiddellijk na diens tweede mandaat hernieuwd wordt, wordt een wedde toegekend vastgesteld in de hierna vermelde schaal :
53.360,00 - 66.780,00
22/1 x 610,00
Voor de toekenning van de wedde, bedoeld in de vorige delen, wordt rekening gehouden met de duur van de beroepservaring die bij de aanwerving in aanmerking werd genomen. De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel van de federale overheidsdiensten, geldt eveneens voor deze wedden. Zij zijn gekoppeld aan spilindex 138,01.
Art.8. <KB 1995-04-05/40, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 10-05-1995> Elke gebruiker die klachten heeft die betrekking hebben op de activiteiten van het autonoom overheidsbedrijf heeft het recht zich tot de betrokken dienst "ombudsman" te wenden.
De klacht wordt ingediend :
1° hetzij schriftelijk. Het document bevat de identiteit en het adres van de gebruiker evenals een duidelijke uiteenzetting van de feiten waarover hij zich beklaagt;
2° hetzij mondeling en persoonlijk. In dat geval registreert een lid van de dienst "ombudsman" de klacht.
Art.9. Indien de dienst " ombudsman " een klacht niet of niet verder in behandeling neemt, meldt hij dit zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de klager met vermelding van de redenen.
Art.10. § 1. De dienst " ombudsman " stelt het autonoom overheidsbedrijf waartegen de klacht werd ingediend, daarvan in kennis.
Dat bedrijf heeft het recht om inzage te nemen van het door de dienst " ombudsman " aangelegde dossier. Indien dit dossier vertrouwelijke gegevens bevat, worden ze er vooraf uit verwijderd.
Het bedrijf kan zijn standpunt schriftelijk kenbaar maken.
§ 2. De dienst " ombudsman " kan de klager toelaten inzage te nemen van het door de dienst aangelegde dossier. Indien dit dossier vertrouwelijke gegevens bevat, zoals bedoeld in artikel 43, § 4, van de wet, worden ze er vooraf uit verwijderd.
Art.11. De dienst " ombudsman " roept, indien hij dat nodig acht, de klager persoonlijk op en hoort hem persoonlijk. In dat geval mag de klager zich laten bijstaan door een persoon naar zijn keuze.
Art.12. Na onderzoek van de klacht probeert de dienst " ombudsman " de partijen te verzoenen. Indien hij daar niet in slaagt, brengt hij een advies uit.
Het advies wordt binnen twee maanden na ontvangst van de klacht verstrekt. Die termijn kan slechts éénmaal met een maand verlengd worden en op voorwaarde dat de partijen vóór het verstrijken van de eerste termijn daarvan in kennis zijn gesteld.
Het advies wordt aan het autonoom overheidsbedrijf en bij een ter post aangetekende brief aan de klager meegedeeld.
Art.13. De dienst " ombudsman " kan overeenkomstig artikel 43, § 3, 4°, van de wet, optreden als scheidsrechter in de geschillen waarover hij niet reeds eerder een standpunt innam of advies uitbracht.
Wanneer de dienst " ombudsman " als scheidsrechterlijk college moet optreden, wordt het geschil bij hem aanhangig gemaakt door één van de partijen, die hem bij een ter post aangetekende brief de overeenkomst toezendt, waarin bij artikel 43, § 3, 4°, van de wet, is voorzien.
De dienst " ombudsman " legt, met inachtneming van de overeenkomst en van artikel 1694 van het Gerechtelijk Wetboek, de regels van het scheidsrechterlijk geding vast en bepaalt de plaats waar het gevoerd zal worden.
De dienst " ombudsman " doet uitspraak binnen een termijn van twee maanden na de ontvangst van de aangetekende brief bedoeld in het tweede lid. Die termijn kan slechts éénmaal met een maand verlengd worden en op voorwaarden dat de partijen vóór het vestrijken van de eerste termijn daarvan in kennis zijn gesteld.
De beslissing en de motieven ervan worden aan het autonoom overheidsbedrijf en bij een ter post aangetekende brief aan de klager meegedeeld.
Art. 14. Onze Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven is belast met de uitvoering van dit besluit.